Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Ik gun Rwanda een Johan Derksen

  •  
01-08-2019
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
191 keer bekeken
  •  
derksenjohan

© Screenshot: RTL Boulevard

Ik hoorde een advocaat beweren dat homoseksuelen in Nederland 'een onderdrukte groep' zijn. Het had iets van rechts Nederland, dat dagelijks in praat- en opinieprogramma’s schreeuwen mag nooit gehoord te worden.
Ik ontmoette hem een jaar of zes geleden in Delft. Hij studeerde aan het Unesco Institute for Water Education, vertelde en gesticuleerde hij. Ik kreeg het maar half mee. Het gesprek raakte voor vijftig procent lost in translation en loste op in de alcohol.
Hij vond me leuk en wilde met me mee naar huis, wilde het ook wel in het voorraadhok van de kroeg doen, waarnaar hij mij meesleepte, tegengehouden door de barvrouw. Waarna we een taxi namen naar Den Haag.
We hadden dronken seks. Onze conversatie verkort tot ‘You – me – we’. Hij verbaasde zich over een hond in huis als huisdier. Maar kon ermee leven dat zij in huis aanwezig was. Al bleef hij in haar buurt wat angstig.
De volgende ochtend reed ik hem naar huis. Een appartementenblok voor Afrikaanse studenten. Hij vroeg me mee naar binnen in zijn kale kamer; een boekenkast, een bank, een stoel en een bed. En een CD-speler, waarop hij muziek opzette. Mij vroeg met hem te dansen. Muzikanten dansen niet, antwoordde ik in het Engels, maar hij trok mij van de bank.
Ik vroeg hem hoe het was om homo te zijn in Rwanda. Hij antwoordde dat er een jongen was ooit, met wie hij close was, onder de radar, maar dat was verleden tijd. Hij moest voorzichtig zijn.
Do you know who that is? vroeg hij, wijzend op een foto in de boekenkast. Ik zag een foto van twee donkere jonge mensen, geforceerd lachend in de camera. Een huwelijksfoto. Your parents?, gokte ik. Hij lachtte. No. That’s me and my wife. Ik herkende hem niet.
We hadden opnieuw seks, op de bank. Ik vertrok met enige spijt.
Om de paar weken kwamen we elkaar tegen. Vaak was hij opnieuw dronken als hij mij benaderde, via Whatsapp of sms. Regelmatig troffen we elkaar in zijn flat of bij mij thuis. Zorgvuldig hield hij mij verborgen voor zijn buren. Eén ontmoette ik. En ik wist dat ik mij uiterst discreet gedragen moest.
Hij vertelde over hoe zij ontmoedigd werden uit te gaan, maar onder toezicht op een ‘meet the Dutch’-avond geselecteerden uit onze samenleving ontmoetten. Een ex-GroenLinks-wethouder in Delft vertelde mij dat dat zulke leuke avonden waren. Het had zeker niets te maken met segregatie. Maar zijn verhaal klonk anders.
Na een jaar studeerde hij af en vertrok terug naar thuis, in Afrika.
Nu en dan hebben wij nog steeds contact. Kort meestal en zonder helder doel. Hij leeft met zijn vrouw en zijn kinderen en nodigt mij wel eens uit zijn land te bezoeken. Wat er niet van komen zal.
Dinsdag hoorde en zag ik op RTL Boulevard een verzorgd grijs-bebaarde blanke man in pak en stropdas, een advocaat van Spong Advocaten, zo bleek, temidden van een bovengemiddeld homoseksueel gezelschap, beweren dat homoseksuelen in Nederland ‘een onderdrukte groep’ zijn. (Het had iets van rechts Nederland, dat dagelijks in praat- en opinieprogramma’s schreeuwen mag nooit gehoord te worden.) Een groep onderdrukten, in dit geval, zuchtend onder de ongevoeligheden van Johan Derksen, die, in een voetbalpraatprogramma gewaagd had te beweren dat homo’s in Nederland niet moesten zeuren en gewoon uit de kast moesten komen. En daarop aangesproken bij zijn standpunt bleef dat homo’s in ons land zowel tegen een stootje als een grapje moeten kunnen. Ook als dat soms iets moeilijker is.
Ik gun Rwanda en heel Afrika, ik gun mijn verre vriend, een Johan Derksen. Maar dat ligt vast aan mij.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.