Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Inauguratie van Joe Biden ongekend? Die van Roosevelt in 1933 leek er wel op

  •  
20-01-2021
  •  
leestijd 8 minuten
  •  
97 keer bekeken
  •  
Franklin-delano-roosevelt-happy-birthday
Arthur Krock van de New York Times noteerde: 'De sfeer rond de verandering van regering in de Verenigde Staten leek op wat men zou kunnen aantreffen in een belegerde stad'
De beëdiging van Joe Biden tot president van de Verenigde Staten vindt niet plaats in feeststemming, Washington oogt als een bezette stad. Corona maakt de grote inauguratiebals onmogelijk. Dat is uniek, hoor je overal. Dat is nog nooit voorgekomen. Toch is één inauguratie, althans wat atmosfeer en dreiging betreft, vergelijkbaar met wat deze woensdag staat te gebeuren: die van Franklin Delano Roosevelt op zaterdag 5 maart 1933. Ook toen heerste er een sfeer van dreiging in de stad. Men wist niet of de nieuwe president de kracht zou hebben een ineenstorting van het land te voorkomen.
Het voelde hetzelfde als nu. Het zag er anders uit. In Washington waren 500.000 mensen op de been. 100.000 daarvan verdrongen zich voor het Capitool om de komst van de nieuwe en de oude leider af te wachten. Arthur Krock van de New York Times noteerde: “De sfeer rond de verandering van regering in de Verenigde Staten leek op wat men zou kunnen aantreffen in een belegerde stad”.
In november 1932 had de democraat Roosevelt een grote overwinning behaald op zijn Republikeinse tegenstrever Herbert Clark Hoover, met Trump en Jimmy Carter een van de weinige Amerikaanse presidenten die na hun eerste termijn niet herkozen werden.
Toch waren de verwachtingen hooggespannen toen hij vier jaar eerder – in maart 1929 – aantrad. Hoover stond bekend als geniaal organisator en filantroop. Hij had zijn sporen verdiend tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen hij de Amerikaanse voedselvoorziening op peil wist te houden. Daarna had hij zijn kundigheid aangewend om in Oost-Europa en de Sovjet-Unie hongersnoden van ongekende omvang te bestrijden. Na zijn terugkeer werd hij een actieve minister van Economische Zaken die veel betekende voor de ontwikkeling van radio en  luchtvaart.
Hoover was koud een half jaar president, toen de Verenigde Staten midscheeps werden getroffen door de economische depressie van 1929. De beurskoersen donderden in elkaar. Een golf van faillissementen rolde over het land. Daarna begonnen magere jaren vol economische krimp. De werkloosheid explodeerde. Boeren werden massaal van hun land verdreven omdat ze het door de dalende grondstoffenprijzen niet meer konden bolwerken. Later werd Hoover ervan beschuldigd dat hij alles maar op zijn beloop liet. Dat is niet waar. Zijn antwoord op de depressie was een soort America first- strategie. Om de industrie te beschermen verhoogde hij de invoerrechten. Daarop deden andere landen dat ook zodat de Amerikaanse export ernstig werd geschaad. In 1932 was bijna een kwart van de beroepsbevolking werkloos. Federale uitkeringen vond Hoover collectivisme. Wel riep hij een soort ontwikkelingsfonds in het leven om banken, verzekeringsmaatschappijen, spoorwegen en lokale besturen te ondersteunen. Op deze wijze hoopte Hoover de werkgelegenheid te bevorderen. Tegelijkertijd echter probeerde hij het tekort op de begroting te bestrijden door de belastingen te verhogen. Net als Trump had hij een hekel aan immigratie vanuit Mexico. Een miljoen Latino’s werden het land uitgezet.
Het werkte allemaal voor geen meter. Aan de rand van de steden ontstonden ellendige kampementen waar uit hun huis gezette werklozen onder dekzeilen en in houten schuurtjes bescherming zochten tegen de elementen. Dat waren de Hoovervilles. Hoover Leather was het karton in je schoenen vanwege de kapotte zolen, een Hoover blanket een stapeltje oude kranten bij wijze van deken. De president maakte het voor zichzelf allemaal erger met zijn uitspraak: ‘ Prosperity is just around the corner.’
Geen wonder dat Hoover geen enkele kans maakte op herverkiezing. Roosevelt beloofde directe actie al bleef voorlopig vaag welke. Men wist dat hij een politicus was uit een aristocratische, van oorsprong Nederlandse familie en dat hij in 1921 door polio was geveld. Ondanks het feit dat hij meestal afhankelijk was van een rolstoel, had Roosevelt zich opnieuw ingevochten. Als gouverneur van de staat New York had hij veel steun gegeven aan werklozen.
affiche-Hoover
In tegenstelling tot Trump accepteerde Hoover zijn verlies. Zijn staf werkte loyaal mee aan de machtsoverdracht. Ook ontving hij zijn opvolger meermaals om uitgebreid zaken van belang door te spreken. Het was niet gezellig. Hoover probeerde Roosevelt continu te overtuigen van zijn eigen grote gelijk.
Het meest acute probleem was een bankencrisis. Onder Hoover waren duizenden lokale en regionale banken op de fles gegaan. De spaarders stonden dan letterlijk voor een dichte deur. Na Roosevelts verkiezing werd duidelijk dat de grote banken in New York ook begonnen te wankelen. Op 2 maart 1933, vier dagen voor de inauguratie, werd de toestand acuut. De lezers van het communistische dagblad in New York, the Daily Worker, die van alle kranten de beste tips gaf voor de paardenrennen, konden zich verheugen op de nakende ondergang van het kapitalisme. De ene staat na de andere kondigde een bank holiday af. Dan gingen de banken voor alle klanten op slot in de hoop dat er een noodoplossing viel te bedenken. Op de dag van de inauguratie konden in 32 staten de spaarders niet meer bij hun geld.
Vandaar de grimmige sfeer in Washington.
Op de laatste ochtend van zijn presidentschap verkeerde Hoover in een grafstemming. Hij heette Roosevelt formeel welkom toen deze zich bij het Witte Huis meldde voor de autorit naar het Capitool waar de inauguratie plaatsvond. De hele dag zou Hoover naar de grond kijken. In de open limousine zat hij ineengedoken terwijl Roosevelt naar alle kanten glimlachte en steeds weer zijn hoed lichtte voor de rijen aan weerskanten van Pennsylvania Avenue. Hoover nam slechts een keer zijn hoed af. Het publiek zweeg en staarde. Je kon voelen hoe gedeprimeerd alles en iedereen in de stad was, noteerde Russell Owen van de New York Times. Die twee mannen in de limousine stonden symbool voor een overheid die het op moest nemen tegen subtiele en verraderlijke bedreigingen, tikte hij op zijn schrijfmachine.
De vlaggen op het Capitool hingen halfstok uit respect voor de pas overleden senator Walsh, die Roosevelt had bestemd voor het Ministerie van Justitie. De beide mannen klommen naar het bordes. Hoover stond rechts van zijn opvolger toen de voorzitter van het Hooggerechtshof Charles Evans Hugh de eed op de grondwet afnam. Roosevelt had de oude Nederlandse Statenbijbel van de familie meegenomen. Daarna nam de net beëdigde president het woord. Heel de wereld hoorde zijn stem, want die werd door 50 microfoons geregistreerd en door 180 radiostations uitgezonden. Zijn speech werd na de Gettysburgh Address van Abraham Lincoln, de beroemdste rede uit de hele Amerikaanse geschiedenis. Dat komt door deze alinea meteen al aan het begin
"So first of all let me assert my firm belief that the only thing we have to fear is fear itself, -nameless, unreasoning, unjustified terror which paralyses needed efforts to convert retreat into advance."
Daarmee had hij de sfeer perfect getypeerd. De nieuwe president ging verder:
"In every dark hour of our national life a leadership of frankness and vigor has met with that understanding and support of the people themselves which is essential to victory. I am convinced that you will again give that support to leadership in these critical days."
Daarna sloeg Roosevelt een aantal spijkers op de kop. Hij noemde de werklozen en de onderbetaalden. Hij had het over de valse leiding door geldwisselaars, die weggevlucht waren van hun tronen in de tempel der beschaving en hoe die tempel nu weer kon worden gewijd aan de waarheden van weleer. De vreugde en de morele stimulans van de arbeid waren volgens hem verre verheven boven de krankzinnige jacht op vluchtige winst. Vervolgens kondigde de president tussen neus en lippen door aan dat de federale overheid direct werk zou scheppen. De boeren beloofde hij effectieve en onmiddellijke hulp. Daarbij mochten woorden de actie niet in de weg staan. En om het hoofd te bieden aan de noodtoestand waarin het land verkeerde, vroeg hij extra volmachten aan het congres.
Roosevelts krachtige en zelfbewuste toon bracht een kentering teweeg in de stemming van het publiek. Eerst kreeg de president maar zwak applaus, allengs werd het krachtiger. De toespraak eindigde met een ovatie. Arthur Krock schreef: “Het was apart, hoe een massa mensen zo groot dat de plaatselijke politie de grootste moeite had hen in de hand te houden, vandaag toch naar Washington was gekomen, los van hun persoonlijke financiën. Maar het was geweldig en het gaf blijk van opmerkelijk enthousiasme met het oog op het feit dat duizenden niet wisten waar het geld vandaan moest komen voor de hotelrekening en de thuisreis”.
Na de inaugurele rede ging Hoover onopvallend weg. Men zag hem op het Pennsylvania Station de trein nemen naar New York, waar hij zich afzonderde in het Waldorf Astoria Hotel. De volgende dag kwam hij tevoorschijn en maakte een opgeluchte indruk. Hoover zou zijn grote tegenstander bijna 9 jaar overleven. Hij stierf in 1954, zijn reputatie nog steeds aan splinters.
De ochtend na de beëdiging begon Roosevelt met de redding van het financiële systeem. Hij sloot alle banken in de Verenigde Staten voor vier dagen en verbood de aankoop van goud en andere edelmetalen. Ook Wall Street moest even dicht. Pas tien dagen na zijn inauguratie mochten de banken weer open. Het vertrouwen van het publiek bleek hersteld. Op de beurs stegen de koersen. Het kapitalistische stelsel was gered.
In de maanden daarna trokken jonge intellectuelen massaal naar Washington om Roosevelt te helpen bij de uitvoering van zijn herstelbeleid dat inmiddels New Deal heette. Ze brachten een hele cultuuromslag te weeg. De New Deal bestond niet alleen uit grote infrastructurele werken zoals de Boulder Dam maar ook uit culturele programma’s: kunstschilders kregen opdrachten, theatervoorstellingen zagen het licht. Jonge afgestudeerden kregen de kans de laatste Amerikanen te interviewen die nog slaaf waren geweest.
In Amsterdam was de jonge historicus Jacques Presser opgebleven om de inaugurele rede van Roosevelt op zijn kortegolfradio te beluisteren. Hij was diep onder de indruk, schreef hij later, toen hij in de onderduik werkte aan zijn boek “Amerika, van Kolonie tot Wereldmacht”. Hij citeerde de dichter Langston Hughes uit Harlem
The pot was empty The cupboard was bare I said, Papa, What’s the matter here? I’m waiting on Roosevelt, son, Roosevelt, Roosevelt, Waitin’ on Roosevelt son.
We zullen zien of Joe Biden ook zo’n omslag teweeg weet te  brengen.
Voor het overige ben ik van mening dat de toeslagenaffaire niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen.
Naschrift: Roosevelt hield een waanzinnig brede coalitie van aanhangers bij elkaar: onder meer vakbondsleden, kleine ondernemers, joden en andere immigranten uit Oost-Europa, Ieren, Afro-Amerikanen en blanke racisten. Als het om de emancipatie van zwarte mensen ging, hield de president zich meestal op de vlakte terwijl zijn actieve vrouw Eleonore veel uitgesprokener was. Om te laten zien hoe virulent het alledaagse racisme was ook in de beschaafde, welopgevoede en vaak zeer geleerde kringen voor wie de New York Times geschreven werd, dit berichtje uit het zondagsblad van 5 maart 1933. Ik laat het maar onvertaald.
Negro hails the “New Deal”; Finds 20 Cents in Parade Wake
Special to the New York Times
WASHINGTON, March 4. The “new deal” arrived for one Mississippi negro today.
Wandering disconsolatedly up Pennsylvania Avenue in the middle of the street-car tracks – the only place he could find footroom –  the visitor from the sunny South, who had deserted his traditional Republicanism to follow Mr. Roosevelt’s fortunes, saw something glittering at his feet. He stopped painfully and there, like two cat’s eyes was a brace of shiny new dimes staring him in the face.
Hastily pocketing them he exclaimed:””Praise be Massa Roosevelt. De new deal has came!”
Al Jolson zingt Brother can you spare a dime , de hymne van de Amerikaanse werklozen in de jaren dertig
Happy days are here again uit 1930 werd het informele strijdlied van Roosevelts aanhangers
Ook Hollywood werd gegrepen door het nieuwe optimisme. Uit de musical  The Gold Diggers of 1933 het aangrijpende nummer Remember my forgotten man 
Maar ook: We’re in the money.  
 
Doe als Jacques Presser en beluister de inaugurele rede van Franklin Delano Roosevelt
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.