Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Is sprinkhaan de nieuwe biefstuk?

  •  
25-05-2013
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
61 keer bekeken
  •  
RTEmagicC_gezond_150_215.jpg
Elke dag een gezond weetje van Ivan Wolffers, vandaag over het eten van insecten
Europeanen eten 70 procent meer vlees dan goed voor ons is. Amerikanen weten er al helemaal raad mee. In een beetje restaurant in de VS, staat op de menukaart onder het kopje ‘steak’ de ‘ladies cut’ en de ‘gentlemans cut’. Stukken vlees waar een klein gezin samen twee dagen van kan eten. Het idee dat vlees zo’n belangrijk onderdeel voor onze voeding is valt er niet goed uit te krijgen. Waarschijnlijk komt de voorliefde voor een ‘lekker stuk vlees’ ook voort uit het principe dat vlees altijd duur was en dat het daarom feestelijk is om je gasten (en jezelf) een flink stuk vlees voor te schotelen.
Ik beken dat ik zelf vegetariër ben en daardoor waarschijnlijk ook een sterke mening over het onderwerp heb, – want ik ga vlees niet voor niets uit de weg – maar ik heb verder niets tegen vlees of mensen die het eten. Bovendien geloof ik dat je heus niet ongezonder wordt als je drie keer in de week een klein stukje vlees eet. Er zijn andere redenen voor het nadenken over onze vleesconsumptie. Intensieve veeteelt wordt een steeds grote probleem voor onze gezondheid, door ziektes die overgedragen worden van dier op mens, omdat we in een wereld met steeds meer mensen en dieren boven op elkaar wonen, door bacteriële resistentie omdat er antibiotica door het voer gaan om ziekten van de beesten te voorkomen, en door het gebrek aan ruimte voor de dieren waardoor ze veel te weinig bewegen en vooral verzadigde vetten produceren.
Daar komt nog de sociale factor bij: met een groeiende wereldbevolking is er steeds meer grond nodig voor landbouwproducten. Daardoor ontstaat er spanning tussen de belangen van de rijkere landen die land voor vleesproductie willen en de armere landen die steeds meer landbouwgrond voor de productie van energiestoffen en groenten nodig hebben. We weten dat over twintig jaar er nog maar weinig vlees zal worden gegeten en dat we nu al moeten nadenken over hoe we ons dan gaan voeden. Wat moeten we bijvoorbeeld met de eiwitbehoefte van mensen? We kunnen immers niet zonder eiwitten. Die hebben we nodig om ze af te breken in aminozuren en die vervolgens weer te gebruiken om daarmee onze eigen eiwitten op te bouwen.
Onder deskundigen is het al lang duidelijk. Er moeten alternatieve eiwitbronnen komen. De groei van sojaproducten is in dat licht een belangrijke ontwikkeling (van tahu en tempeh tot sojamelk en sojayoghurt). Maar we zullen ook momenteel weinig populaire bronnen van eiwit moeten gaan eten: insecten.
Dat is niet uniek en zeker niet nieuw. Op de markten van Thailand liggen gefrituurde kakkerlakken als lekkernij, en in de Filippijnen bakt men de insecten die zich ’s nachts tegen de lamp dood vliegen lekker op voor bij het ontbijt. Sprinkhanen, ook die kunnen goed gegeten worden. Er wordt al veel onderzoek gedaan naar de mogelijkheden. Zo zijn er receptenboeken ontwikkeld met sprinkhaanrecepten: wat dacht je van een pizza met sprinkhaan of sprinkhaan in chocolade gedompeld. Je kunt ook bananensprinkhaanbrood maken of sprinkhaantaartjes bakken.
Kijk vooral ook even op de website Cicadamania. Daar word je gewaarschuwd dat als je je hond sprinkhanen te eten geeft, hij kan stikken in die springpootjes. Ik moet straks voor mijn zaterdagse boodschappen naar de winkel. Zal ik daar over een paar jaar paté van regenwormen of torrensoep kunnen krijgen? Of hou ik me liever bij een bezoekje aan de toko waar ik sambal goreng tempeh of tahu taotjo kan kopen om mijn eiwit binnen te krijgen?
Volg Ivan Wolffers ook op Twitter Het vorige weetje: Koele jongens doen het goed
Het nieuwe boek van Ivan Wolffers is: Het gezonde lifestyleboek

Meer over:

opinie, leven
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.