Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Je moet de kerk in het midden houden

  •  
29-05-2018
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
140 keer bekeken
  •  
8658416032_44b01869f4_z

© cc-foto: Catholic Church England

Katholieke gedachten naar aanleiding van paus Franciscus en zijn tegenvoeters
Gods grondpersoneel van rooms-katholieken huize valt ruwweg gezien uiteen in drie delen: je hebt de herders die het erom te doen is te troosten en te vergeven. Zij weten dat de geest gewillig is en het vlees zwak. Ook begrijpen zij dat het niet om de letter van de wet gaat maar om wat uiteindelijk de bedoeling is. Alweer een halve eeuw geleden vertelde professor Presser ons tijdens zijn laatste collegereeks (over wat het betekent om een boek als Ondergang te schrijven) over een Limburgse pastoor die bezoek kreeg van de lokale verzetsgroep. Er was kans dat een NSB-er in het dorp ondergedoken joden zou verraden. Mochten zij hem preventief liquideren? De pastoor dacht na en zei toen: “Eigenlijk niet”. Dat was katholiek herderschap in optima forma. En als het niet waar is, is het goed verzonnen.
Dan heb je de estheten, de mannen die zich laten bedwelmen door het ritueel, het Gregoriaans, de schitterende gewaden en de rijk versierde kerken. Zij vallen voor de schoonheid van het geloof en de rijkdom van de traditie. Je zou ze bijna religieuze kunstenaars kunnen noemen. De zeer geleerde Antoine Bodar, kunsthistoricus, hoort thuis in deze categorie. Emeritus paus Benedictus ook, met zijn rode schoentjes. Mijn vader had een term voor zulke geestelijken: zije zeikers.
Tenslotte zijn er de scherpslijpers, de dreigers, de boetpredikers. In oude tijden organiseerden de Nederlandse parochies vastenmeditaties waarvoor gespecialiseerde kanselredenaars werden uitgenodigd. Sommigen van hen genoten sterrenstatus en de gelovigen stroomden naar die kansel vanwaar het hevigst tekeer werd gegaan. Over pater Borromeüs de Greve werd verteld dat hij eens in vervoering het grote houten kruis om zijn nek het middenpad in smeet. “Doe het maar”, bulderde hij, “Kom maar. Vertrap het dan! Dat kruis!”.
Bij huisbezoek van een priester toonde mijn vader zich altijd een karige gastheer. “Toen ze nog kind waren werden ze op een voetstuk gezet,” placht hij te zeggen, “maar hun broers en hun zusjes werden gewoon naar de fabriek getremd”. Hij had het niet zo op jongens met roeping. Anders was het als zich een missionaris meldde. Dan kwamen rookwaren en jenever te voorschijn. Voor hen had mijn vader respect. Bovendien vond hij ze normaal en realistisch. Je kon met hen een behoorlijk gesprek voeren en het waren niet van die vreselijke ouwehoeren. Tijdens de preek sliep mijn vader altijd de slaap der rechtvaardigen maar als er een missionaris als gast op de kansel stond, luisterde hij oplettend. Ik ook. Ze hadden altijd spannende verhalen.
Paus Franciscus behoort duidelijk tot de eerste categorie. Toen hij nog kardinaal was in Buenos Aires, bewoonde hij een klein appartement. Hij reisde per metro naar zijn bestemmingen. Op zondag ging hij naar het voetballen. Tijdens zijn openbare optreden is de paus opvallend kort van stof. Zeer uitgebreide hoogmissen zijn aan hem niet besteed. Een goede eredienst is volgens Franciscus kort maar krachtig. Als herder heeft hij een scherp oog voor lijden en onrecht waarover hij zich duidelijk uitspreekt. Hij presenteert zich als een man van de praktijk. Denk niet dat paus Franciscus een domme jongen is. Elke Jezuïet – en hij is een pater Jezuïet – moet kennis maken met twéé academische disciplines. Het zal niet meevallen hem in een theologisch dispuut omver te krijgen. De paus kan zijn critici binnen de kerk intellectueel aan. Hij kan rondjes om hen draaien tot ze verdwaasd neerzitten. Als hij wil.
Het is uitermate vervelend dat Franciscus nu belaagd wordt door de estheten en de boetpredikers. Althans een aantal onder hen. De verstandigen beseffen immers dat het huis des heren vele kamers kent. En dat ook voor hen – de ritualisten, de estheten en de boetpredikers – binnen de katholieke kerk een markt is. Of dat je veel gelovigen hebt die nu en dan behoefte hebben aan een herder, dan weer aan een iemand die een Gregoriaanse mis zuiver zingt en niet vals zoals de meeste priesters en vervolgens kan genieten van een stevig stuk hel en verdoemenis.
Om het nog moeilijker te maken: er zijn de nodige priesters die de bovengenoemde drie delen in zich verenigen. Dat is helemaal niet vreemd. Zoals God drie personen heeft, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest en toch één is, zo kom je in de katholieke kerk (en in landen die het geluk hebben katholiek te zijn) verschillende naturen tegen binnen een persoon of een verschijnsel. Dat is dan geen menging of zo. Het zijn twee naturen. Paus Johannes Paulus II was tegelijk herder en scherpslijper bijvoorbeeld. Lourdes is tegelijk bedrog en een plek waar je het bovennatuurlijke raakt. Wie daar geen gevoel voor heeft, kan beter christelijk gereformeerd worden. Of zich aansluiten bij een strenge moskee.
Hoe dan ook, kleine groepjes geestelijken morren tegen de herderlijke invalshoek van de paus omdat zij denken dat hij de traditie aantast. Daarmee hebben zij het mis. Franciscus wortelt net zo goed in de traditie als de estheten en de boetpredikers. En hij heeft door zijn nadruk op wat de gewone mens in zijn levenspraktijk nodig heeft, een matigende werking. Dat irriteert lieden die menen het allemaal zeer precies te weten. En zo richt dan een scherpslijper en een fanaticus zoals kardinaal Eijk grote schade aan. Datzelfde doet Antoine Bodar met zijn vileine opmerkingen. De gedachten gaan terug naar de dagen dat hij plebaan was van de Sint Jan in Den Bosch. Een plebaan is een soort pastoor. Het doet er nu even niet toe wat daar allemaal precies achter zit. Hoe dan ook, binnen een paar maanden had hij het koor en de andere betrokkenen bij de eredienst zo dodelijk beledigd dat men de gebruikelijke oplossing koos voor priesters die zich onmogelijk hebben gemaakt: naar Rome sturen om te studeren.
Waar maken de tegenstanders van paus Franciscus zich dan schuldig aan? Zij overdrijven. Een goed parochiepriester moedigt de geloofsijver van zijn kudde aan maar hij waarschuwt tegen overdrijving. Niet voor niets luidt het gezegde: je moet de kerk in het midden houden.
Naschrift: Ja, ik wéét het, ik wéét het. Er is te vaak een verband (geweest) tussen soutane en pedofilie. Door het celibaat komen katholieke geestelijken in een soort seksuele snelkookpan terecht vol verleidingen en daar hoort seksueel machtsmisbruik nadrukkelijk bij. Daarom moet het ook afgelopen zijn met het celibaat. Ook wordt het tijd dat het ambt wordt opengesteld voor vrouwen. Er staat n i e t s in de heilige schrift dat zoiets tegenhoudt. Dat celibaat is een middeleeuwse uitvinding om ervoor te zorgen dat kerken en kloosters geen overerfbaar familiebezit werden. En voor de rest niks. Ook heeft er bijna altijd een onheilig verbond bestaan tussen de kerk als organisatie en de machthebbers. Toch blijft het een lekker geloof als God wat voor je betekent. De katholieke kerk heeft veel gezichten. Ze is er ook verantwoordelijk voor dat Europa na de val van het Romeinse rijk niet in totale barbarij verviel door de intellectuele erfenis van de oudheid te bewaren. Ze is van de allergrootste betekenis geweest voor de kunst en cultuur. Haar priesters en geleerden hebben de universiteiten geschapen. En alle politieke ideologieën van het westen zijn terug te voeren op basisideeën uit het christendom.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.