Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

NRC doet aan moslimbashen

  •  
22-07-2014
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
50 keer bekeken
  •  
BNNVARA fallback image
NRC is het debat aan het framen en vormgeven: de discussie moet over het antisemitisme van moslims gaan, het enige toegestane meningsverschil is de mate waarin moslims antisemitisch zijn 
Frontaal op de voorpagina van het opiniekatern van de NRC stond dit weekeinde een stuk met de titel “Jodenhaat hoort bij de islam”. Drie pagina’s had de NRC er maar liefst voor uit getrokken. De opening van het artikel windt er geen doekjes om: “Het geweld van moslims tegen Joden is geen toeval, heeft niets te maken met Israël maar komt voort uit eeuwenlang zorgvuldig gekweekte Jodenhaat.”
Deze Jodenhaat, die dus inherent zou zijn aan de islam, wordt op verschillende momenten in het artikel met het antisemitisme van de nazi’s vergeleken:
Het simpele feit is dat de nazi’s jaloers zouden zijn op de wijze waarop zowel de staat als de moskee meerdere generaties van de bevolking met de meest virulente Jodenhaat hebben weten te indoctrineren.
Dat wil niet zeggen dat 40 procent van de moslims de Joden het liefst de gaskamer in zou sturen, maar dat wilden de meeste Duitsers in 1933 ook niet. De sharia zou dat overigens, het moet gezegd, ook niet toelaten. Toch leidt de acceptatie van een bepaald vijandbeeld tot steeds grotere excessen.
Ik vond het zelf nogal van slechte smaak getuigen om een dergelijk tendentieus en eenzijdig artikel te publiceren over “intimidatie, racisme en geweld van moslims tegen Joden”, nota bene op de tweede dag van de grondinvasie in Gaza, waar inmiddels meer dan 500 mensen zijn omgekomen, voornamelijk burgers en kinderen.
Het artikel is geschreven door David Suurland. De NRC vermeldt dat hij cum laude gepromoveerd is op een vergelijking tussen het nazisme, communisme en islamisme aan de Universiteit van Leiden en momenteel werkt aan de handelseditie van zijn proefschrift. Een zoekopdracht bij Google leert dat het de promovendus is van Afshin Ellian, die zelf niet bijzonder bekend staat om de consistentie van zijn argumenten en zijn academische integriteit, om het voorzichtig uit te drukken.
Ik stuurde een mailtje naar de opinieredactie van de NRC, met het aanbod om een repliek te schrijven op het artikel over islamitisch antisemitisme. Dit mede omdat ik net een eerste versie klaar heb van een hoofdstuk over de islamkritiek van mensen als Ayaan Hirsi Ali, Afshin Ellian, Paul Cliteur en Hans Jansen, dat schatplichtig is aan het Amerikaanse neoconservatisme, in het bijzonder het werk van de neoconservatieve islamdeskundige Bernard Lewis. Het proefschrift van Suurland vertoont alle kenmerken van deze traditie.
Ik kreeg maandag het volgende antwoord teruggestuurd:
U zou kort kunnen reageren op de inhoud van het stuk, als u andere lezingen heeft over de geschiedenis van de islam, het verschijnsel Dieudonné en de opiniepeilingen met hoge percentages negatieve oordelen over Joden onder moslims. Het zou moeten gaan over die feiten in het stuk. De politieke achtergrond van Hirsi Ali etc. is al heel vaak aan de orde geweest dat lijkt me op dit moment van secundair belang.
Inmiddels hebben we verscheidene reacties van Nederlandse hooggeleerde moslimspecialisten (niet Janssen of Ellian) (Witkam, Ellesman) die erkennen dat antisemitisme een ernstig probleem is onder hedendaagse moslims maar betwisten dat het al 1400 jaar bestond. Het Arabische antisemitisme stamt uit de 19e eeuw volgens hen.
Nu kan ik het wel hebben om door een redactie geweigerd te worden. Alleen het punt is hier dat de NRC duidelijk het debat aan het framen en vormgeven is: de discussie moet over het antisemitisme van moslims gaan, het enige toegestane meningsverschil is de mate waarin moslims antisemitisch zijn en waaraan dat dan zou kunnen liggen. In andere woorden, we mogen het niet over de achtergronden van moslimbashen hebben, enkel over de vraag waarom moslims toch zulke hatelijke mensen zijn.
Dat lijkt me nogal een eenzijdige benadering voor een kwaliteitskrant, zeker op het moment dat er honderden doden te betreuren zijn in Gaza en het Israëlische racisme richting Palestijnen groteske vormen aanneemt. Een minimaal idee van journalistieke balans vereist, zo lijkt me, dat ook deze gevaarlijke vormen van intolerantie besproken en veroordeeld worden. Des te meer omdat het niet bij woorden blijft.
Neem het Israëlische parlementslid Ayelet Shaked van de extreemrechtse partij het Joodse Huis, onderdeel van de regering van Netanyahu. Zij publiceerde twee weken geleden de volgende tekst op haar facebookprofiel, dat duizend keer gedeeld werd en vierduizend likes kreeg (Zie The Daily Beast ):
The Palestinian people has declared war on us, and we must respond with war. Not an operation, not a slow-moving one, not low-intensity, not controlled escalation, no destruction of terror infrastructure, no targeted killings. Enough with the oblique references. This is a war. Words have meanings. This is a war. It is not a war against terror, and not a war against extremists, and not even a war against the Palestinian Authority. These too are forms of avoiding reality. This is a war between two people. Who is the enemy? The Palestinian people. Why? Ask them, they started.
En dit:
Behind every terrorist stand dozens of men and women, without whom he could not engage in terrorism. […] They are all enemy combatants, and their blood shall be on all their heads. Now this also includes the mothers of the martyrs, who send them to hell with flowers and kisses. They should follow their sons, nothing would be more just. They should go, as should the physical homes in which they raised the snakes. Otherwise, more little snakes will be raised there.
Er zijn er die stellen dat dit de woordenboekdefinitie is van een oproep tot genocide. Vreemd genoeg horen we nooit een Nederlandse krant of journalist over het uit de hand lopende racisme in Israël.
Het antisemitisme van moslims Goed, laten we het daar vooral niet over hebben en even terugkeren naar het antisemitisme van moslims. Op verschillende punten in het artikel van David Suurland worden er drogredeneringen gemaakt waar Afshin Ellian trots op zou kunnen zijn. Ik wil niet ontkennen dat er sprake is van antisemitisme onder moslims. Dat is natuurlijk problematisch en moet bestreden worden. Maar dat dit niets te maken heeft met Israël is onzin, en dat dit inherent aan de islam zou zijn eveneens. Terwijl in naam van het Christendom Joden lange tijd werden vervolgd in Europa en verdreven, daar vonden ze een relatief veilige haven in het Ottomaanse Rijk.
Om zijn these te onderbouwen haalt David Suurland een grootschalige studie van het PEW instituut aan, waarin aan moslims is gevraagd hoe zij dachten over Joden. Daaruit blijkt dat minimaal 95 procent van de bevolking van Egypte, Libanon en Jordanië zeer negatief over Joden denkt. Maar omdat hen gevraagd wordt naar Joden en niet naar Israëliërs, concludeert David Suurland dat dit antisemitisme is wat niets met Israël te maken heeft. Dat is een knappe interpretatie, waar Afshin Ellian nog een puntje aan kan zuigen. Verder stelt David Suurland dat vele moslims die het woord zionisme in de mond nemen, eigenlijk Joden bedoelen:
Net zoals de nazi’s met de term ‘communisten’ vooral Joden op het oog hadden, en de communisten met de term ‘kapitalisten’ het ook over Joden hadden, zo hebben vele het met de term ‘zionisten’ ook over Joden.
Volgens David Suurland worden “alle Joden die het bestaansrecht van Israël erkennen” zionisten genoemd. En daarmee staat de term gelijk aan Joden als zodanig en is deze antisemitisch.
Belangrijk is dat er antizionistische en postzionistische Joden (en Israëliërs) bestaan die het zionisme bekritiseren, en dat daarom de term zionist niet simpelweg een ander woord voor Jood is, en daarmee niet inherent antisemitisch. Onder de term zionist wordt over het algemeen ook meer begrepen dan enkel Joden die de staat Israël erkennen, zoals Suurland stelt. Het is een zeer politiek beladen en omstreden begrip.
Volgens de Israëlische krant Haaretz is een Zionist een persoon die een voorstander is van de vestiging van een Joodse staat in het Land van Israël, een staat die het gehele Joodse volk toebehoort. Het probleem is natuurlijk dat de precieze afmetingen van het Land van Israël betwist zijn. Er zijn progressieve zionisten die de bezetting van Palestina en de nederzettingenpolitiek afwijzen, en er zijn rechtse zionisten die deze juist toejuichen als een manier om het Land van Israël te claimen. Het verschil tussen de twee groepen is dat de laatste in de regering zit.
Essentieel is ook het etnische karakter van de staat Israël in het zionisme, zijnde een Joodse staat, behorend tot het Joodse volk. Dit wordt door Joodse antizionisten (neem de bekroonde Joods-Amerikaanse journalist Max Blumenthal ) als een problematisch racistisch gegeven beschouwd. Zij zijn voorstanders van een staat zonder etnische grondslag, waar ook niet-Joodse Israëliërs gelijke rechten genieten. Daarbij is er nog het probleem dat het zionisme inmiddels geradicaliseerd is, en de bezetting van Palestina en bijbehorende nederzettingenpolitiek gelegitimeerd wordt vanuit het zionisme.
Een bescheiden gedachte om mee af te sluiten. Misschien ligt het probleem niet zozeer bij degenen die het zionisme veroordelen, als bij de extremisten die zich het zionisme toegeëigend hebben.
Dit artikel staat ook op TENK

Meer over:

opinie, media
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.