Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Ontwikkelingshulp? Kijk naar jezelf!

  •  
01-05-2012
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
BNNVARA fallback image
Ontwikkelingshulp moet geen kwestie van Buitenlandse Zaken zijn
Joop presenteerde in Rotterdam een avond over de toekomst van ontwikkelingshulp, samen met Arminius en Wereldpodium. Na een discussie over werken in ontwikkelingslanden was de slotsom dat we ook thuis vanuit Nederland kunnen bijdragen aan armoedebestrijding in de wereld. Wat komt daarbij kijken?
Willen we echt werken aan armoede in de wereld, dan moeten we ons daarnaar gaan gedragen. Niet alleen ver weg, maar vooral ook thuis in Nederland. Ons koopgedrag in Nederland, activiteiten van Nederlandse bedrijven en overheidsbeleid gericht op Nederland hebben een veel grotere invloed op armoede in ontwikkelingslanden dan de circa 4 miljard euro die Nederland jaarlijks aan ontwikkelingshulp besteed.
Wereldwijd wordt circa 100 miljard euro aan ontwikkelingshulp besteed. Maar het Tax Justice Netwerk becijfert dat ontwikkelingslanden een veelvoud hiervan mislopen door belastingbeleid van onder andere Nederland. Zo kunnen bedrijven met activiteiten in ontwikkelingslanden hun belastingverplichtingen daar ontwijken door een ‘hoofdkantoor’ in Nederland te vestigen.
Ook werken we ontwikkelingslanden tegen door de  manier waarop we handel voeren en handelsakkoorden sluiten. Zo moeten vanuit ontwikkelingslanden hoge importtarieven worden betaald bij export naar Europa. Ontwikkelingslanden worden tegengehouden in hun ontwikkeling doordat tarieven op bewerkte goederen hoger zijn dan op grondstoffen. Omgekeerd worden ontwikkelingslanden onder druk gezet om Europese bedrijven onbelemmerd toe te laten tot hun markten. En Europese boeren ontvangen nog steeds miljarden euro’s subsidie, waardoor hun producten goedkoper worden en zij oneerlijk concurreren met boeren in ontwikkelingslanden. En dit zijn maar een paar voorbeelden.
Vervolgens wordt door de Nederlandse wet, Nederlandse consumenten en Nederlandse bedrijven geaccepteerd dat producten tot stand komen met uitbuiting, mensenrechtenschendingen en andere schade aan ontwikkelingslanden. Denk aan chocolade die nog steeds vaak door Afrikaanse kindslaven wordt gemaakt, mobiele telefoons waarvan de kopers oorlogen in conflictgebieden blijken te financieren, andere huis-tuin-en-keukenproducten die met uitbuiting en mensenrechtenschendingen tot stand komen.
Veel bedrijven willen graag dat de situatie blijft zoals hij is, zodat ze bijvoorbeeld goedkoop grondstoffen en arbeid kunnen inkopen. In Den Haag, in Brussel en op andere plekken lobbyen ze voor deze belangen, met grote budgetten (bedrijven investeren bijvoorbeeld miljarden euro’s in de Brusselse lobbyindustrie), waardoor ze een grote invloed op wet- en regelgeving hebben.
Ik heb zelf een tijdje in Brussel een Europarlementariër geassisteerd. Ik schrok daar van het grote verschil tussen de reuzenlobby van bedrijven en de kabouterlobby’s van ontwikkelingsorganisaties en andere maatschappelijke organisaties. Ik ontmoette daar vertegenwoordigers van Nederlandse bedrijven, bijvoorbeeld een grote Nederlandse multinational die naar buiten toe werkte aan een groen imago maar achter de schermen lobbyde tegen betere regels voor milieubescherming en mensenrechten.
Gelukkig kent Nederland ook succesvolle organisaties die werken aan een eerlijkere wereld via bedrijven, consumenten en westers overheidsbeleid. Denk bijvoorbeeld aan Fairfood, het Initiatief Duurzame Handel, Nudge, GoedeWaar, de Eerlijke bankwijzer, Fairpolitics, Fairphone, het Tax Justice netwerk, waakhonden als SOMO, de Make Trade Fair campagne en gerelateerd onderzoek verspreid door OxfamNovib en Oxfam International, et cetera. Veranderingen worden aangejaagd op verschillende niveaus, en ook zij lobbyen voor veranderingen in de politiek, en bewustwording bij consumenten en bedrijven.
Later dit jaar vindt een grote duurzaamheidstop van de Verenigde Naties plaats: ‘Rio+20’. De ‘Groene Economie’ zal hier centraal staan: hoe zorgen we voor een economie met een positieve impact op de wereld, zowel ecologisch als sociaal? De toekomst van ontwikkelingssamenwerking moet verder gaan dan hulp. De nadruk moet veel meer komen te liggen op toewerken naar beleid, productie en consumptie die geen schade toebrengen aan ontwikkelingslanden. Meer verantwoorde keuzen door bedrijven, consumenten en burgers en ook betere wetgeving en afspraken (‘beleidscoherentie voor ontwikkeling’, in vakjargon). Weg van liefdadigheid naast schadelijke kernactiviteiten. Geen symptoombestrijding, maar problemen bij de wortel aanpakken.
Dit stuk bouwt voort op een eerdere bijdrage aan de discussie ‘Staat van de Hulp’ op OneWorld.nl

Meer over:

opinie, wereld
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.