Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Pensioendiefstal

  •  
30-10-2011
  •  
leestijd 10 minuten
  •  
134 keer bekeken
  •  
BNNVARA fallback image
Het zou niet meer dan logisch zijn dat pensioenfondsen de miljarden die men nu stopt in verliesgevende gokinstrumenten zouden gaan investeren in het MKB
Artikelen over financiële zaken zijn bij veel mensen niet populair. Zodra er cijfers en berekeningen aan te pas komen, dan haken lezers vaak af. Het valt daarom niet mee om over een onderwerp zoals pensioenen een verhaal te schrijven dat de nodige informatie bevat om goed onderbouwd duidelijk te maken waar het in feite over gaat. Toch is het van groot belang dat zoveel mogelijk mensen begrijpen hoe het met pensioenen zit. Want dat zou tot gevolg kunnen hebben, dat er meer interesse komt voor het onderwerp dan tot nu toe het geval is. En dat zou goed zijn voor een brede maatschappelijke discussie over pensioenen.
Wat de meeste mensen onder pensioen verstaan is de AOW. Deze voorziening is gebaseerd op het zogenaamde omslagstelsel. Dit betekent dat er geld wordt ingehouden op het loon van werkende Nederlanders en dat de op die manier verkregen middelen door de overheid direct tot uitkering worden gebracht aan alle mensen die de 65-jarige leeftijd zijn gepasseerd. Zolang er verhoudingsgewijs veel werkenden zijn ten opzichte van 65-plussers, is de uitkering van de AOW geen probleem. Maar als deze verhouding gaat verschuiven en er steeds meer 65-plussers komen ten opzichte van werkenden, dan wordt de pot krapper totdat er onvoldoende geld is om aan de behoefte te kunnen voldoen. Als dat het geval is dan kan de overheid de pot aanvullen met belastinggeld. Maar op een gegeven moment wordt er zoveel geld aan de belastingopbrengst onttrokken om de AOW volledig te kunnen blijven betalen, dat er een nieuwe kunstgreep nodig is. En dat is het verhogen van de AOW gerechtigde leeftijd. De verhitte discussie die in de afgelopen maanden is gevoerd ging hoofdzakelijk over dit onderwerp. AOW heeft dus niets te maken met pensioenfondsen en beleggingen. Het is gebaseerd op het solidariteitsbeginsel, dat jongeren voor ouderen zorgen. Zo heeft ‘vadertje’ Drees het in de vijftiger jaren van de vorige eeuw beschikt in een tijd dat de samenleving er nog anders uitzag en mensen gemiddeld niet zo oud werden. De geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog hielp mee om de AOW voor de ouderen lang zonder problemen op te kunnen brengen, omdat er vanaf de jaren zeventig ruimschoots meer werkenden dan gepensioneerden waren. Nu de geboortegolf zelf de 65 gaat passeren wordt de druk op de geldpot echter steeds groter en komt het onvermijdelijke moment dichterbij, dat de overheid de pensioengerechtigde leeftijd gaat verhogen. Deze maatregel hangt in belangrijke mate samen met de financiële positie van de overheid en met het aantal werkloze mensen. Gezien de slechte ontwikkeling van beide factoren, is het waarschijnlijk dat de pensioenleeftijd ver voor 2020 omhoog gaat.
De AOW was dus vanaf de aanvang een zaak van overheid en werkenden. Maar sinds kort gaat het belastingbetalers in het algemeen aan. Want nu er moet worden bijgespijkerd, omdat de geldpot niet toereikend is, moet er belastinggeld worden toegevoegd, dat –paradoxaal- ook door gepensioneerden moet worden betaald. Dus voor die mensen is de AOW in zekere zin een sigaar uit eigen doos.  Het is een doorgevoerd solidariteitsbeginsel waarbij de ‘rijkere’ ouderen bijdragen aan de AOW van de minder bedeelde ouderen.
Collectieve Pensioenen Heel anders ligt het met de collectieve pensioenen. Collectieve pensioenen lopen via bedrijfstakpensioenfondsen zoals het ABP, het PME en Zorg en Welzijn (PGGM). Naast de AOW premie wordt op uw inkomen pensioenpremie ingehouden. Het geld dat u hiervoor maandelijks via uw werkgever betaalt, vloeit in de kas van uw pensioenfonds. Hiermee bouwt u, anders dan bij de AOW, een persoonlijk pensioenrecht op. De pensioenpremie wordt voor een kleiner deel door uzelf betaald en voor een groter deel door de werkgever. De premies verschillen per bedrijfstak. Aan het ABP wordt 21% van het inkomen aan pensioenpremie afgedragen. In de detailhandel is dit ruim 16%. In het algemeen wordt over het eerste gedeelte van het inkomen – meestal zo’n 10.000 euro- geen premie betaald, dit heet franchise. Het totale bezit (vermogen) van de pensioenfondsen bedraagt ongeveer 750 miljard euro. Er zijn in Nederland ongeveer 7,4 miljoen huishoudens. Dit betekent, dat per huishouden een pensioenkapitaal van 100.000 euro beschikbaar is, als alle huishoudens (gezinnen) aangesloten zouden zijn op een pensioenfonds. Uit dit gigantische kapitaal worden de op de AOW aanvullende pensioenen betaald.
Toch is er sprake van een onderdekking. Dit betekent, dat het bezit onvoldoende is om aan alle verplichtingen voor de komende veertig jaar te kunnen voldoen. Hoe komt het dat men dat zo zeker weet, dat Gerard Riemen, directeur van de Pensioenfederatie bij Pauw en Witteman de noodklok heeft geluid over de pensioenen en kortingen tot 15% op de eerder gedane toezeggingen in het vooruitzicht heeft gesteld? Volgens Riemen komt dit vooral door het feit dat ‘wij’ langer leven dan werd voorzien en de druk op de fondsen daardoor steeds groter wordt. Wat hij niet zegt is, dat er sprake is van een rekenrente, waarmee de toekomstige verplichtingen contant worden gemaakt naar vandaag. Dit is een punt waarop velen zullen afhaken. En toch is het belangrijk om te begrijpen wat met deze abakadabra wordt bedoeld. Dus leest u alstublieft door. Als u uw kind hebt beloofd over exact een jaar 2.000 euro te schenken, hoeveel moet u dan nu op uw spaarrekening zetten om over een jaar dit bedrag tot uw beschikking te hebben? U moet, om hierop een antwoord te kunnen geven, weten hoeveel rente er op de spaarrekening wordt vergoed. Als dat 2% is, dan is het bedrag dat u nu moet inleggen 1.961 euro. Want 2% over 1.961 euro levert u 39 euro rente op en maakt dus dat u over een jaar 2.000 euro beschikbaar hebt. Precies hetzelfde principe wordt toegepast door de pensioenfondsen. Maar anders dan bij de spaarrekening in het voorbeeld, moeten pensioenfondsen rekenen met een fictief percentage waarmee hun vermogen groeit. Dit fictieve percentage heet rekenrente. Het is ontleend aan wat een ‘risicoloze’ investering op dit moment oplevert. En dat is nu 2,75%.
Als de pensioenfondsen het aan hen toevertrouwde geld uitsluitend zouden beleggen in ‘risicoloze’ investeringen, dan zou het volledig juist zijn om een rekenrente van 2,75% te hanteren. De werkelijkheid is, dat pensioenfondsen het aan hen toevertrouwde geld voor een belangrijk deel in aandelen, vastgoed en zelfs in derivaten (de financiële gokproducten bij uitstek) beleggen. Daardoor is het percentage dat zij verdienen op de investeringen aanzienlijk hoger dan de rekenrente. Het ABP bijvoorbeeld, verwierf in 2010 28 miljard op een totaal kapitaal van 271 miljard en dat is meer dan 10%. Maar hoe hoger de winst op beleggingen, hoe groter het risico. Welk risico? Dat bijvoorbeeld de aandelen in waarde zakken, omdat de beurs onderuit gaat. En dat heeft grote gevolgen. Het ABP heeft bijvoorbeeld aan aandelen 96 miljard van de totaal 271 miljard euro vermogen in bezit (35%). Voeg daar de vastgoed beleggingen, derivaten en risicovolle leningen (aan landen zoals Italië, Spanje, Portugal, Griekenland etc.) aan toe en de ontstellende conclusie, dat meer dan 200 miljard van de 271 min of meer risicovol is, kan worden getrokken. Uw aanvullende pensioen is dus zeer afhankelijk van de financiële markt in het algemeen en de beurs in het bijzonder. De paradox is dus, dat in werkelijkheid de pensioenfondsen veel meer verdienen dan de rekenrente, maar tegelijkertijd risico hebben genomen. En zo bekeken lijkt het niet onverstandig om met een lage rente te rekenen.
Pensioendiefstal De afhankelijkheid van de beurs heeft in de ‘gouden’ jaren vanaf 1980, de hoogtij van de vrije handel en het globalistische denken ook enorme voordelen opgeleverd. In de periode tussen 1980 en 2000 werd er dermate veel verdiend door de pensioenfondsen, dat de vermogens waarover men beschikte ruimschoots voldoende waren om aan alle verplichtingen voor de zeer lange termijn te kunnen voldoen. Tenminste, dat dacht men met de kennis van toen. Het was dan ook zeer verleidelijk voor de werkgevers, inclusief de grootste van Nederland, de overheid, om de bijdragen aan het fonds te verminderen. Er was immers toch genoeg. Jarenlang hebben vrijwel alle werkgevers daarom het werkgeversdeel van de pensioenpremies niet afgedragen aan de pensioenfondsen. Dit tot groot genoegen van de aandeelhouders, die profiteerden van de extra winst, die hierdoor werd geboekt. En de overheid van de lagere uitgaven, waardoor er geld beschikbaar kwam voor andere doeleinden. En hier bleef het niet bij. Veel werkgevers deden een greep in de pensioenpot. Zij onttrokken geld uit de kas van ‘hun’ pensioenfonds om deze middelen op een andere manier te besteden dan waarvoor ze waren bestemd. In Zembla van de VARA werd op 5 februari 2011 uit de doeken gedaan, dat in de regeringsperiode van minister president Ruud Lubbers en minister van financiën Onno Ruding 30 miljard gulden werd onttrokken aan de kas van het ABP. Ruding verklaarde op het waarom van deze handeling in Zembla, dat de reorganisatie van de overheid met deze middelen moest worden gefinancierd en dat de aardgasbaten niet meer toereikend waren om het daaruit te kunnen doen.  Zoiets heet gelegaliseerde diefstal! Het is vergelijkbaar met als u uw zoon die voor een scooter spaart belooft, dat u voor iedere euro die hij verdient met zijn bijbaan een euro bijlegt. U beheert voor uw zoon de kas. Uw zoon is een actieve jongen, die behoorlijk verdient met zijn werk. Zo goed zelfs dat er voordat de scooter volgens afspraak zal worden gekocht er al meer dan genoeg geld beschikbaar is. U besluit daarom eerst om uw bijdrage maar niet meer te doen, want er is toch wel genoeg! Vervolgens gebruikt u geld uit de scooter kas om uw energie naverrekeningsnota te betalen. 
Dit voorbeeld maakt hopelijk duidelijk hoe foutief het handelen van de overheid was. Het geld dat door de pensioenfondsen wordt beheerd is uw uitgestelde loon! Daar moet de werkgever van afblijven. En ook niet besluiten om zijn deel maar niet meer bij te dragen, omdat er toch wel genoeg is. In opdracht van Zembla werd uitgezocht dat, als alle premies normaal zouden zijn doorbetaald en er geen onttrekkingen zouden zijn gedaan uit de kas, dan was het totale vermogen van de pensioenfondsen meer dan het dubbele geweest van wat het nu is. En zou er geen sprake zijn van onderdekking en nood maatregelen. Sterker nog, de pensioenfondsen hadden het zich kunnen permitteren om in deze moeilijke periode over te schakelen op een beleid waarin risico’s zoveel mogelijk worden gemeden, omdat de groei van het vermogen lager zou behoeven te zijn. Want er was immers toch ruimschoots voldoende beschikbaar om aan alle verplichtingen voor minstens veertig jaar te kunnen voldoen.
De directe korting tot 15% op pensioenen is niet de enige konijn die de autoriteiten uit de hoge hoed hebben getoverd. Al jaren wordt er indirect gekort door van eindloonregeling over te stappen op middelloonregeling. Een pensioenuitkering over het eindloon houdt in, dat de basis voor de uitkering het laatst genoten salaris is. Vanzelfsprekend is dit een dure regeling, want de premies zijn in de veertig jaar waarin iemand zijn pensioen opbouwt betaald over  gemiddeld lagere lonen dan dat van het laatste van deze veertig jaar. Een pensioen over het gemiddelde loon of middelloonregeling is daarom beter op te brengen voor de pensioenfondsen dan een eindloonregeling. Maar toch, de kosten van levensonderhoud zijn voor gepensioneerden niet gebaseerd op het gemiddelde van de kosten over veertig jaar, omdat er sprake is van inflatie en er voor een euro minder kan worden gekocht dan twintig of veertig jaar geleden. En als het totale pensioenvermogen meer dan het dubbele zou zijn geweest dan wat het nu is, dan zouden de pensioenuitkeringen beter kunnen zijn dan nu het geval is.
In het licht van het bovenstaande is de uitspraak van Riemen bij Pauw en Witteman, dat we niet zo zwaar moeten tillen aan de lagere pensioenuitkeringen omdat het gaat om gemiddeld niet meer dan 500 euro per maand per huishouden en dat we per slot van rekening toch de AOW hebben, wel erg badinerend.
Het Zwitserleven gevoel is in elk geval niet weggelegd voor verreweg de meeste Nederlanders. Want om een echt goed pensioen te hebben moet een individuele pensioenverzekering worden afgesloten bij een verzekeringsbedrijf. En het spreekt vanzelf dat de premies voor het Zwitserleven gevoel niet kunnen worden opgebracht uit het gemiddelde salaris van mensen die al een groot deel hiervan moeten gebruiken voor het betalen van de hypotheek.
Pensioenen en de Nederlandse economie U bent de eigenaar van de pensioenen, het is uw uitgestelde inkomen. Toch hebt u geen invloed op wat er met uw pensioenvermogen wordt gedaan door de pensioenfondsen. Autoriteiten, niet door u benoemd, stippelen het  beleggingsbeleid uit. Dit beleid wijkt zonder twijfel af van wat heel veel pensioengerechtigden zouden willen wat met hun geld wordt gedaan. Het ABP bijvoorbeeld, had eind 2010 € 25 miljard belegd in derivaten, zoals renteswaps, credit default swaps en meer van dit type ingewikkelde financiële gokinstrumenten. Op de beleggingen in derivaten werd in 2010 een verlies gemaakt van € 3 miljard. En dan vraag ik me af waarom pensioenfondsen geen geld beleggen in de herstructurering van het Nederlandse midden- en kleinbedrijf omdat deze investeringen te riskant zouden zijn en te weinig opbrengen, terwijl er wel dergelijke kolossale bedragen worden gestopt in verliesgevende financiële gokinstrumenten.
Tegelijkertijd blijft de hoogst noodzakelijke vernieuwing van het midden- en kleinbedrijf achterwege. Er is onvoldoende geld en er wordt ook veel te weinig  geld beschikbaar gesteld door banken en investeerders aan ondernemers die met initiatieven op gebieden zoals voeding, gezondheidszorg en energievoorziening  kunnen en willen bijdragen aan die vernieuwing. Het MKB als de hoofdleverancier van werkgelegenheid en de initiator van economische vernieuwing wordt door geldproblemen steeds meer beperkt in zijn mogelijkheden. Het zou daarom niet meer dan logisch zijn dat pensioenfondsen de miljarden die men nu stopt in verliesgevende gokinstrumenten zouden gaan investeren in het MKB en dan in het bijzonder in ondernemingen en  ondernemers die daadwerkelijk bijdragen aan de structurele verbetering van de Nederlandse economie. Wordt het niet de hoogste tijd dat onze mening wordt gevraagd, bijvoorbeeld door middel van crowd sourcing?

Meer over:

opinie, economie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.