Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Plannen Onderwijsraad werken averechts

  •  
19-11-2018
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
teacher-1280966_640
Te veel geldverslindende en ondoordachte initiatieven die het onderwijs zouden verbeteren zijn al gesneuveld
Stel, je bent voorzitter van de Onderwijsraad. En je weet het ook niet meer. Dan kun je vreemde dingen gaan zeggen. Zo ook onlangs in het geval van mevrouw professor doctor Henriëtte Maassen van den Brink, tijdens de presentatie van het advies ‘Ruim baan voor leraren. Een nieuw perspectief op het leraarschap’. Tijdens haar pleidooi om de structuur van de lerarenopleidingen te veranderen, zette zij haar argumenten rondom het advies kracht bij door te vermelden dat je op deze manier “niet allemaal chagrijnige, zure leraren voor de klas hebt staan die denken: ik heb het wel gehad in mijn leven.” Ik was, eufemistisch gezegd, verbaasd over deze uitspraak. Het impliceert namelijk nogal wat. Mevrouw Maassen van den Brink maakt enkele denkfouten.
Uitleg Ten eerste lijkt zij er vanuit te gaan dat het nobele advies breed gedragen zal gaan worden door een hele (aanstaande) beroepsgroep om het lerarentekort nu definitief op te lossen, naast alle andere noodgedwongen ideeën die minister Arie Slob onlangs al initieerde. Maar is dat ook wel zo?
Het advies kwam nu nogal uit de lucht gevallen en vraagt om uitleg. Het voorstel is dat wanneer iemand kiest voor de lerarenopleiding, hier eerst een basisopleiding aan vooraf gaat, ongeacht welke richting, vak of niveau je als student prefereert. Vanuit dit gegeven kun je vervolgens een keuze gaan maken uit bepaalde clusters, zoals lesgeven aan leerlingen van 0 tot 8 jaar of van 8 tot 14 jaar. Vervolgens kun je ook nog kiezen uit een bèta-cluster, voor het geven van de vakken natuurkunde, wiskunde, scheikunde en biologie, uit een gamma-cluster met daarin aardrijkskunde, geschiedenis, economie en maatschappijleer en kun je je nog verder specialiseren voor het lesgeven aan de bovenbouw van het havo en vwo.
Om een plan te laten slagen, is het van het grootste belang dat er een groot draagvlak aanwezig is onder de daadwerkelijk uitvoerenden en dat er degelijke kaders moeten komen voor het opzetten van deze voorgestelde onderwijsrevolutie. Er zijn immers al te veel initiatieven gesneuveld die ervoor moesten gaan zorgen dat het onderwijs zou verbeteren en aantrekkelijker zou worden. Allen ondoordacht, voorzien van weinig empathie, geldverslindend en helaas met een negatief resultaat. Denk hierbij onder andere aan de invoering van het Studiehuis, de basisvorming, de Tweede Fase, het Lerarenregister, de maatschappelijke stage en de rekentoets. Ik vraag me af of voor het nieuwe advies voldoende veldwerk is verricht op de plekken waar dit zou moeten gebeuren: op scholen, door middel van gesprekken met leraren, leidinggevenden en studenten.
Ten tweede wekt ze geen vertrouwen en begrip op door de uitspraak over de heersende mentaliteit onder de ‘zure’ leraren van nu. Haar uitspraak is een ongegronde aanname en daarnaast denigrerend ten opzichte van de kwart miljoen mensen die momenteel lesgeven in ons land. Het lerarentekort is dan ook niet op te lossen door het in stand houden van negativiteit en pessimisme. Juist nú is er een positief geluid vanuit de politiek en het werkveld nodig, waardoor jonge mensen zullen gaan overwegen om te kiezen voor een lerarenopleiding. Betere reclame is er niet. Het is betreurenswaardig dat de voorzitster van de Onderwijsraad dit niet lijkt te begrijpen en door zo’n uitspraak juist een tegenwerking in gang kan zetten.
Niveaubewaking En ten derde vraag ik me af of de daadwerkelijke uitvoering van het advies een succes zal worden. Mevrouw Maassen van den Brink predikt dat door het kiezen van een bepaalde cluster, met daarin drie of vier verschillende vakken, het lesgeven aantrekkelijker zal worden. Ik durf dat te betwijfelen. Elke leraar weet dat het in de praktijk onrust oplevert wanneer er per lesuur geschakeld moet worden tussen klassen, niveaus, lokalen en dan ook nog eens tussen de diverse vakken. Daarnaast is er een enorme toename aan voorbereidingstijd nodig om als leraar alle te geven vakken per week onder controle te hebben. Waar halen we die tijd vandaan om deze toenemende werkdruk te reguleren? Ook zullen de zeer noodzakelijke en gewenste overlegmomenten per vaksectie tijd- en roostertechnisch gezien erbij in gaan schieten en zal de te verwachten diepgang wellicht gaan lijden onder de differentiatie van de te geven vakken. Dit kan onherroepelijk leiden tot het nationaal moeten bijstellen van de niveaubewaking.
Dit schrijvende hoop ik dat ik het met terugwerkende kracht alsnog bij het verkeerde eind zal hebben, wanneer de plannen in de toekomst zullen doorgaan en een succes blijken te zijn geweest bij de aanpak van het huidige lerarentekort. Tot die tijd hoop ik op veel wijsheid van de beleidsmakers en probeer ik ondertussen een betrokken leraar te blijven, die hoopt dat iemand mij erop zal wijzen wanneer ik zuur of chagrijnig dreig te gaan worden. In het belang van de leerlingen én mijn eigen (leraren)leven.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.