Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Rector Islamitische Universiteit schiet zich in eigen voet

  •  
24-10-2013
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
BNNVARA fallback image
Anti-Westerse en antidemocratische uitspraken zullen het islamitische onderwijs in Nederland alleen maar in diskrediet brengen
Ahmet Akgündüz, rector van de Islamitische Universiteit te Rotterdam, is terecht onder vuur komen te liggen door kwalijke uitspraken, die zijn positie als rector onhoudbaar lijken te maken en in elk geval het islamitisch onderwijs in Nederland in diskrediet brengen.
Vooral zijn recente en arrogant overkomende opmerkingen in een interview in de Nederlandse media, dat de demonstraties deze zomer bij het Turkse Gezipark het werk waren van ‘goddelozen’,’moskee-vijandige architecten’, ‘aanhangers van Assad die moslims doden’ en ‘mensen met een westerse levensstijl’ schoten velen in het verkeerde keelgat. Naast Nederlanders niet alleen medemoslims van de soefi georiënteerde Anatolische emancipatiebeweging van Felullah Gülen, maar ook minister Lodewijk Asscher, die in de Tweede Kamer zei stappen te zullen ondernemen, als de gewraakte uitspraken niet worden teruggenomen.
Westers? In de eerste plaats hadden de Gezi-protesten een meer mondiale dimensie, mede omdat daar het door het gandhiaanse, vandaag algemeen aanvaarde democratische, middel van geweldloosheid werd gehanteerd. Ze pasten in de Turkse rechtstaat, zoals ook door president Gül en de bekende Turkse schrijver, activist en islamgeleerde Fethullah Gülen naar voren is gebracht.
Opmerkelijk is dat Akgündüz niet alleen weinig op lijkt te hebben met de westerse democratie, maar voorts ook bij uitstek sektarisch opereert. Hij behoort tot de soenitische islam, waarmee op zich niets mis is. In Turkije is deze de staatsgodsdienst, waarbij de soenitische imams zelfs het twijfelachtige ‘voorrecht’ hebben betaald te worden door de overheid, twijfelachtig omdat dit tevens beheersing door de staat inhoudt. Iets wat ook decennia lang het geval was, – soms ook onderdrukking -, een beheersing, die de laatste tijd onder de AK-partij overigens veel minder het geval is.
Staatsgodsdienst impliceert tevens, dat andere godsdiensten, zoals de Armeense, de Syrisch-Orthodoxe, de Protestantse en de Grieks-Orthodoxe in meer of mindere mate worden gediscrimineerd. Wat velen niet weten is, dat dit ook geldt voor de islamitische (liberale) Alevieten, van wie kleine minderheden in Turkije me tijdens m’n recente onderzoek aldaar zeiden dat die het allereerst gelijkheid voor de wet zouden moeten krijgen. Hun gebedshuis heet niet moskee, maar cemevi. Deze politiek en economisch vrij invloedrijke stroming in Turkije, kreeg echter ook bij de recente door de (soennitische) premier Erdogan voorgestelde democratische vernieuwingen, – (ook richting de Koerden gelukkig, maar nog niet genoeg) -, helaas (nog steeds) geen gelijkberechtiging.
In dit licht is het van belang te melden dat vorige maand het startsein is gegeven voor de bouw van een gezamenlijk reusachtig gebedscomplex in een stad bij Ankara, waar een cemevi en een (soenitische) moskee geïntegreerd naast elkaar komen te staan. Dit ambitieuze project van verzoening is het initiatief  van genoemde Turkse schrijver en soefi-geleerde Fethullah Gülen en voorts van Izzettin Dogan, voorzitter van de alevietische stichting Cem. Het is door vele andere prominente leiders van de Alevieten toegejuicht als een eerste stap naar ‘vrede en hereniging’ van beide tradities.
Gezien wat er in Syrië gaande is, een bloedige burgeroorlog, waarvan nu bijna een ieder inziet hoezeer die een sektarisch karakter heeft, kan ik ook in de Turkse situatie dit niet anders zien dan als een zeer belangrijk initiatief. Rector Akgündüz spreekt daarentegen op zijn website in deze van ‘een merkwaardig project’, dat hij veroordeelt en wel omdat cemevi’s ‘niet geaccepteerd kunnen worden als gebedsruimtes’ en ‘dialoog met alevieten niet mogelijk is’,  iets wat hij onderbouwt met de stelling, dat soenisme en alevitisme ‘op essentiële punten’ zouden verschillen.
Een merkwaardige stelling voor een hoge functionaris van een universiteit, waar uitwisseling van gedachten een ‘conditio sine qua non’ lijkt en dialoog in het algemeen  juist plaats vindt tussen mensen die van elkaar van visie verschillen. De relatie tussen soennieten en alevieten is nog steeds wat gespannen. Van een universiteitsrector verwacht je geen versterking van sektarisme, maar veeleer initiatieven om die spanning te doen verminderen. Iets zoals dat het geval is met het genoemde moskee-cemevi-project, waarachter de op vrede en dialoog gerichte Fethulla Gülen het brein lijkt. Of deze rector kan worden gehandhaafd, is de vraag. Ik wens minister Asscher veel wijsheid in deze.

Meer over:

opinie, wereld
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.