Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Regie minister op aanpak lerarentekort ontbreekt

  •  
23-05-2018
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
5660873834_0a434d1b08_z
Na een dagje spitten tussen de Haagse documenten kan ik eerlijk gezegd tussen de beleidsmatige bomen het bos niet meer zien
Het stond ongetwijfeld al maanden in uw agenda: vandaag is het woensdag gehaktdag en vindt het jaarlijkse Verantwoordingsdebat plaats tussen Tweede Kamer en het kabinet. Een dag die één van de hoogtepunten moet vormen in het parlementaire jaar, omdat de regering verantwoording aflegt over de effectiviteit van behaalde (beleids)resultaten en de efficiëntie van het besteedde belastinggeld. Om hierover een scherp debat te kunnen voeren, is focus op een aantal specifieke onderwerpen nodig, zoals ‘de aantrekkelijkheid van het beroep van leraar’. Een onderwerp waarvoor het nog maar zeer de vraag is of het kabinet succesvol is, laat staan kan zijn met de manier waarop ze beleid hiervoor heeft georganiseerd.
Burgerpanel op Verantwoordingsdag Op 18 mei mochten honderd deskundige burgers zich tijdens de ‘ V100-Verantwoordingsdag ’ buigen over twaalf maatschappelijke thema’s. Dit burgerpanel, voor de tweede keer samengesteld, heeft zich een hele dag gebogen over begrotingen, jaarverslagen en beleidsdocumenten om vragen te bedenken die Kamerleden kunnen stellen in het Verantwoordingsdebat. Ik had de eer en het genoegen samen met een aantal andere onderwijsprofessionals uitgenodigd te zijn voor het thema ‘de aantrekkelijkheid van het beroep van leraar’. Een maatschappelijk belangrijk thema, zeker omdat alleen al in het primair onderwijs het lerarentekort snel oploopt. Dit lerarentekort is in 2022 maar liefst 4.100 voltijds leraren en schoolleiders. Dit tekort kan volgens de PO-Raad oplopen tot 11.000 voltijdsbanen in 2027. Gebrek aan leraren leidt tot gebrek aan onderwijskwaliteit – met alle gevolgen van dien voor mens en maatschappij.
Vaag beleid Het kabinet is dan ook terecht ambitieus als het om dit thema gaat en verwoordt haar algemene doelstelling als volgt: “De kwaliteit van het onderwijs wordt gewaarborgd door de beschikbaarheid van voldoende personeel van voldoende kwaliteit voor alle onderwijsdeelnemers.” En vervolgens wordt het vaag. Voor Kamerleden – en daarmee voor de samenleving – is het onduidelijk wat “voldoende personeel” exact inhoudt, laat staan wat de “voldoende kwaliteit” van dit onderwijspersoneel dan precies moet betekenen. Ondertussen gaat minister Slob wel flink aan de slag om deze doelstelling om te zetten naar resultaten en effecten. Daarvoor maakt hij gebruik van onder andere de ‘ Lerarenagenda 2013-2020 ’, het ‘ Plan van aanpak lerarentekort ’, het ‘ Bestuursakkoord 2014-2020 ’ voor het primair onderwijs, de ‘ Operatie Regels Ruimen ’, de nieuwe Wet op het beroep van leraar en het lerarenregister en nog meer beleids- en subsidiemaatregelen. Soms heeft de minister de leiding, een andere keer zijn dat schoolbesturen en hun sectorraden. Maar op andere momenten vraagt de minister juist aan leraren om zelf maatregelen te nemen en hun beroep verder te professionaliseren. Enkele gemeenten, vooral in de Randstad, bemoeien zich ook nog eens met het thema om de regionale arbeidsmarkt voor leraren positief te beïnvloeden. En zo ontstaat het beeld van een beleidsmatige ratjetoe. Na een dagje spitten tussen de Haagse documenten kan ik eerlijk gezegd tussen de beleidsmatige bomen het bos niet meer zien.
Gebrek aan regie Hoe kun je als minister doelgericht werken aan het aantrekkelijker maken van het beroep van leraar zonder centrale regie te voeren? Regie via een integraal en samenhangend beleidsplan in plaats van versnipperd beleid. Regie door meetbare doelstellingen en gestructureerde, navolgbare voortgangsrapportages. Maar ook regie door prioriteiten te stellen: als alles in de onderwijsbegroting belangrijk is, is niks belangrijk. Dus ook het aantrekkelijker maken van het beroep van leraar niet. En dan heb ik het nog niet eens over de financiële middelen die gepaard gaan met alle goedbedoelde plannen. Ik kan me niet voorstellen dat het efficiënt is om zoveel acties en geldpotjes naast elkaar uit te voeren. De kans op overlap tussen de genoemde beleidsstukken is alleen al theoretisch enorm.
man-3368474_1280
Chefsache en deltaplan Begin maart schreef ik in Trouw dat het tijd is om de aanpak van het lerarentekort tot ‘chefsache’ te verklaren. Ik pleitte ervoor om deze aanpak onder directe regie van premier Rutte te plaatsen. Rutte zou samen met Slob ‘gezamenlijk met de gehele onderwijssector tot een stevig en meerjarig deltaplan kunnen komen.’ Van die stelling van toen ben ik nu alleen maar meer overtuigd na een dagje Kamerwerk.
Aanpakken van het lerarentekort, positief geformuleerd het aantrekkelijker maken van het beroep van leraar, begint met een lange termijnvisie. Gevolgd door een coherent deltaplan met draagvlak bij zowel werkgevers als werknemers en voldoende financiële middelen om échte, meetbare resultaten te kunnen boeken. Een deltaplan met aandacht voor zowel de instroom en opleiding van nieuwe leraren, als de professionalisering en doorgroeimogelijkheden van zittende leraren als het voorkomen van uitval van deze leraren richting andere sectoren of vanwege ziekte. De sector snakt daarnaar, getuige de vele stakingen het afgelopen jaar in het primair onderwijs en de aanhoudende onrust in het primair onderwijs.
Op 24 mei voelt de vaste Kamercommissie voor Onderwijs minister Slob hierover stevig aan de tand. Ik hoop dat ze hem niet alleen goed bevragen, maar zo nodig ook in de vorm van een motie een concrete opdracht meegeven. Want nog langer doormodderen op deze manier kan ons land zich niet veroorloven.
Dave Ensberg-Kleijkers Voorzitter College van Bestuur van Stichting Biezonderwijs
Cc-foto: Atelier Pro , Pixabay

Meer over:

opinie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.