Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Rutte haalde in Zomergasten zijn eigen geloof onderuit

  •  
05-09-2016
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
230 keer bekeken
  •  
rutte
Wat de openheid van Rutte ons leerde, zonder dat hij het zelf doorhad
Mark Rutte hield zich tijdens Zomergasten keurig aan zo’n beetje alle ongeschreven volkswetten die in Nederland gelden. Een van die wetten luidt dat je verplicht bent je fouten openlijk te erkennen. Dus zei Rutte bijvoorbeeld dat hij de PvdA nooit een bedreiging voor het land had mogen noemen. Dat openlijk uitkomen voor het eigen falen is een belangrijk onderdeel van de calvinistische schuldbelijdeniscultuur. Doe het en je wordt meteen als geloofwaardig en betrouwbaar gezien.
Een andere regel die hij nakwam is dat hij zichzelf klein hield, dat hij met zijn kop onder het spreekwoordelijke maaiveld bleef. “Ik ben niet belangrijk. Dit gaat niet over mij,” klonk het als er weer eens naar een persoonlijke opvatting werd gevraagd. En het werk, ach dat was gewoon werk. Niks bijzonders. Nergens kwam de grandeur van de functie van premier ter sprake, het protocol, de positie. Toen Thomas Erdbrink hem in het nauw bracht met een vraag over de dubbele standaard die Nederland hanteert ten aanzien van oorlogsmisdaden, zei Rutte bij het zoeken naar een uitvlucht: “Dat ga ik morgen navragen. Ik heb op kantoor een collega die er veel van weet.”
Kantoor, collega, alsof hij op een verzekeringskantoor werkt.
Rutte probeert in zijn imago de afstand tussen hem en het volk zo klein mogelijk te maken, een beleid dat koning Willem-Alexander ook met succes toepast. Rutte had het zelfs over de elite, waar hij vervolgens op af gaf. Het gaat er bij zijn gehoor in als zoete koek, maar denk eens even na, als zelfs de premier geen deel uit maakt van de elite, wie dan in hemelsnaam wel? De elite, dat is het nieuwe spook, een elastisch begrip dat naar believen als zondebok uit de kast kan worden getrokken. Want met elite doelt Rutte duidelijk niet op de 1% allerrijksten, op de mensen die economisch de dienst uitmaken in Nederland.
En natuurlijk werd door Rutte voldaan aan het cliché van de Nederlandse zuinigheid. Hij is muziekliefhebber maar beluistert zijn favoriete klassieke muziek op oude, goedkope apparatuur “zo’n alles-in-één apparaat van 200 euro”. Hij eet het liefst in een toko in de Schilderswijk. Je vraagt je af of met zo’n bestedingspatroon de Balkenendenorm niet fors omlaag kan.
Hij maakte daarnaast grapjes, deed af en toe een knappe imitatie, liet zijn gepolijste optimisme van de buis stralen en toonde zich kwetsbaar. Kortom, hij gaf de kijker alles waar we in Nederland dol op zijn. Voeg daarbij dat hij geen irritatie-factor heeft, hij roept geen ergernis op, hoezeer ik het ook oneens ben met zijn politieke opvattingen. Tijdens het kijken realiseerde ik me dat als Balkenende op die stoel had gezeten het toestel al drie keer door het raam naar buiten was gevlogen.
Rutte heeft het er knap van af gebracht. Datzelfde geldt trouwens voor Thomas Erdbrink die bleef doorvragen over politiek, zonder dat het een aflevering van Den Haag Vandaag werd, en beleefd doch vasthoudend door bleef kloppen op de buitenkant van zijn gast, op zoek naar holtes achter het imago.
Aan de andere kant had Rutte weinig gedenkwaardigs te melden. Geen grote gedachten, geen verrassende inzichten. Natuurlijk was deze uitzending tot in de puntjes doordacht. Je merkte bijvoorbeeld dat hij zich had voorbereid om bij een clipje over de zwemmer Michael Phelps wat te vertellen over zijn persoonlijk leven en eenzaamheid. Niet in de zin van lonely at the top maar wegens het single zijn (“het laatste taboe”). Erdbrink brak dat terecht resoluut af, om er later in de uitzending op een veel relevanter moment op terug te komen.
Zo had Rutte ook het fragment van de demonstratie bij het Turkse consulaat geselecteerd om het verplichte nummer van afgeven op de multiculturele samenleving te agenderen. Hij kopieerde bijna één op één Ahmed Aboutaleb door te stellen dat de demonstranten die de NOS ploeg lastig vielen maar “op moeten pleuren” naar Turkije. Want in Nederland is de persvrijheid heilig. Erdbrink gaf terecht wat tegengas maar dat werd meteen door Rutte weggezet als cultuurrelativisme.
Ook hierin geldt een dubbele standaard. Rutte vindt dat met het intimideren van de NOS-journalisten een grens is overschreden en wenst de daders meteen het land uit. Dat lijkt principieel maar de praktijk is een tikkeltje anders.
Op 1 juni 2009 hield PVV-ideoloog Martin Bosma een speech in Rotterdam voor zijn aanhangers. Een van de aanwezigen vroeg de politicus hoe hun partij de NOS zou gaan aanpakken want daar waren steeds dezelfde ‘rode neuzen’ te zien. Bosma antwoordde:
‘Wat wij daaraan gaan doen, kijk, u zegt heel veel rode neuzen, helaas die kunnen wij vanuit Hilversum niet allemaal er afhakken. Hoewel ik het met heel veel plezier zou doen. Oh ik zie Clairy Polak daar liggen…nee, ik hou op. Geen fantasieën.’
Afhakken van neuzen. Er werd over gediscussieerd of het antisemitisch bedoeld was. Maar het was in ieder geval gericht tegen de persvrijheid. Rutte zei geen ‘pleurt op’ tegen de PVV maar haalde de partij binnen als regeringspartner voor zijn eerste kabinet. De PVV stelde vervolgens een lijstje op met journalisten die ontslagen moesten worden in Hilversum. Rutte zei wederom niet pleurt op. Hij wil zelfs nu nog niet uitsluiten dat hij weer met de PVV in zee gaat. Dat laatste is tactisch gezien vast een slimme uitspraak maar het laat ook wel zien hoe opportunistisch de premier is. Hij haalt uit naar een klein groepje Turkse-Nederlanders die zowel in getal als invloed amper iets voorstellen. De veel grotere groep Nederlanders die er net zo’n houding op na houden als het gaat om persvrijheid durft hij op geen enkele manier terecht te wijzen.
Opvallend was hoe de avond leunde op linkse fragmenten. Hij toonde een documentaire van Hella de Jonge, de steunpilaar van Freek, hij liet Neil Kinnock zien en hoe die halverwege de jaren tachtig in Labour afrekende met de trotskisten binnen de partij, hij koos voor een fragment met de socialistische president Mitterand. Hij liet de VARA-dramaserie Den Uyl en de Lockheed-affaire zien.
De enige rechtse rakker die aan bod kwam was Frits Bolkestein die op het Leidseplein een demonstratie tegen de cultuurbezuinigingen van het eerste kabinet Rutte uitsprak. Nergens een Thatcher of Reagan.
Als populair muziekfragment koos hij voorspelbaar een fragment van De Toppers maar dan wel het liedje ’15 miljoen mensen’. In rechtse kringen wordt het verafschuwd omdat het zo politiek correct is.
Er viel nog iets op. Rutte is een zelfverklaard liberaal, in de zin dat hij vindt dat een individu zijn eigen lot in handen heeft. Je bent zelf overal verantwoordelijk voor. Voor jongeren die vanwege hun etnische afkomst gediscrimineerd worden kan hij niks doen, die moeten zich maar ‘invechten’. Dat is een houding die je je alleen kunt veroorloven als je uit een geprivilegieerde omgeving komt waar alle kansen aanwezig zijn. Rutte wil niet erkennen dat het de omstandigheden zijn die je leven bepalen en dat het onder meer de taak van de overheid is om die voor iedereen zo gunstig mogelijk te maken.
Toch bleek tijdens de uitzending dat hij zelf als het er op aan komt de omstandigheden de schuld geeft. Erdbrink vroeg hem wat eigenlijk iemands politieke voorkeur bepaalt: opvoeding of eigen keuze. Rutte vertelde dat hij uit een rechts gezin kwam, dat zijn politieke opvattingen hem met de paplepel ingegoten waren. “Later ben ik me gaan verdiepen in het liberalisme en zag dat het ook echt goede ideeën zijn.” Zoals hij ook religieus is omdat hij zo werd opgevoed, wat overigens voor praktisch alle gelovigen geldt. Omstandigheden, geen keuzes.
Het tweede betrof zijn liefdesleven. De premier vertelde dat hij sinds zijn studententijd geen relatie meer had gehad en nog nooit met een vrouw heeft samengewoond. “Zo loopt het soms in het leven.” Het is zijn goed recht om alleen te willen leven maar om dat aan de omstandigheden te wijten is wereldvreemd. Alsof het wel of niet aangaan van een relatie geen eigen bewuste keuze is.
De single status van Rutte en de vraag of daar ooit verandering in komt, zal de komende maanden vast onderwerp van gesprek zijn op verjaardagen. Wellicht is dit een verklaring: via een paar kiertjes in het gesprek werd duidelijk hoezeer Rutte hecht aan routines en tradities (ieder jaar op wintersport met dezelfde vrienden, steeds eten in hetzelfde restaurant). Als je een relatie aangaat moet je op die routines inleveren. Het zou zo maar een obstakel kunnen zijn voor de premier.
Maar misschien heeft hij gelijk en is hij gewoon nooit iemand tegengekomen. Dan zijn het dus de omstandigheden en is het geen eigen keuze. En dat op een van de belangrijkste onderdelen van je leven. Dan moet je ook niet afgeven op mensen die verwijzen naar de omstandigheden die hen tegenwerken bij het vooruitkomen in de maatschappij en dan moet je die obstakels niet bagatelliseren. Het is de taak van de politiek ze weg te nemen.
Er valt natuurlijk nog van alles op te merken op de uitzending en het optreden. Hoe gemakkelijk hij met de feiten schuift bijvoorbeeld. Of hoe bedenkelijk het is dat de VPRO hem aan het begin van een verkiezingscampagne zo’n podium geeft. Maar aan de andere kant is het ook bijzonder om een premier zo ontspannen ondervraagd te zien worden over zo’n waaier aan onderwerpen. Er zijn maar weinig landen ter wereld waar dat kan. Het staat voor een manier van denken en leven die Rutte zelf bij uitstek verpersoonlijkt. Het is trouwens ook een geschenk om drie uur lang naar zo’n gesprek te kunnen kijken zonder dat het onderbroken wordt door reclame. Met commercieel denken lukt je dat niet.
Na de uitzending vroeg ik me af wie ik in zijn plaats eigenlijk liever als premier zou zien. Het duurde lang voordat ik de slaap kon vatten.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.