Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Seksisme is racisme! Of toch niet?

  •  
08-03-2015
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
202 keer bekeken
  •  
RTEmagicC_oer.jpg
Evolutionaire psychologie haalt bezem door fundamenten feminisme
Niet de doelstellingen en dagelijkse praktijken van de vrouwenemancipatie maar wel de theoretische vooronderstellingen en wetenschappelijke uitgangspunten van het feminisme zijn aan een grondige herziening toe. In het nature/nurture debat, is de beweging voor gelijkberechtiging van beide seksen steeds uitgegaan van de vrijwel volledige maakbaarheid van mens en maatschappij. Alleen al door het uitblijven van de gehoopte veranderingen zouden alarmbellen moeten gaan rinkelen, maar meer nog dan dat heeft de moderne evolutionaire psychologie aangetoond dat een eenzijdige nurture opvatting onhoudbaar is. Tijd voor een herbezinning.
Aangeboren verschillen tussen seksen Verschillen tussen mannen en vrouwen hebben weinig te maken met een vermeende taakverdeling uit de prehistorie: de man met de dikke spierballen op jacht naar mammoeten en de vrouw in de grot die voor de kinderen zorgt en het eten kookt. De evolutionaire psychologie brengt die in essentie terug tot verschillen in voortplantingsstrategieën tussen de geslachten. Ook soorten kiezen voor verschillende strategieën. Een spin bijvoorbeeld produceert duizend eitjes maar besteedt amper aandacht aan broedzorg. Dat er 990 van de duizend het loodje leggen, is geen probleem. Tien worden er volwassen en daarmee hebben de genen van de spin een geslaagde stap naar de volgende generatie gemaakt. Reuzen zoals de blauwe vinvis doen het heel anders. Deze goedaardige giganten krijgen eens in de vijf of zes jaar een kalf dat ook nog eens op zeer late leeftijd geslachtsrijp is.  Vrijwel elk jong wordt echter ook volwassen. Evolutionair zijn de spin en de walvis dus beide succesvol, zij het op verschillende manieren. Vrouwen zijn walvissen, mannen spinnen. De vrouw kiest door haar beperkte reproductieve vermogen voor kwaliteit terwijl de man het zich kan veroorloven voor kwantiteit te gaan. 
Een volgende factor volgens de evolutionaire psychologie is het feit dat de mens geen monogame soort is. Kijken we naar het dierenrijk dan zien we bijvoorbeeld de zeeolifant waar een mannetje een harem tot wel vijftig wijfjes heeft. Dit leidt tot extreme verschillen in lichaamsbouw tussen mannetjes en vrouwtjes. Een mannetje zeeolifant is vier tot acht keer groter dan het wijfje. Dit wordt verklaarbaar wanneer we bedenken dat er evenveel mannetjes als vrouwtjes geboren worden en wanneer er één mannetje vijftig vrouwtjes monopoliseert er negenenveertig mannetjes rondlopen die zich dolgraag willen voortplanten maar daar door dat ene mannetje van weerhouden worden. Het gevolg laat zich raden. De koning moet vrijwel dagelijks zijn positie verdedigen tegen één van zijn negenenveertig rivalen. Alleen de grootste, agressiefste en sterkste exemplaren zijn hiertoe in staat, en geven deze mentale en fysieke kenmerken door aan hun mannelijke nageslacht. Bij echt monogame soorten – denk aan de zwaan of kraai – is het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes voor een leek amper te zien. De mens zit op de schaal tussen kraai en zeeolifant ergens op een middenpositie, iets meer neigend naar de kraai dan naar de zeeolifant. Dus ook de man moet strijden om voortplantingskansen. Kijken we naar de statistieken van geweld, agressie en misdaden, dan blijkt het mannelijke geslacht die ranglijst onbetwist aan te voeren.
De gevechten tussen mannetjes is een voorbeeld van intraseksuele selectie. Wie zich voortplant wordt binnen één geslacht, de mannen, bepaald. Daarnaast bestaat ook interseksuele selectie, waarbij beide geslachten in het keuzeproces betrokken zijn. Denk aan de pauw. De mannetjes sloven zich uit met hun verenpracht, maar de finale keuze wordt door de wijfjes gemaakt. Mensen kennen beide vormen van seksuele selectie. Mannen die de strijd winnen (oorlog, commercie, sport, kunst, politiek, jacht, bezit, positie) hebben meer keuze dan de verliezers. Maar ook vrouwen zijn in het keuzeproces betrokken. Wel zien we hierbij dat mannen en vrouwen duidelijk verschillende criteria hanteren. Voor de man zijn uiterlijke kenmerken van gezondheid en vruchtbaarheid belangrijk, terwijl vrouwen vooral kiezen op basis van status en sociale positie; een man dus die kan garanderen ook op langere termijn voldoende middelen in haar en haar kinderen te kunnen investeren.
Uit bovenstaande analyse over polygamie volgt dat veel minder mannen dan vrouwen zich voortplanten. Bewijs hiervoor is dat het DNA in via de moeder doorgegeven mitochondrieën een veel groter variëteit laat zien dan het DNA in het van de vader geërfde Y-chromosoom, Meer vrouwen dan mannen planten zich voort. Polygamie dwingt mannen voor extreme strategieën te kiezen; alleen de winnende zeeolifant stier krijgt nageslacht. Nummer twee of nummer vijftig in de ranglijst zijn,  doet er niet toe; het sluit je uit van voortplanting. Mannen moeten daarom wel voor Alles of Niets gaan een extreme strategie kiezen. Het gemiddelde IQ van mannen en vrouwen is 100. Maar er zijn veel meer mannelijke zwakbegaafden, autisten, dyslectici, drop-outs en jongens met gedragsproblemen dan vrouwelijke. Maar aan de andere kant van het spectrum zien we ook meer mannelijke hoogbegaafden. Het feit dat er minder vrouwelijke hoogleraren en Nobelprijswinnaars zijn mag dus niet uitsluitend aan de onvoltooide emancipatie worden toegeschreven…
En wat moeten we hier allemaal mee? Is dit een pleidooi om traditionele rolpatronen dan maar te handhaven? Zeker niet! De mens is naast een instinctmatig organisme ook een wezen met rationaliteit en wilskracht. De evolutie maakt dat ik zoet en vet eten lekker vind, maar ik kan op basis van rationele overwegingen en wilskracht besluiten mezelf hierin te matigen. De evolutie bepaalt hoe we in elkaar steken, in een maatschappelijke discussie bepalen we wat goed en slecht is, welke ethische normen we hanteren en welke waarden en doelen we nastrevenswaardig vinden.
Verder is  er altijd sprake van twee normaalverdelingen die elkaar voor een flink deel overlappen. Mannen zijn fysiek sterker dan vrouwen; maar er zijn weinig mannen die net zoals de Olympische kampioenes gewichtheffen 140 kg boven hun hoofd tillen. Individuele keuzes en keuzes over individuen, zullen altijd op individuele eigenschappen gebaseerd moeten zijn, maar de genoemde verschillen betekenen wel dat wanneer ik honderd sterke mensen zoek, ik uiteindelijk,  statistisch gezien, meer mannen dan vrouwen zal vinden. Betekent het dat vrouwen niet in (top-)managementposities thuishoren? Onzin! De bankencrisis is gegroeid uit mannelijk testosteron. Combineer dit met een (bonus)systeem dat risico en najagen van status extreem beloont, kwantiteit boven kwaliteit prefereert, korte termijn gewin in plaats van lange termijn duurzaamheid aanmoedigt en monomane focus op één doel voorschrijft –  bij uitstek allemaal mannelijke kenmerken – dan laten de resultaten zich raden. Meer vrouwelijke management had dit misschien kunnen voorkomen. 
Seksisme is racisme! Of toch niet? Verschillen tussen de seksen zijn van een geheel andere orde dan (vermeende) verschillen tussen rassen. Waarom is racisme fundamenteel iets anders dan seksisme (in de zin van het onderschrijven van biologische, onveranderlijke verschillen tussen de geslachten)? Het antwoord heeft te maken met twee totaal verschillende tijdschalen.
Landbouw, steden, gespecialiseerde arbeidsverdeling, formeel bestuur en meer geavanceerde techniek zijn slechts 8.000 tot 10.000 jaar oud, en ontstonden met de opkomst van de sedentaire leefwijze in de Vruchtbare Halve Maan. Het overgrote deel van de menselijke evolutie – ongeveer vier miljoen jaar – zijn we jagers/verzamelaars geweest. Dit geldt voor zowel Afrikanen, Aziaten, Indianen, Aboriginals als Europeanen. De tijd dat verschillen in levensomstandigheden structurele verschillen in mensenrassen hebben kunnen vormen, zijn simpelweg te klein. De genetische verschillen tussen verschillende leeuwenpopulaties in Afrika zijn groter dan de genetische verschillen tussen mensenrassen. Racistische ideeën missen elke wetenschappelijke grond.
Daar tegenover staat dat verschillen in levensomstandigheden tussen de twee seksen zo oud zijn  als de mens zelf en zelfs nog verder terug gaan naar onze aapachtige voorouders. De seksuele omgeving van de man is wezenlijk anders dan die van de vrouw; de man heeft te maken met een vorm van competitie met seksegenoten en kiezende leden van het andere geslacht; omstandigheden die voor de vrouw fundamenteel anders zijn. Geslachten, net als soorten, passen zich aan hun omgeving aan en omdat die omstandigheden zo radicaal anders zijn mag verwacht worden dat de aanpassing ook anders zullen zijn. Basale evolutionaire logica. Erkenning van biologische verschillen tussen mannen en vrouwen betekent niet dat de poorten naar racisme worden opengezet.
Ideologie en wetenschap Het feminisme heeft zich in het verleden nadrukkelijk verbonden met de Nurture visie; verschillen tussen mannen en vrouwen zouden zijn terug te voeren op socialisatie, opvoeding, cultuur en representaties van de geslachten in de media en het onderwijs. Opmerkelijke uitzonderingen worden in dit kader gemaakt voor homoseksuelen en transgenders. Dat hun geaardheid aangeboren is en zich hardnekkig verzet tegen socialisatie en andere omgevingsdruk, wordt zonder problemen erkend.
Helaas is soms te snel gekozen voor ideologische in plaats van wetenschappelijk gefundeerde standpunten. Hierdoor boet de vrouwenbeweging aan geloofwaardigheid in. En dat is jammer en ook niet nodig. Geslachtsverschillen ontstaan echt niet door roze en blauwe wiegjes, door fronsende wenkbrauwen wanneer Jantje met een pop wil spelen of Mariëtte liever op voetbal dan balletles wil. Evenmin bepalen subtiele signalen als een kusje op de knie van het meisje en de vermaning flink te zijn voor de jongen, of de onrealistisch gevormde Barbiepoppen in de winkel wezenlijk het verschil tussen mannen en vrouwen.
Uiteraard hebben dergelijke gebeurtenissen invloed, maar die wegen echt niet op tegen wat Moeder Natuur voor  ons georganiseerd heeft. Het wordt tijd dat dit gewoon erkend wordt. Vrouwenemancipatie is te belangrijk om op verkeerde premissen gebaseerd te zijn. Bovendien zal de praktische agenda door deze radicaal andere uitgangspunten amper veranderen. Gelijke kansen voor iedereen, gelijke beloning voor gelijk werk, kinderopvang en het tegengaan van discriminatie zullen nog net zo broodnodig zijn als ze dat altijd geweest zijn…
Henk Verhoeven schreef ‘Oerganisatie – De evolutie van samenwerking, van molecuul tot multinational’

Meer over:

opinie, leven
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.