Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Sociaal zijn voor studenten? Dan geen leenstelsel, maar een basisbeurs

  •  
11-01-2012
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
97 keer bekeken
  •  
BNNVARA fallback image
Hoe vaak je ook het etiket ‘sociaal’ erop probeert te plakken, de lasten en risico’s bij de student neerleggen via een leenstelsel is dat niet
Op 2 januari verscheen er in de Volkskrant een stuk van Nikie van Thiel, voorzitter van de Jonge Democraten, waarin zij pleitte voor het afschaffen van de basisbeurs. Nadat ik daar in de Volkskrant van 9 januari op reageerde, wezen mensen mij erop dat Van Thiel zo hoffelijk was geweest hier weer een antwoord op te geven. Zodoende van mij ook weer een bijdrage aan dit debat. Iets uitgebreider dan de vorige keer, aangezien het ditmaal niet in de krant hoeft.
Steun juist de doorzetters Op mijn argument dat de basisbeurs momenteel vooral kan voorzien in de behoeften van mensen uit minder rijke families, werpt Van Thiel tegen dat ‘maar weinig van deze jongeren’ daadwerkelijk gaan studeren. Deze uitspraak valt te betwisten; er zijn de afgelopen jaren steeds meer mensen zijn gaan studeren, naar ik verwacht met minder rijke achtergrond. Ook persoonlijk ken ik genoeg studenten die zeker niet de zoon of dochter van de spreekwoordelijke advocaat of chirurg zijn. Maar de tegenwerping van Van Thiel snijdt bovenal geen hout omdat het afschaffen van de basisbeurs het alleen maar moeilijker zal maken voor deze mensen om te gaan studeren. Van Thiel merkt terecht op dat de doorstroom van VMBO via HAVO of MBO naar HBO en WO lastig is. Onder de afgelopen kabinetten is deze route alleen maar lastiger geworden. Maar het afschaffen van de resterende geringe financiële zekerheid wordt nog een extra horde. Zeker wanneer dit wordt gecombineerd met verdwijnen van reisrecht en een duurdere tweede studie. De basisbeurs afschaffen is niet echt de manier om de mensen die wél de moeite doen om zich vanuit een krap inkomen of laag opleidingsniveau omhoog te worstelen te motiveren.
De overheid is geen Leen van Frisia De tweede tegenwerping van Van Thiel is dat de uiteindelijke schuld wel meevalt. Op basis van de grove €3.000 per jaar die een student zou moeten lenen om zijn beurs volledig te compenseren, komt Van Thiel uiteindelijk op een maandbedrag van €32 over een volledige loopbaan. Ook dit is geen sterk tegenargument.
Ten eerste was de €3.000 per jaar een minimaal bedrag, ervan uitgaande dat de student alleen zijn basisbeurs van €250 vervangt. Wanneer een student volledig uit een lening zou moeten leven, wordt dit bedrag snel driemaal zo hoog[1]. Dat is na vijf jaar studie een schuld van €45.000. Volgens Van Thiel kan een student altijd nog zuiniger leven of meer gaan werken. Mijn schatting voor de maandelijkse kosten is volgens mij al laag, dus veel bezuinigen zal er niet inzitten. Meer werken is dubbel onwenselijk, omdat studeren ten eerste eigenlijk een voltijd baan moet behelzen en dit bovendien de last verschuift naar studenten wiens ouders níet in staat zijn het levensonderhoud van een studerend kind op te brengen. Daarnaast is het delen van het bedrag door de volledige loopbaan een non-argument. Deze termijn is op geen enkele manier relevant. De last van de schuld ligt juist in de directe jaren na de studie, wat in deze tijden van economische onzekerheid geenszins prettig is. Dat je een bedrag veel kleiner kan maken door het door een semi-willekeurig groot getal te delen, doet daar weinig aan af.
Voor wat hoort wat Als laatste neemt Van Thiel stelling tegen mijn kwalificatie van haar voorstel als naïef. Maar ook hier moet ik bij mijn standpunt blijven. Allereerst omdat de regering al heeft aangegeven het afschaffen van de basisbeurs wordt overwogen om een gat in de begroting te dichten. Het plan is dus geenszins het geld weer terug in het onderwijs te stoppen en ik acht het inderdaad naïef dan te hopen dat dit in de huidige omstandigheden toch zal gebeuren. Ten tweede is deze onderhandelingsstrategie gevaarlijk, omdat de JD bereid zijn de basisbeurs weg te geven voordat er ook maar iets concreets voor is ontvangen. De kans is aanzienlijk dat na het afschaffen van de basisbeurs de minister gewoon claimt dat er geen geld is om investeringen te doen. Dan is de basisbeurs weg en heeft de student daar niets voor teruggezien. In deze onzekere tijden is het daarom beter te behouden wat we nog hebben. Als de JD daadwerkelijk de basisbeurs voor die ietwat vage ‘investeringen’ willen uitruilen, moeten ze de volgorde omdraaien. Eerst een daadwerkelijke jaarlijkse investering die equivalent is aan de basisbeurs, daarna pas akkoord gaan met afschaffing. Nogmaals, dat zou niet mijn plan zijn, maar het voorkomt in ieder geval dat de JD de student aan Zijlstra uitleveren zonder hiervoor ook maar een kruimel terug te krijgen.
Een sociaal beursstelsel Als laatste wil ik hier een kort argument vóór het behoud van de basisbeurs geven, om niet alleen maar het betoog van Van Thiel als uitgangspunt te nemen. Hierbij ga ik uit van het veelgehoorde argument dat de student later veel gaat verdienen, en dus prima een lening kan afbetalen. Dit is niet helemaal hoe ik zelf naar de relatie student-samenleving kijk, maar ik neem aan dat het een redelijke benadering is van de zienswijze van de JD. Volgens mij kan je ook vanuit dit oogpunt de basisbeurs beter behouden. Immers, mensen die later meer verdienen, gaan meer belasting afdragen. Studenten die om welke reden dan ook geen grootverdieners worden, doen dat niet. Ook een academische titel is geen garantie voor een salaris boven de Balkenendenorm, en voor elke student die bankier of advocaat wordt, wordt een andere leraar of technicus. Vanuit dit oogpunt is de de basisbeurs een investering van de overheid in arbeidskrachten met een potentieel economisch rendement. Waar dit goed gaat krijgt de samenleving de investering terug via hogere belastinginkomsten en alle andere navenante voordelen. Mocht de student later nou geen astronomisch salaris verdienen, dan ontvangt de samenleving in financiële termen minder. Echt sociaal is het risico van deze investering neerleggen bij de overheid, niet bij de student. De overheid kan haar investeringen immers spreiden en kan minder ‘rendabele’ studenten compenseren met anderen die meer opleveren. De individuele student kan dat niet. Het vermogen van de samenleving om het risico op investeren in studenten te dragen is dus groter. Zodoende is het socialer de investering vooraf door de samenleving te doen, via een basisbeurs, dan achteraf proberen dit te verhalen op een student. Nogmaals, zelf zie ik het nut van onderwijs als veel meer dan alleen economisch, maar ook vanuit dit beperkte perspectief is het behoud van de basisbeurs fatsoenlijk te beargumenteren. Kortom, een basisbeurs om studenten ongeacht hun achtergrond toegang te geven tot het onderwijs, is daadwerkelijk sociaal. De lasten en risico’s bij de student neerleggen via een leenstelsel is dat niet, hoe vaak je ook het etiket ‘sociaal’ erop probeert te plakken.
[1] Hierbij ga ik uit van de volgende maandelijkse uitgaven: huur €300, collegegeld €140, zorgverzekering €120, boodschappen €120 en transport & telefonie €70.

Meer over:

opinie, economie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.