Opinie 8 april 2015
Sombere mensen houden groei economie tegen
Sinds kort huppel ik naar de voordeur, want de economie lijkt de weg omhoog te hebben gevonden
Tot voor kort liep ik met het lood in de schoenen naar de brievenbus voor de krant, anticiperend op schreeuwende krantenkoppen met negatief economisch nieuws. Sinds kort huppel ik naar de voordeur, want de economie lijkt de weg omhoog te hebben gevonden.
De economie groeit, de koopkracht stijgt en werkzoekenden vinden weer een baan. Er wordt geïnvesteerd in onderwijs, zorg wordt eindelijk in de buurt georganiseerd en huizen worden weer verkocht en verbouwd. Ja, zeggen de sombermannen dan, wacht maar af, want voor je het weet gaat het weer de verkeerde kant op. En helaas zijn de sombermannen gebruikelijk in de meerderheid.
Leg, bijvoorbeeld, de volgende situatie aan mensen voor. Een bedrijf maakt kleine winsten. Het bedrijf bevindt zich in een stad die gekenmerkt wordt door een recessie met substantiële werkloosheidscijfers. In het eerste scenario is er geen inflatie en besluit het bedrijf om salarissen met 7 procent te verminderen. In het tweede scenario is er 12 procent inflatie en besluit het bedrijf de salarissen met 5 procent te laten stijgen.
Dan blijken mensen het eerste scenario aanzienlijk oneerlijker te vinden, terwijl de inkomensachteruitgang in beide situaties 7 procent bedraagt. De reden is dat negatieve zaken als verliezen, neergang en daling ons gevoelsmatig harder raken dan dat positieve zaken als winsten, bloei en stijging door ons worden gewaardeerd.
Oftewel, worden we overspoeld met negatieve economische berichtgeving, dan beïnvloedt ons dat meer dan het positieve economische nieuws dat we nu in de kranten lezen. Daarmee worden negatieve economische ontwikkelingen versterkt, terwijl dat bij positieve economische ontwikkelingen veel minder het geval is.
Volgens mij zit Johan Cruijff er met zijn nadelen en voordelen in dit geval dus naast.
Deze column verscheen ook op Voxweb

Esther-Mirjam schreef onder meer: Fit, verbeter de conditie van uw organisatie
Volg Esther-Mirjam ook op Twitter