Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Tanend gezag Rutte in coronacrisis voedt extreemrechts

  •  
20-09-2020
  •  
leestijd 8 minuten
  •  
117 keer bekeken
  •  
rutte
Hoe de premier de noodzakelijke urgentie om het virus te bestrijden liet verdampen. En het mogelijke politieke gevolg.
Het virus wacht geduldig tot we weer ‘normaal’ gaan doen, schreef Ivan Wolffers in mei op deze site. Dat moment is inmiddels wel aangebroken. Voor veel mensen is corona geen levensbedreigende issue meer en zoals een roofdier toeslaat op het moment dat de prooi het gevaar niet meer vermoedt, zo komt ook het virus weer tevoorschijn. In de natuur is dat een zeer succesvolle strategie en je zou het misschien niet zeggen maar wij leven nog steeds in die natuur. Het virus is de natuur, wij zijn de prooi.
De groeiende onachtzaamheid onder burgers en de toename van de verspreiding leidden vrijdag tot de meest verontrustende persconferentie die ik sinds maart zag. Premier Rutte die bijna wanhopig de bevolking opriep zich toch vooral aan de regels te houden. Hielp het? Er schakelden 3,6 miljoen kijkers in, de helft van wat er in het begin van de crisis naar de persco’s keek. Ik vermoed dat de mensen die de premier moet zien te bereiken om het virus te stoppen vooral te vinden zijn in de helft die is afgehaakt. Ook dat gaat dus mis. Er wordt niet meer geluisterd, letterlijk noch figuurlijk. Terwijl het tot voor kort juist zo goed leek te gaan.
Bij aanvang van de crisis verbaasde Rutte heel het land en de rest van de wereld met zijn concept van de ‘intelligente lockdown’. De overheid hoefde niets af te dwingen, dat werkt ook niet in Nederland, aldus de premier. Die daarmee meteen de bevolking op zijn hand kreeg want de ‘doe maar normaal’ Nederlanders horen nu eenmaal niets liever dan dat zij de bijzonderste mensen op aarde zijn.
Het leek wonderwel te werken en we voelden ons nog bijzonderder dan anders. Daarom zagen we misschien niet dat het helemaal niet zo bijzonder was. In crisissituaties vertonen mensen heel vaak ongekende eendracht en solidariteit. Niemand denkt meer louter aan zichzelf, er wordt van alles gedeeld en de meeste mensen blijken te deugen. Als je het hamsteren even vergeet was dat ook zo. Dat gemene rotvirus met al zijn ellende maakte de medemens over het algemeen een stuk prettiger in de omgang. Revolutionairen en andere idealisten baseren zich nogal eens op dergelijke ongekende collectiviteit. Kijk, het kan. Probleem is dat het nooit lang duurt. Als de crisis wegebt, verdampt ook de alom heersende eensgezindheid.
Rutte kwam vrijdag met een analyse die daarbij aansloot. “Wat ons eerder zo ver heeft gebracht bij het terugdringen van het virus waren niet de maatregelen, niet de intelligente lockdown, niet het testbeleid of het bron- en contactonderzoek. Nee, het was ons gedrag dat het verschil maakte.” verklaarde hij en je hoorde bij wijze van spreken dat het woord gedrag op zijn spreekpapier onderstreept was. Nu komt het dacht ik maar hij liet daarop meteen zijn Jip en Janneketaal los. “Het was de intrinsieke diepgevoelde motivatie van 17 miljoen mensen om zich aan de regels te houden vanuit een heel sterk gevoel van gedeelde urgentie. En die urgentie, dat gevoel van noodzaak, dat moet weer terug. We moeten dat op dezelfde manier weer gaan voelen.” Het leek ineens Buitenhof wel.
Als je het al kunt volgen klinkt de verklaring redelijk maar het komt bij nadere bestudering hier op neer: “Mijn beleid is mislukt en dat is jullie schuld want jullie nemen het probleem niet serieus.” Het succes is ineens niet meer aan de intelligent lockdown te danken maar aan ons gedrag. Laat ik nu altijd gedacht hebben dat de intelligent lockdown geheel bestond uit gedrag. Want dat had Rutte ook verteld: “Ik vind het bij een volwassen democratisch land horen om mensen uiteindelijk ook daar hun eigen verantwoordelijkheid in te laten nemen. En dat zie je, dat dat lukt: kijk naar het beeld op straat,” verklaarde Rutte op 31 maart als toelichting op zijn succes met de intelligent lockdown. Er is echter wel een verschil met nu. Zoals Rutte opmerkt is het gevoel van urgentie weg. Dat komt door het gedrag van het virus maar ook door iets anders. De noodzakelijke urgentie werd bij het begin van de crisis niet alleen door het virus aangewakkerd, ook de dreiging van een totale lockdown bleef  in de lucht hangen. Voor als de intelligente aanpak niet zou werken, dan zou de overheid echt harder gaan ingrijpen. Die stok achter de deur hielp de eensgezindheid wellicht.
Toen de rust was weergekeerd maakte Rutte een cruciale fout en gooide de stok die op zijn bureau ligt publiekelijk weg. Hij maakte duidelijk dat de overheid nooit zo hevig zou ingrijpen als in bijvoorbeeld Spanje: “Ik ben geen dictator”, is zijn favoriete kreet. Sterker nog, de Nederlandse overheid is niet eens in staat zo op te treden, zei de premier. De overheid als machteloos instrument. Dat hadden we eerder al gezien bij de boerenprotesten. “We kunnen ze niet tegenhouden.” Nu dan bij het virus, minstens zo hardnekkig en vastberaden als die kerels op trekkers. De toon werd gezet. De Spaanse, Franse of Italiaanse aanpak was geen optie voor Nederland, hoorden de burgers. De noodtoestand werd niet alleen niet uitgeroepen maar ook uitgesloten. Waar zou je je nog druk om maken?
Als ontwikkelingen anders lopen dan gewenst zegt Rutte opvallend graag dat hij er niks aan kan doen. Hij is immers ook maar een mens en het premierschap een tijdelijke baan. Klinkt sympathiek maar is het ook waar? Hij is de baas van de overheid, het instituut dat is bedacht voor de oplossing van zaken waar we zelf niks aan kunnen doen. De houding van Rutte creëert het gevoel van een machteloze overheid.
En dan lijkt het virus momenteel ook nog eens minder gevaarlijk. De statistieken lopen op maar de angst niet. Je aan de regels houden betekent nu handelen tegen je intuïtie en eigen waarnemingen in. Het vereist bijvoorbeeld dat je inziet wat ‘exponentiële groei’ betekent. En juist dat is zo lastig te bevatten.
Een van de paradoxen die in deze crisis zichtbaar werd is dat de roep om overheidsmaatregelen omgekeerd evenredig is aan het vertrouwen in de overheid. Dus in landen waar er weinig vertrouwen leeft in de overheid, zoals bijvoorbeeld Spanje, klonk de roep om ingrijpen het hardst. Stuur desnoods het leger de straat op. In landen waar het vertrouwen in de overheid het grootst is, zoals Zweden, was er helemaal geen gehamer op meer maatregelen. De verwachting daar is immers dat de overheid uit zichzelf doet wat nodig is. En de bevolking helpt daarbij.
Daarmee is het in Nederland juist misgegaan de laatste maanden. We zijn van de Zweedse positie gezakt richting Spanje. “Het vertrouwen in de manier waarop de Nederlandse overheid de coronacrisis aanpakt is sinds de eerste meting (tussen 17 en 24 april) afgenomen: had toen 75 procent vertrouwen in de aanpak, nu is dat nog maar 52 procent,” schreef NRC twee weken terug. Het was vooral in juli teruggelopen. Waarom? Een aanleiding zou volgens mij kunnen zijn dat het RIVM op de eerste dag van die maand besloot te stoppen met de dagelijkse updates en overschakelde naar wekelijkse overzichten. In Het Parool verscheen prompt een boze lezersbrief : “Burgers hebben er recht op elke dag een helder en actueel beeld van het RIVM te krijgen. Een onbegrijpelijk en betreurenswaardig besluit van dit instituut. Zou de president van de VS eens moeten doen.” Hup, daar ging het vertrouwen. Het kabinet trok zich er weinig van aan.
Toen de affaire Grapperhaus losbarstte, omdat de minister willens en wetens de meest elementaire regels had overtreden en dat geen consequenties voor hem had, werden de boodschap en het vertrouwen verder ondermijnd. De vraag is of je het gezag nu nog kunt herstellen met enkel tv-optredens. De ingelaste persconferentie van 18 augustus heeft in ieder geval niet het gewenste effect gesorteerd en ik vraag me af of die van afgelopen vrijdag dat wel gaat hebben. De terugkeer van doventolk Irma leek meer aandacht te trekken.
Ondertussen is er nog steeds geen app, zijn er onvoldoende testen beschikbaar, groeit  de twijfel over de adviezen van het RIVM  en is het kabinet huiverig voor ingrijpende maatregelen terwijl het virus aan een nieuwe opmars bezig is. Wie begrijpt het nog? Het resultaat is het verdwijnen van de urgentie waar volgens Rutte juist zo’n behoefte aan is. Hij verzwijgt dat hij daar zelf aan mee heeft gewerkt.
Begin augustus deed een groep hoogleraren een oproep. Ze uitten kritiek op de overheidscommunicatie en het beleid. “Burgers oproepen om hun verantwoordelijkheid te nemen en solidair te zijn is goed, maar daar hoort wel bij dat de overheid zelf het voortouw neemt in goede communicatie van helder beleid.”
Ik zag de jongste persconferentie, las de samenvatting in eenvoudig Nederlands maar zou de nieuwe maatregelen toch niet even na kunnen vertellen. Het komt er geloof ik op neer dat we moeten gaan doen wat we niet meer deden.
Dat lijkt gemakkelijk cynisme maar vergis je niet, ik maak me grote zorgen. En niet alleen over het virus zelf. Er zijn in de opborrelende ontevredenheid rare politieke allianties aan het ontstaan. Voorheen louter lieve hippies sluiten zich aan bij extreemrechtse types om te protesteren tegen coronamaatregelen. Het vertrouwen in de overheid ebt weg en bezorgde moeders worden in de armen van complotdenkers gedreven. Wie uit is op chaos ziet een cocktail om de vingers bij af te likken.
Baudet en Wilders politiseren het virus en stoken de vuurtjes gretig op. De eerste tracht zijn volgelingen inmiddels wijs te maken dat het virus een hoax is en voert als argument aan dat er een doventolk aanwezig is bij de persconferenties. Dat klinkt natuurlijk absurd maar juist daarom zal zijn aanhang het omarmen. Die hebben immers een enorme afkeer van de realiteit.
Op dit moment is het nog ondenkbaar dat extreemrechts in de regering komt maar in de aanloop naar verkiezingen – over zes maanden – wil het politieke landschap nog wel eens omgespit worden. Net als met het virus wordt het gevaarlijk op het moment dat je denkt dat het wel meevalt. Eisen klinken luider, rumoer zwelt aan. En dan denk ik aan Brabant.  Als het beroep op gezond verstand en pragmatisme niet blijkt te werken en de onvrede blijft toenemen, zoals we dat eerder bij de boeren zagen, zou het zomaar kunnen dat de lenige Rutte zich alsnog genoodzaakt ziet met extreemrechts in zee te gaan. In de hoop dat er dan wel naar hem geluisterd wordt en de onrust bezworen kan worden.
“Het virus is nog lang niet klaar met ons,” rolde er in juni uit Hugo de Jonge’s one liner generator. In de media wordt inmiddels volop gespeculeerd dat de CDA-lijsttrekker nog voor de verkiezingen gaat sneuvelen. Toevallig is hij net de enige van de CDA-kandidaten die beloofd heeft niet met extreemrechts te zullen regeren. In zijn val zal hij voorzitter Ploum meesleuren, ook al een tegenstander van in bed stappen met Baudet. Weer een obstakel minder.
Voeg daarbij dat een herverkiezing van Trump de geesten voor zo’n politieke aardverschuiving rijper kan maken. “Het is kennelijk wat de mensen willen,” hoor je de analyses al klinken van Nederlandse commentatoren die altijd te kalm, te deftig, langzaam en nooit heftig zijn. Diezelfde president verklaarde ondertussen deze week dat je de Democratische slachtoffers van het virus eigenlijk weg moet laten uit de statistieken. De taal van een coronazi.
Ja, 2020 is een rampjaar maar ik zie nog geen reden om te vermoeden dat het volgend jaar beter wordt.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.