Het grote probleem van de Nederlandse politiek ligt in het verdwijnen, of beter gezegd, het taboe verklaren van de ideologie
Volgens de meeste analisten is Nederland versnipperd, verdeeld, verbrokkeld. En het is waar: partijtrouw is minimaal, kiezers kijken per keer waar ze zin in hebben. Een rondje Den Haag wakker schudden, soms over links via de SP soms over rechts via de PVV. Strategisch stemmen, met de neus dicht, op Cohen, Rutte of Balkenende. Debatten die nergens over gaan geleid door journalisten die geen serieuze vragen hebben over de maatschappij visie maar vooral Toine Huys achtige ‘got you!’ vragen stellen.
Ik blijf volhouden dat het grote probleem van de Nederlandse politiek ligt in het verdwijnen, of beter gezegd, het taboe verklaren van de ideologie. Het draait nu allemaal om poppetjes die wat roepen wat ze eerst getest hebben op de stemwijzer uitkomsten. Er zijn weinig partijen meer (de SP is eigenlijk de enige) die een coherente mens- en maatschappijvisie hebben waaruit als vanzelfsprekend het programma voortvloeit.
Er was een tijd dat ideologie besmet werd verklaard. Toen deden mensen er niet toe (of in elk geval leek dat zo ondanks Den Uyl en Wiegel) maar stemde je op dat maatschappijbeeld en een visie op de toekomst, van mijn part op links of op rechts. Die veren moesten worden afgeschud. Dat is zo enthousiast gebeurd dat de meeste partijen niet meer op een coherente visie zijn te betrappen.
Niet de belangenbehartigers van de VVD die hun liberale erfgoed zo inleveren als de achterban erop achteruit gaat. Niet het machtsverslaafde CDA dat wel een redelijke coherente visie heeft op het maatschappelijk middenveld maar die visie is zo breed dat je geen idee hebt waar het toe leidt, behalve heel veel drukke middenveldertjes. Niet de voormalig sociaal democratische PvdA die zich zou moeten beroepen op de successen van de inclusieve verzorgingsstaat die van onze integratie zo’n succes maakt (met dank ook aan het katholieke corporatisme dat de sociale voorzieningen mee tot stand bracht) maar in plaats daarvan zwabbert en uiteindelijk uitkomt bij Cohen, het mannetje. Niet bij D66, de Pechtold partij waarvan weinig kiezers nu eigenlijk weten waar hij voor staat en op welke grondslag programma punten tot stand zijn gekomen en waar een nietszeggende ‘richtingwijzer’ als ‘vertrouwen op de eigen kracht van mensen’ doorgaat voor de zelfreflectie die tot programmapunten moet leiden. Zelfs niet bij Groen Links dat in zijn mengeling van links liberalisme en ouderwets etatisme toch vooral op Femke hangt. Ja, de SP, de voormalige Leninisten Marxisten, die hebben een interne logica waar je als kiezer wat aan hebt.
Deze verkiezingen, die van 2010, gingen over poppetjes, over lijsttrekkers, niet over partijen en programma’s. Mijn stelling is dat de partij die de ideologie terug weet te brengen in zijn optreden en de poppetjes daarop doet volgen, in plaats van omgekeerd, de eerste zal zijn die weer een grotere groep kiezers voor langere tijd aan zich zal weten te binden. Liberalisme en sociaal democratie lijken me de beste kandidaten.
Enig heruitvinden van de eigen wortels zal dan nodig zijn. Als het blijft bij belangenbehartiging en ‘wat doet u voor mij?’ dan zal het rommelig blijven, met steeds wisselende aanhangen, regionale kandidaten of partijen en populistische oprispingen, van links, van rechts of van de keurige hoog opgeleiden. Terug naar de wortels.
Ik snak naar partijen met een geharnaste visie die durven te zeggen: wat de rest van de partijen vindt, beste kiezers, dat moeten zij u maar vertellen. Wij hebben déze visie. In plaats daarvan is de bon mot, de one liner of het goed gekozen frame nu bepalend voor de campagne. Dat er werkelijk geen mens was die de laatste week nog geïnteresseerd of niet geïrriteerd was zou aan het denken moeten zetten.
Het brede kabinet dat er gaat komen De kabinetsformatie dan. Het voorspelbare resultaat is, denk ik, een breed kabinet van VVD, CDA en PvdA. Als het inderdaad zo is dat het land in nood verkeert en er drastische maatregelen genomen moeten worden dan moet dat door een zo breed mogelijk gezelschap gebeuren. Vijf partijen, D66 en Groen Links erbij, zou nog beter zijn.
Over de verdeeldheid zaaiende problemen kan wel overeenstemming bereikt worden, over de doelstellingen ook als iedereen wat water in de wijn doet. En de VVD mag wel gewonnen hebben, de positie van de partij is niet zodanig dat ze het beleid kan en mag dicteren.
Ik zet in op de kleinere midden coalitie omdat D66 en Groen Links de invloed van klassiek rechts, VVD en CDA, zouden verwateren maar wie weet is het nuttig en nodig om beide kleintjes erbij te hebben om juist een gelijkmatige verhouding te krijgen (PvdA, GL en D66: 51, VVD en CDA: 53). Anders zou de PvdA weer in een minderheid zitten.
Klein paars, waarbij het CDA wordt overgeslagen en vier partijen een deal maken, lijkt me minder waarschijnlijk omdat de VVD zich daarmee in een minderheid plaatst. PVV, VVD en CDA lijkt me uitgesloten – Wilders kan zijn permanent inleveren, niemand zal hem of zijn clubje vertrouwen.
Het mooiste zou zijn als alle fractievoorzitters gewoon in de kamer bleven en een buitenstaander van de VVD het kabinet gaat leiden (Van Opstelten?). Dat zou het dualisme ten goede komen en een klein regeerakkoord mogelijk moeten maken. Partijen in de kamer kunnen dan hun bezwaren uiten maar de regering kan het gewoon doordrukken. Niet iedere keer Torentjesoverleg.
Niet zielig, eerder pathetisch De afgelopen dagen hoorde ik een hoop waarderende woorden voor Balkenende. Wel zielig, vond menigeen. Ik kan dat gevoel niet delen. Sterker, ik vond het zijn verdiende loon. Niets is pathetischer dan politici die niet weten wanneer ze weg moeten gaan. Het is een beroepsziekte, dat is waar. In sommige gevallen onvermijdelijk omdat termijnen nu eenmaal een bepaalde tijdsduur hebben.
Daarom bleven Reagan en Bush te lang (nou ja, Bush had daar natuurlijk al niet meer horen te zitten). Gold ook voor Mitterand. Maar anderen, zoals Tatcher, Kohl, Blair, Lubbers, Kok en nu ook Balkenende hadden de keuze om eerder te vertrekken. Voor Balkenende had dat duidelijk moeten zijn toen zijn zoveelste kabinet viel. Maar nee, hij drong zichzelf aan de partij op voordat die tot zinnen kon komen. Dat kost het CDA nu een zetel of tien, schat ik zo, en mogelijk de regionale dominantie die de partij nog steeds in het zuiden had (de verzuiling mag voorbij zijn, de culturele scheidslijnen tussen gereformeerden en katholieken blijven aanwezig en Balkenende spreekt nu eenmaal niet aan bij het katholiek-Nederlandse volksdeel, zoals de mannenbroeders geen enkele afspraak met Maxime Verhagen zullen vertrouwen).
Maar terug naar verdiende loon. Balkenende had gewoon moeten vertrekken. Werk gedaan, soms goed, soms slecht maar het was echt hoogste tijd. Dat hij dat niet besefte was de culminatie van zijn gemankeerde premierschap. Dat is eigenlijk toch wel zielig.