Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Tripoli onder vuur

  •  
21-03-2011
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
RTEmagicC_Tripolo_Karskens_01.jpg
De getroffen militaire installaties worden niet aan de buitenlandse media getoond. Een ziekenhuis in Tripoli zou zijn getroffen, maar verzoeken om een bezoek worden genegeerd
Van overwinningsroes naar een stad onder beleg in een paar dagen. Het kan allemaal in Libië. Baby Seham lag in haar wieg toen een raket insloeg. ‘Een enorme knal en de muur viel over haar heen’, zegt een diepbedroefde vader Farag op de begraafplaats van de martelaren Shat Alhanshir aan het strand van Tripoli. Ze was zijn derde kind. Twee zonen overleefden de klap in de wijk Tajoura, waar een legerbasis is gevestigd. Het lijkje zelf is niet te zien, maar rond de verse graven scanderen duizenden dat Gaddafi de Amerikaanse president Barack Obama moet terugmeppen.
Na het gebed worden drie burgers en 23 militairen begraven, melden de vertegenwoordigers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken die mee zijn gereisd. Geweerschoten klinken. Misprijzend schudt kantoorbediende Salah el Hamroni (43) zijn hoofd over het geweld dat zijn land treft: ‘Je kunt geen democratie maken op deze manier.’
De apocalyps verdringen de inwoners van Tripoli enkele kilometers verder met rood en geel siervuurwerk. Juichende kinderen hangen zwaaiend met groene linten uit autoportieren. Vrouwen dansen, jongens ballen hun vuist. Dat Franse, Amerikaanse en Britse vliegtuigbommen en kruisraketten zich in militaire doelwitten boren, vooral in radarinstallaties, luchtdoelgeschut en artilleriestukken, lijkt hen niet te raken.
Aanhangers zingen iedere avond op Bab al-Azizya liederen ten gunste van hun ‘broeder-leider’. Het militaire complex en thuishaven van Gaddafi werd in 1986 al eens getroffen door Amerikaanse raketten. Nu dient hun aanwezigheid als levend schild. Een tekst op een protestbord voorspelt weinig goeds voor de nieuwe aanvallers: ‘We wachten op jullie, net als de vissen.’  Precies een dag later vernield een kruisraket het centrale commando van de basis. ‘Oneerlijk’, noemt ingenieur Makram de Veiligheidsraadresolutie 1973 die het Libische leger vliegbewegingen en andere aanvallen op burgers verbiedt. ‘De VN zouden een onderzoekscommissie moeten sturen. Dan kunnen ze zien dat de burgers in de steden als Benghazi niet worden gebombardeerd.’
Met een groen lint om zijn arm, als teken van steun aan de regering, loopt hij vaak mee in een van de talloze pro-regeringsoptochten in de hoofdstad. De 55-jarige computerdeskundige heeft familie in de buurt van de belegerde stad Misrata, de derde stad van het land tweehonderd kilometer ten oosten van Tripoli. Volgens mediaberichten zou de stad door Gaddafi-troepen zwaar met artillerie worden beschoten. ‘Ik heb familie in de buurt en ze hebben niks gehoord van beschietingen door onze troepen.’ Er wordt daar alleen met geweren geschoten op opstandelingen die ook geweren dragen.’  Maar de oorlogshandelingen zijn beperkt waarneembaar en controleerbaar in de hoofdstad Tripoli. De doelwitten bevinden zich vooral erbuiten. In de nacht klinkt wel zwaar afweergeschut en verlichten tracers de donkere hemel. Het straatbeeld is nauwelijks veranderd. Veel winkels zijn open, al sluiten er na iedere oorlogsdag meer. Militairen, bajonet op het geweer, zwaaien het verkeer door. De getroffen militaire installaties worden niet aan de buitenlandse media getoond. Een ziekenhuis in Tripoli zou zijn getroffen, maar verzoeken om een bezoek worden genegeerd. Wel zijn als tegenmaatregel de wapendepots opengesteld, meldt een geëmotioneerde regeringswoordvoerder. ”Alle stammen, alle straten, alle huizen, alle zes miljoen Libiërs zullen zich verdedigen’. Dreigend voegt hij toe: ‘Als Libië ineenstort, zal het hele gebied van de Middellandse Zee en Europa worden meegesleurd.’ Hij voorspelt dat criminele bendes en vluchtelingen Libië daarvoor als springplank gebruiken.
Het hele verhaal Ze geloven het niet in Tripoli en reacties in De Pers en korte berichten van op mijn twitter vanaf locatie.
De foto nam ik op de Gadaffi-kazerne Bab al-Azizya. Een avond later was de vreugde minder groot. De foto vind ik wel toepasselijk voor de situatie. Wie sluit wie uit.
Dit artikel verscheen eerder op de website van Arnold Karskens

Meer over:

opinie, wereld
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.