Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

TTIP ondermijnt Europese Interne Markt

  •  
17-04-2015
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
BNNVARA fallback image
Ook het bedrijfsleven, en met name het MKB, zou zich nog eens achter de oren moeten krabben
Het heeft in de discussie over het handels- en investeringsverdrag met de VS (TTIP) nog weinig aandacht gehad, maar dit verdrag blijkt ook slecht samen te gaan met de bestaande Europese interne markt: die zou wel eens ten onder kunnen gaan aan oeverloze bureaucratie en rechtsonzekerheid. Bij de nieuwe onderhandelingsronde die op 20 april begint, moet dit dan ook op de agenda staan.
Nu is het niet noodzakelijk dat je alle regels gelijktrekt, want je kunt ook overgaan tot het wederzijds erkennen van standaarden. Dat geldt vooral bij technische kwesties als vereiste tests of certificaten voor producten. Bij consumentenbescherming werkt wederzijdse erkenning niet, net zo min als bij de regels over aanbestedingen. Bovendien is het vertrouwen tussen de handelspartners nu ook weer niet zo groot dat we bijvoorbeeld in Europa alle Amerikaanse standaarden klakkeloos zouden willen aanvaarden. Denk maar aan de chloorkip of het genetisch gemodificeerd voedsel. Alleen focussen op wederzijdse erkenning levert dan ook niet de gewenste resultaten op en er zal zeker druk blijven bestaan om in het verdrag zelf of in de daaropvolgende regelgevende samenwerking regels gelijk te trekken.
Harmonisatie van regels luistert ook binnen de EU nauw: te vaak hebben we achteraf gemerkt dat het eindresultaat van de Europese besluitvorming een hoop administratieve rompslomp behelst of dat de wetgeving lastig uit te voeren is voor kleine bedrijven, omdat deze teveel is toegesneden op de praktijken van grote bedrijven. Als we dit willen repareren, is de procedure in Brussel weliswaar vele malen complexer dan die in Den Haag, maar in een paar jaar is zo’n wijziging nog wel te verwezenlijken.
Hoe gaat dat nu, als TTIP van kracht is? De onderhandelingen over regelgeving vinden in eerste instantie tussen Europese en Amerikaanse ambtenaren plaats en ook vertegenwoordigers van (grote) bedrijven mogen daarbij aanschuiven. Die komen met een voorstel, en vervolgens moeten zowel de Raad van Ministers, het Europese Parlement, de Amerikaanse regering en het Amerikaanse congres akkoord gaan. Onduidelijk is nog hoe dit precies zal gaan. Als iedereen alleen ja of nee mag zeggen, kan het relatief snel gaan, maar dan hol je wel de macht van o.a. het EP en het Congres uit. Als je wel mag wijzigen, dan kan dit leiden tot een oeverloos proces: de wijzigingen gaan weer naar de ambtenaren, daarna weer terug naar de regeringen en parlementen etc. etc. Het ligt dan ook voor de hand dat interne marktwetgeving in de toekomst ‘bevroren’ zal zijn. Wijzigingen gaan vele jaren duren en de bureaucratie viert hoogtij.
Daar komt nog een ander probleem bij. Veel interne marktwetgeving bestaat uit richtlijnen. Dat betekent dat lidstaten relatief veel vrijheid hebben bij het omzetten van deze wetgeving in nationale wetten. Het Europese Hof van Justitie zorgt ervoor dat de uitleg van de richtlijnen in Europa uniform is. Het bewaakt de ‘Europese rechtsorde’. Dat doet het niet alleen in procedures tussen Europese lidstaten en instellingen, maar ook door het beantwoorden van vragen van nationale rechters (de prejudiciële vragen). Bij TTIP is voorzien dat er arbiters komen die zich uitspreken over investeringsgeschillen. Stel nu dat een land dat door een bedrijf aangeklaagd wordt bij de geschillenbeslechtingscommissie van TTIP, zich beroept op Europees recht. Het heeft bijvoorbeeld het milieubeleid aangepast, omdat dit in lijn ligt met Europese wetgeving. Dan gaan de arbiters zich uitspreken over de interpretatie van dat Europese recht en heeft het Hof van Justitie het nakijken. De arbiters kunnen volgens de thans bekende voorstellen zelfs geen prejudiciële vragen stellen aan het Hof. Dit gaat ongetwijfeld leiden tot rechtsonzekerheid en dat is het laatste wat bedrijven op de Europese interne markt kunnen gebruiken.
De discussie over TTIP gaat terecht over allerlei maatschappelijke gevolgen van het Verdrag, maar ook het bedrijfsleven, en met name het MKB, zou zich echter nog eens achter de oren moeten krabben, of het zit te wachten op meer bureaucratie en rechtsonzekerheid die het gevolg zullen zijn van harmonisatie van wetgeving met de VS. Het is treurig te zien dat deze aspecten door de onderhandelaars nog nooit serieus zijn bestudeerd en het is dan ook de hoogste tijd dat de onderhandelingen ook hierover gaan. Het kan immers niet de bedoeling zijn dat de Europese interne markt verstart door de ambitie een veel grotere interne markt met in ieder geval de VS te creëren.

Meer over:

opinie, economie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.