Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Tweets vanuit de onderbuik

  •  
18-01-2013
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
RTEmagicC_gezond_150_215.jpg
Iedere dag een gezond weetje. Vandaag: Hoe reageren mensen op twitterberichten en blogs?
Ivan Wolffers schrijft elke dag een gezond weetje, gebaseerd op onderzoeken met merkwaardige en soms ongelofelijke uitkomsten. Door de weetjes van Wolffers leer je van alles over bijvoorbeeld verschillende ziektes, medicijngebruik en gezond afvallen, maar ook over de vaak komische verschillen tussen mannen en vrouwen.
Hoe reageren mensen op twitterberichten en blogs? Op wat ik schrijf zie ik veel reacties en ik weet lang niet altijd wat ik ermee aan moet. Het kost al veel tijd om interessant nieuws te plaatsen, maar het maakt me nerveus te merken dat mensen al reageren op alleen de titel van een blog. Of dat ik merk dat ze de moeite niet hebben genomen de link, die je bij een twitterbericht geeft, te lezen.
Het interessantst is eigenlijk dat het merendeel van de mensen je volledig verantwoordelijk houdt voor het bericht dat je geplaatst hebt, dat ironie geheel verloren gaat in een twitterbericht en dat emotie belangrijker bij de reactie lijkt te zijn dan de ratio. Is daar nou nooit eens onderzoek naar gedaan? Ja zeker wel. Onderzoekers keken naar berichtgeving over nanotechnologie en analyseerden de reacties.
Snapt u er niets van? Maakt u zich geen zorgen, daar zal ik later op in gaan, maar eerst zal ik uitleggen waarom ik blogs schrijf en twitter.
Mijn dag begint om zes uur ’s morgens. Die routine heb ik overgehouden uit de tijd dat ik mijn dikke Medicijnenboek bij moest houden. De tijd dat ik een abonnement op de Lancet, de New England of Medicine, de JAMA, het British Medical Journal (dat op een goede dag ineens BMJ heette) en het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde had en moest wachten tot de papieren versie in mijn brievenbus plofte, was al voorbij. ’s Morgens kon ik op het web rondkijken wat er op het gebied van geneesmiddelen, hun indicatie, hun bijwerkingen, hoe je kunt voorkomen dat je ze moet gebruiken en de schandalen op dat gebied, aan de hand was. Ik maakte aantekeningen op kleine kaartjes, zette die in mijn systeem (vrij achterlijk natuurlijk voor iemand die het wel met zijn computer zoekt, maar het daar niet opslaat) en kon het gebruiken wanneer ik het nodig had. Het kostte me een paar uur per dag om alles wat ik interessant vond door te lezen.
Hoewel ik dat boek niet meer maak ben ik dat blijven doen en ik ben ook blijven schrijven. Als ik er tijd voor heb probeer ik wat ik gelezen heb ook te delen, want kennis is nooit privébezit. Het moet stromen, toegankelijk zijn, soms toegankelijk gemaakt worden. Soms is het alleen delen, maar soms is het nieuws dat uitdaagt om na te denken en dan mag je wel een beetje provoceren, denk ik.
Mocht je overigens niet weten wat nanotechnologie is dan verschil je niet veel van mij. In zo’n geval google ik, maar die moeite bespaar ik je : het is dus de technologie die helpt om al die informatie op het web op te slaan (het heeft nog veel meer toepassingen). Het heeft enorme voordelen, maar niemand weet of er ook nadelen zijn. Een waar we niets weten, daar komen de meningen te voorschijn. Er blijkt een levendige discussie over nanotechnologie te zijn.
Vergeet nu die hele nanotechnologie maar weer en laten we kijken naar wat discussies over zulke onderwerpen te weeg brengen. Deelnemers aan het onderzoek werden gevraagd een genuanceerd artikel over voor- en nadelen van nanotechnologie te lezen. De tekst was gelijk voor alle deelnemers, maar de toon niet. Soms was die beleefd en afstandelijk, maar soms ook erg confronterend en emotioneel, zo in de geest van “je moet wel gek zijn om de voordelen van nanotechnologie niet te begrijpen”. Had die toon invloed op de lezers van de blog? Hoe neutraler en beleefder het stuk, des te beter het effect. Hoe onbeleefder en persoonlijker de stijl, des te heftiger de discussie en des te meer mensen gepolariseerd werden.
Wie de voordelen al zag, ging daar nog sterker in geloven. Wie de risico’s vooral vermoedde ging daar nog sterker in geloven. Over nanotechnologie weten de meeste mensen niets en er is ook weinig bekend over mogelijke risico’s, maar wat gebeurt er als mensen wel ervaringen hebben, er veel meer bloggers en twitteraars zijn die een mening uiten?
Mensen reageren inderdaad vooral emotioneel en niet redelijk. We wisten het eigenlijk wel, maar in combinatie met de snelle mogelijkheden op het web om te reageren maakt dat de discussie wel snel tot een ontvlambaar mengsel. Want bij snel reageren is er minder controle over de toon en komt het bericht meer uit de buik dan uit het hoofd. Zeker als politici, die toch al uit zijn op het scoren van punten en veel minder in betrekkelijke anonimiteit samen argumenten overwegen om beslissingen te kunnen nemen. Als ze dan ook nog de leukste willen zijn met twitteren, wat dan weer wordt uitgemeten in de media, dan worden wij allemaal – die meestal weinig weten van onderwerpen maar veel opinies hebben – uiteengedreven in kampen die elkaar nooit meer kunnen vinden. Dan wordt de wereld ook steeds moeilijker te bestuderen. Dan komen de Amerikanen nooit meer uit hun problemen met de vuurwapenwetgeving en dan blijft Europa voor altijd verdeeld. Ik weet nog steeds niet of ik voor nanotechnologie ben of tegen. Het schijnt me wel te helpen om wat ik nu heb geschreven razendsnel te kunnen delen met veel mensen, maar ik zal het nog wel een keer extra doorlezen om te zien of ik het wel beleefd heb geschreven.
Volg Ivan Wolffers ook op Twitter Het vorige weetje:  Waarom lopen mannen vaker onder een auto dan vrouwen?
Het nieuwe boek van Ivan Wolffers is: Het gezonde lifestyleboek

Meer over:

opinie, leven
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.