Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Verzoening Suriname en Nederland is nabij: tijd voor een nieuwe agenda

  •  
30-05-2020
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
407 keer bekeken
  •  
49295619392_ec89fc72ba_k

© cc-foto: Dan Lundberg

Met de niet-officieel meegetelde derde en vierde generatie zijn er misschien wel 600.000 Nederlanders met Surinaamse roots, net zoveel inwoners als heel Suriname kent
Surinamers leven na de bewogen parlementsverkiezingen van maandag 25 mei 2020 tussen hoop en vrees. Ze dachten massaal te hebben gekozen voor verandering, maar de officiële verkiezingsuitslag laat nog altijd op zich wachten. De berichten over stembusfraude stapelen zich op en de onzekerheid groeit met de dag.
Binnen 60 dagen na de officieel vastgestelde verkiezingsuitslag wordt de nieuwe president van de Republiek Suriname beëdigd. Afgaande op de voorlopige uitslag wordt dat Chandrikapersad ‘Chan’ Santokhi (60), leider van de Vooruitstrevende Hervomingspartij (VHP) en grote winnaar van de verkiezingen. Santokhi en zijn nieuw te vormen regering erven een land dat zich in een immense crisis bevindt en voor dito uitdagingen staat.
Wie Suriname zegt, zegt Bouterse. Sinds hij in 2010 president van Suriname werd is de relatie tussen Paramaribo en Den Haag bekoeld. En dat terwijl beide landen een eeuwenlange geschiedenis met elkaar delen. In oud-kolonie Suriname is het Nederlands nog altijd de officiële voertaal. Wie in Suriname is geweest, heeft misschien gewandeld op de dijken met ‘kinderkopjes’ van de Corantijnpolder in Nieuw-Nickerie, Fort Nieuw-Amsterdam of Scheveningen bezocht of de oliebollen geproefd, die 365 dagen per jaar vers gebakken worden in het kraampje tegenover ’s Lands Hospitaal van Paramaribo.
In Nederland zien we Ruud Gullit en Humberto Tan vooral als Nederlander, eten ‘roti kip’ met een Fernandes frisdrankje en genieten van culturele festivals zoals Kwakoe. Hier wonen officieel 365.000 Surinaamse Nederlanders. Met de niet-officieel meegetelde derde en vierde generatie zijn er misschien wel 600.000 Nederlanders met Surinaamse roots, net zoveel inwoners als heel Suriname kent.
Waar Bouterse en zijn NDP Nederland als kwaadaardige kolonisator bleef demoniseren, is Santokhi vooral realistisch en verbindend. Hij nam meermaals afstand van wat hij het “vermoeiende koloniale praatje van Bouterse” noemde. Met Santokhi aan het roer is herstel van de relatie met het Koninkrijk der Nederlanden één speerpunt. En dat is nodig ook, want Suriname begeeft zich financieel, economisch, bestuurlijk, sociaal en moreel op de rand van de afgrond.
Onder Bouterse werd corruptie een bestuursmodel, werd de staatsschuld onhoudbaar en kreeg de internationale kredietwaardigheid de ‘junkstatus’. De economische exploitatie van Suriname door landen als China en Rusland – door velen gezien als een nieuwe kolonisatie van Suriname – was de steunpilaar van het falende beleid van Bouterse, die door zijn reputatie als couppleger, veroordeeld drugscrimineel en inmiddels ook moordenaar, door de internationale gemeenschap als paria werd beschouwd en er maar een beperkt aantal vooral ‘foute vrienden’ als Maduro van Venezuela en Castro van Cuba op nahield. Suriname is rijk aan olie en goud, maar door corruptie en wanbeleid profiteerde de Surinamer niet mee: het land is afgegleden naar een van de armoedigste landen van het Amerikaanse continent
Het nieuwe staatshoofd van Suriname zal zijn landgenoten perspectief en vooruitgang moeten bieden. Santokhi zal met een stevig en visionair plan komen om Suriname uit het moeras te trekken. Daarbij zal hij internationale investeerders moeten verleiden in Suriname te investeren. Het economisch kleine en kwetsbare land, dat amper productie kent, kan simpelweg niet op eigen houtje uit deze diepe crisis geraken.
Herstel van interstatelijke relaties is een voorwaarde met bovenaan het lijstje Nederland en de diaspora. Nu het tijdperk van de voormalig legerleider ten einde lijkt, kunnen Suriname en Nederland zich van hun ‘hebi’s’ (Surinaams voor lasten waaronder iemand gebukt gaat) ontdoen en zich richten op herstel en ontwikkeling van de relatie in wederzijds voordeel.
Maar Santokhi hoeft hier niet zijn hand op te komen houden, hij heeft Nederland veel te bieden. Er liggen kansen om Suriname niet enkel te beschouwen als een arme sloeber en voormalig wingewest, maar als een gelijkwaardige partner waarmee cultureel en economisch goed samen te werken valt met wederzijds voordeel.
Zo zouden bijvoorbeeld Nederlandse boeren die gebukt gaan onder de ‘groene’ maatregelen er een duurzaam perspectief kunnen vinden in de polders van het vruchtbare Suriname, dat 3,5 keer de omvang van Nederland heeft. Er liggen daarbinnen volop kansen voor hoogwaardige en natuurinclusieve landbouw en herstel van de verwaarloosde rijstsector van Suriname, gedreven door kennisland Nederland. Bijvoorbeeld via een wederopbouw van Wageningen (ja, ook in Suriname) als innovatiecentrum voor de Nederlandse en Surinaamse agrarische sector.
Ook zouden slimme Nederlandse petrochemische deskundigen een ondersteunende rol kunnen spelen bij de ontginning van de recent aan de Surinaamse kust ontdekten oliebronnen. Tegelijkertijd kunnen de banden tussen het hoger onderwijs worden aangehaald. En voor veel Nederlandse pensionado’s is er een aantrekkelijk perspectief om relatief goedkoop en comfortabel het laatste deel van hun leven in de warme avondzon door te brengen. Goed voor Nederland, goed voor Suriname.
De vraag is of Nederland voldoende is voorbereid op een bezoek van Santokhi. De Tweede Kamer reageerde dolenthousiast op de verkiezingsuitslag. Regeringspartij D66 pleit voor een ‘reset van de slechte betrekkingen tussen Suriname en Nederland’. Maar wat houdt zo’n reset precies in?
Minister van Buitenlandse Zaken, Stef Blok, maakte zich in Paramaribo levenslang impopulair door Suriname een ‘failed state’ te noemen vanwege haar multi-etnische bevolking. Daarmee schreef hij Surinamers af als geboren mislukkelingen. Die pijn wordt ondanks zijn excuses nog steeds gevoeld. En wat gaat Nederland concreet voor Suriname betekenen in termen van inhoudelijke projecten of financiële steun?
Wij roepen het kabinet-Rutte daarom op proactief met een ambitieuze, frisse Suriname-agenda te komen. Een agenda die niet langer uitgaat van een wingewest of het oude en naar koloniale verhoudingen riekende ‘ontwikkelingssamenwerking’, maar van oprechte en synergetische verbinding tussen twee intens met elkaar verbonden landen met wederzijdse behoeften en belangen. Nuchter, vooruitstrevend, maar tegelijk ook met respect voor de lange historische en culturele relatie tussen beide landen.
Bijkomend voordeel: slaagt deze nieuwe Suriname-agenda in haar opzet en levert de hernieuwde samenwerking beide partijen veel voordeel op, dan is de kans op de komst van een nieuwe populistische en desastreuze leider als Bouterse meteen een stuk kleiner. Surinamers kijken hoopvol naar de toekomst, voor beide landen lonkt er een perspectiefrijke gezamenlijke toekomst. Duizenden landgenoten binnen de diaspora staan klaar om een bijdrage te leveren. Hieronder al twee die hun hand opsteken. Wie geeft het eerste zetje?
Maurice Pahladsingh, jurist, politicus en beleidsadviseur bij de Rijksoverheid Dave Ensberg-Kleijkers, bestuurskundige en vicevoorzitter van het Johan Ferrier Fonds
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.