Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Waar de macht lacht

  •  
13-01-2022
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
311 keer bekeken
  •  
ruttelacht
Bij de liberalen is het voorschrift dat je lol moet uitdragen.
Volgens mij is het wel tijd om het eens te hebben over het lachen van de huidige premier van Nederland. Dit aankaarten is natuurlijk een hachelijke onderneming, want wie heeft er nou iets tegen op lachen? Zuurpruimen en galbakken. Alleen, we hebben hier niet te maken met een vrije, natuurlijke lach. We hebben te maken met de lach als instrument. Een instrument van de macht. En dan staat het ons vrij om daar alles over te vinden. Want de maatschappelijke functie van de lach is van oudsher juist het uitdagen van die macht, niet het bestendigen er van.
‘Bent u niet een beetje te vrolijk voor een dag als deze?’, vroeg een verslaggeefster aan Mark Rutte die lachend, zwaaiend en hai! hai! roepend op weg was naar de persconferentie van 18 december jl. Het was al gelekt dat daar een nieuwe lockdown zou worden aangekondigd. Een serieuze zaak die de één veel harder treft dan de ander maar waarvan iedereen de gevolgen zou ondervinden. ‘Nou, ik kan hier wel treurig gaan kijken maar we moeten wel een beetje de moed er in houden natuurlijk’, lachte de afgetreden premier. Het is een bekend gezicht, Mark Rutte die met brede grijns en een grap de pers te woord staat. Wat deze keer uitzonderlijk was, was dat deze vraag aan hem gesteld werd. Het bracht hem zichtbaar van zijn stuk. Het was alsof de journaliste een code had gebroken. De Code van de Lach.
Bij de liberalen is het voorschrift dat je lol moet uitdragen. Of het nou over de ineenstorting van het klimaat en de biodiversiteit gaat of over de zoveelste misstap van de Oranjes, dit móet op enig moment in de discussie ingebracht worden: maar wij hebben altijd lol hoor! Bij ons is het altijd gezellig! Bitterballen! Bier! Hahaha! Hohoho! Inmiddels is dit grapvirus overgeslagen op andere politici. Hugo de Jonge grapte onlangs nog over hoe het hem zal vergaan op zijn nieuwe post, Huisvesting en Ruimtelijke Ordening. ‘Kijken waar ze me nu allemaal de schuld van kunnen geven!’ Hahaha! hohoho! Lachen man.
Totdat.. totdat er iets is dat hen zelf raakt. Niet de wanhoop bij de slachtoffers van het toeslagenschandaal, niet de woede van de inwoners van het aardbevingsgebied in Groningen of de machteloosheid van onterecht beschuldigden uit naam van de participatiewet, maar iets wat pas echt erg is. Er was geen lach te bekennen toen Rutte moest meedelen dat hij op een zondagochtend per sms (!) was ingelicht door voorman Paul Polman dat Unilever Nederland als vestigingsland de rug zou toekeren. De jovialiteit was ook ver te zoeken toen Shell een paar maanden later had besloten hetzelfde te doen. Zou Rutte hem een virtuele boks hebben gegeven als Polman hem had laten weten dat hij niet zo sip moest kijken en er wel een beetje de moed in moest houden? Als Shell-topman Ben van Beurden na de mededeling breed lachend had geroepen: en dan nu: biertje!!!!? De beelden zeggen van niet. Er was geen bier. Er waren geen bitterballen. Er was geen lol. Wat we zagen was een gekwetste man, ontgoocheld misschien wel. Even was het schild van de lach niet meer hoog te houden omdat hij, zijn partij, voor een keer niet de uitdeler maar de ontvanger was.
In het essay Het lachen (Le rire) onderzoekt de Franse filosoof Henri Bergson (1859-1941) de betekenis en functie van de lach en het komische. Een onderdeel van zijn conclusie is: ‘Het lachen is vooral bedoeld als correctie. (…) Zo neemt de maatschappij wraak vanwege vrijpostig gedrag dat men zich ten aanzien van hen gepermitteerd heeft.’ Het is een veel geciteerde studie naar de kracht van de lach. De lach ontstaat volgens Bergson wanneer er sprake is van een contrast. In maatschappelijke zin zit dat er in dat het volk grappen maakt wanneer er iets in hun nadeel is, een contrast van hoe het zou moeten zijn in tegenstelling tot hoe het is en vooral tot hoe het voorgesteld wordt. Het geeft dus geen pas wanneer de macht dit naar eigen hand zet. Humor, échte humor, is bottom-up en niet top-down. Bottom-up is aan de kaak stellen. Top-down is uitlachen.
Humor is dan ook van oudsher iets van het volk, zoals de hofnarren aan de Middeleeuwse hoven. Nu zijn het de cabaretiers die dat doen.
Het is niet alleen niet hun plaats wanneer machthebbers zich op dat terrein begeven. Het is ook vanwege iets anders dat ze dat niet zouden moeten doen: het is gênant. Kijk naar The Office van komiek Ricky Gervais en zie hoe dat geforceerd lollig willen zijn de plank mis slaat. Hij was de manager van het kantoor die door iedereen grappig gevonden wilde worden, maar dat dus nooit was. En hij is nog maar een manager. Het gaat mij hier vooral om het ambt en niet om de persoon an sich, maar wij hebben een minister-president die dat doet! Hoeveel boerenkiespijn is er al niet veroorzaakt wanneer er wel gelachen móest worden over deze geforceerde jovialiteit?
Je kunt je de reacties op een opinie als deze al voorstellen. ‘Niet lachen hoor, want dat mag niet meer, hahaha, hohoho.’ Maar ik heb een stelregel: Waar de macht lacht moet het volk zijn kralen tellen. (Een volkswijsheid uit eigen koker, maar laat het me gerust weten als de uitdrukking, of iets vergelijkbaars, al bestond. :))
Het is een serieuze zaak dat steeds meer mensen, wij, het na de afgelopen kabinetten steeds moeilijker hebben, ondanks hard werken en goede wil. Verder gaan een biertje en een bitterbal er bij velen van ons ook wel in. Dat is niet een voorrecht van de lachende klasse. Lachen is dat evenmin. Zoals gezegd is humor er om iets aan de kaak te stellen. Wij blijven dus echt wel lachen. Maar dat hoeft niet op aanwijzing van de grote lachleider. Wij hebben onze eigen grappen en die van de cabaretiers. Ondertussen is het ook een goed idee onze kralen te blijven tellen.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.