Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Waarom we de morele 'rebel' irritant vinden

  •  
24-10-2013
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
178 keer bekeken
  •  
BNNVARA fallback image
 De meeste mensen zien zichzelf als moreel en zelfs als moreler dan gemiddeld. Door het gedrag van de 'rebel' komt die overtuiging onder druk te staan
Of het nu gaat over Zwarte Piet, parttime werken voor vrouwen, vlees eten of kleren uit Bangladesh kopen: er is altijd één mening die wordt gezien als moraliserend – het Hollandse vingertje dat de lol van anderen wil versjteren – en een tegengestelde mening die “ieder z’n meug” en “eigen keus” wil beschermen. Achter deze tegenstelling gaat een psychologisch mechanisme schuil dat echte discussie en voortschrijdend inzicht ondermijnt.
Stel, u doet mee aan een onderzoek over besluitvorming. Een van de vragen begint met een verhaal over een inbraak waarbij een schroevendraaier is gebruikt. De politie heeft drie verdachten van wie u foto’s ziet met een toelichting. Een van de verdachten heeft geen alibi, heeft een strafblad, is werkloos, en werd aangehouden met een heleboel geld op zak en een schroevendraaier. O ja, en hij is zwart, ziet u op de foto. Er wordt gevraagd wie volgens u het meest verdacht is. Wijst u de zwarte man aan?
Waarschijnlijk wel, want dat doen we allemaal: hij heeft alles tegen zich en de andere twee verdachten niet. Stel nu dat u na het onderzoek de antwoorden ziet van een andere deelnemer. Deze deelnemer heeft opgeschreven: “Ik sla deze vraag over. Deze zaak is duidelijk in elkaar gezet om de zwarte man het meest verdacht te maken. Ik doe hier niet aan mee.”
Wat is uw indruk van deze deelnemer? U hebt zelf net meegewerkt. Het was u ook opgevallen, maar u hebt gewoon braaf de vraag beantwoord. Nu maakt iemand opeens principieel bezwaar. Mensen die dit daadwerkelijk meemaakten in een onderzoek*, vonden deze ‘morele rebel’ een irritant betwetertje: vooringenomen, overtuigd van eigen gelijk, en niet erg coöperatief. Hetzelfde gebeurde in de beroemde gehoorzaamheidsexperimenten van Milgram, waar de meeste deelnemers bereid bleken iemand een gevaarlijke of zelfs dodelijke schok toe te dienen. Wanneer zij achteraf werden geconfronteerd met een deelnemer die had geweigerd, zeiden ze vaak: “Hij moet niet zo dwars liggen, als iedereen dat doet komt het onderzoek nooit af.”     Het grappige is dat de morele dwarsligger geheel anders wordt beoordeeld door mensen die niet zélf de situatie hebben meegemaakt. Deelnemers die het verhaal over de politiezaak lazen en daarna meteen de reactie van de “rebel” zagen, zonder dat eerst naar hun eigen reactie was gevraagd, vonden de rebel een moreel voorbeeld; ze beoordelen hem als onafhankelijk, sterk, eerlijk, intelligent en volwassen. Het enige verschil is dat deze mensen niet in de gelegenheid waren gebracht om meegaand te doen, dus om datgene te doen waar de rebel zich tegen verzette.
Degenen die zelf net hadden meegewerkt, bleken het gevoel te hebben dat de dwarsligger hun gedrag zou afwijzen. In feite maakte de rebel een punt waar ze zelf niet aan hadden gedacht. De meeste mensen zien zichzelf als moreel en zelfs als moreler dan gemiddeld. Door het gedrag van de rebel kwam die overtuiging onder druk te staan. Dit roept een defensieve behoefte op om de rebel af te kraken: wat een overdreven heilig boontje.
Waarschijnlijk hebben we dit allemaal wel meegemaakt. Zo wilde ik ooit een vriendin een Cola aanbieden in een milieuonvriendelijk blikje, waarop ze zei: “Geef me dan maar gewoon water, ik wil liever niet een drankje uit blik”. Ik zie mezelf als reuze milieubewust, maar op dat moment dacht ik: “Nou zeg, je kan ook te ver gaan met die milieu-mierenneukerij.”
Omgekeerd heb ik natuurlijk zelf ook heel wat irritatie gewekt door mijn mond te roeren over het dierenleed in de veeïndustrie. Net als Jet Bussemaker, die een stormvloed van “Dat maken we zelf wel uit” over zich heen kreeg toen ze opperde dat Nederlandse vrouwen het rendement van hun dure opleidingen verhogen als ze meer uren zouden werken. Het gebeurt nu zelfs landelijk: Nederland is geïrriteerd over de veronderstelling dat het fenomeen Zwarte Piet racististisch zou kunnen zijn. “Waar bemoeien de Verenigde Naties zich mee?”
Dit is de reflex die iedere zinnige discussie ondermijnt: “waar bemoei je je mee” en “dat is mijn eigen vrije keus”. Onder het mom van keuzevrijheid worden de meeste kortzichtige of zelfzuchtige (in de zin van schadelijk voor het groepsbelang, bv. milieu/klimaat, collectieve middelen) keuzes gerechtvaardigd en “mag je daar niks van zeggen”.
Ik heb geen mening over Zwarte Piet. Voor mij is het een empirische vraag die nog niet is beantwoord: zien kinderen Zwarte Piet als horend tot dezelfde categorie als bijvoorbeeld Surinamers of Afrikanen? Maar ik vind dat hoe dan ook éérst van de defensieve onderbuikreactie af moeten, voordat we de discussie aan gaan. Het is denkbaar dat wij, opgegroeid met Sint en Piet, een blinde vlek hebben voor het verborgen racisme dat erin doorschemert in de ogen van buitenstaanders. Als die buitenstaanders gelijk hebben (nogmaals, we weten niet of dat zo is: de discussie wordt zoals gewoonlijk factfree gevoerd) is dat een ‘afgang’ voor ons. Pas als je bereid bent die afgang te accepteren als mogelijke uitkomst, dán is een zinvolle discussie mogelijk – een kans om iets te leren en een beter mens te worden. Hetzelfde geldt voor al die andere onderwerpen waarin we door een morele betweter worden betrapt op een mogelijke blinde vlek.
* Monin e.a. (2008). The rejection of moral rebels. Journal of Personality and Social Psychology, 95, 76-93.

Meer over:

opinie, leven
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.