Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Wanneer gaan politici het over echte problemen hebben?

  •  
16-08-2012
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
91 keer bekeken
  •  
BNNVARA fallback image
Nederlandse politici leken zich de afgelopen jaren voornamelijk onledig te houden met vragen van het type: wat moeten we aan met een stel weigerambtenaren en met 150 vrouwen in een boerka? Zal het de komende weken anders worden?
Nog nooit was de Nederlandse bevolking zo hoogopgeleid als nu, maar wie de Nederlandse politici bezig ziet zou dat niet zeggen. Zij behandelen de kiezers als een stel kleine kinderen die ze tegen elke prijs tevreden willen houden. Wanneer staat er eens een Nederlandse politicus op die een vergezicht schildert en de kiezers pijnlijke keuzes wil voorhouden?
Het was geen vrolijke boodschap waarmee premier Joop den Uyl op 1 december 1973 op televisie verscheen. Vanwege de oliecrisis ging de benzine op de bon en kwamen er autoloze zondagen. Den Uyl riep de bevolking op om zuinig om te gaan met energie: niet te hard rijden, de verwarming wat lager zetten…
Het was een toespraak die je vandaag de dag niet meer van een Nederlands politicus kunt verwachten. Om twee redenen. In de eerste plaats legde Den Uyl geduldig uit wat de – vervelende – gevolgen zouden kunnen zijn van doorgaan op de oude voet. Hij erkende dat de één harder getroffen zou worden door de maatregelen dan de ander. “Dat is niet rechtvaardig maar dat is niet altijd te voorkomen.”
Het idee achter de energiebesparing thuis en op de weg was dat het bedrijfsleven zolang mogelijk ongestoord kon blijven doordraaien. Op die manier zou de werkgelegenheid op peil kunnen blijven. En dat was de tweede reden waarom de rede van Den Uyl vandaag de dag ondenkbaar zou zijn: hij deed een beroep op de bevolking. Samen de schouders eronder om een hoger doel na te streven.
Kom daar vandaag de dag nog eens om: een Nederlandse politicus die de kiezer niet alleen pijnlijke dilemma’s voorlegt maar ook nog eens vraagt om offers te brengen. In plaats daarvan belooft de hedendaagse politicus zijn kiezers bij voorkeur van alles en nog wat – ook als hij weet dat hij die beloftes nooit kan inlossen. Alles om maar te voorkomen dat hij het over complexe, maar reële problemen moet hebben, zo lijkt het.
Sisboete Aan echte problemen hebben we ondertussen niet bepaald een gebrek. Nederland en de wereld staan voor tal van grote uitdagingen: een voortwoekerende financiële crisis, gezondheidskosten die de pan uitstijgen, de dreiging van een nieuwe voedselcrisis, het opraken van allerhande grondstoffen die ons geriefelijke leven mede mogelijk maken, een vergrijzende en steeds dikker wordende bevolking en een snel veranderende arbeidsmarkt om er maar eens een paar te noemen.
Al deze vraagstukken, die om een stevig debat schreeuwen, worden echter voortdurend naar de achtergrond gedrongen door onderwerpen waarover je je weliswaar lekker kunt opwinden maar die nou niet bepaald essentieel zijn voor onze toekomst. Nederlandse politici leken zich de afgelopen jaren voornamelijk onledig te houden met vragen van het type: wat moeten we aan met een stel weigerambtenaren en met 150 vrouwen in een boerka?
Zal het de komende weken anders worden? Nu de verkiezingen in aantocht zijn, lijkt dit immers het uitgelezen moment om als politicus eens wat verder vooruit te kijken, om een visie te ontvouwen. Hoe moet Nederland er in 2030 uitzien? En welke concrete stappen moeten we zetten om daar te komen? Wat voor problemen staan ons te wachten? Waar liggen de kansen?
Het zou mooi zijn, maar wie hoopt op een fundamenteel debat over de toekomst van Nederland komt vooralsnog bedrogen uit. In plaats daarvan schotelen de politici ons het ene na het andere idiote voorstel voor om maar een beetje media-aandacht te krijgen en in het gevlei te komen van de kiezer. Een klein stukje 130 rijden op de A2! Verplicht gratis kraanwater in de horeca! Een sisboete voor hitsige mannen!
Queen-ideologie Rond de tiende sterfdag van Pim Fortuyn, enkele maanden terug, waren de analyses over zijn erfenis niet van de lucht. Zijn belangrijkste nalatenschap lijkt er echter uit te bestaan dat Nederlandse politici zich laten gijzelen door de vraag wat hun doen en laten voor consequenties heeft in de eerstvolgende peiling van Maurice de Hond.
Daarbij heeft bij menige politicus het idee postgevat dat de kiezer een jengelende kleuter is die je zo snel mogelijk een lolly moet toestoppen als hij het niet naar de zin heeft. Natuurlijk, die kiezers zijn er. Het zijn de aanhangers van Queen-ideologie: I want it all and I want it now. Figuren die denken dat het altijd allemaal maar tegelijkertijd kan: lagere belastingen én een overheid die altijd meteen voor je klaar staat als jíj haar nodig hebt.
Als je dergelijke kiezers aan je wil binden, dan mag je inderdaad vooral niets doen wat hen tegen de borst kan stuiten. Veel politieke beslissingen van de laatste jaren zijn terug te voeren op de angst voor deze kiezer. Neem Mark Rutte die om electorale redenen liever in zee ging met de PVV – een partij waarvan hij wist dat die elke serieuze hervorming zou tegenhouden – dan dat hij serieus wilde kijken naar alternatieven waarmee hij veel meer had kunnen bereiken. Het gevolg: Nederland staat inmiddels twee jaar stil. En Rutte maar lachen.
Of neem Diederik Samsom. De inkt van het Kunduz-akkoord was nog niet droog of de PvdA-leider wist al dat de plannen desastreuze gevolgen zouden hebben voor leraren en politieagenten. Zij zouden er immers, net als de andere ambtenaren, geen salaris bijkrijgen. Zou Samsom het nou echt niet hebben kunnen uitleggen aan die docenten, dienders en andere ambtenaren dat zij weliswaar geen loonsverhoging krijgen, maar dat er in ruil daarvoor niet zo hard wordt bezuinigd op – noem eens wat – het persoonsgebonden budget? Is dat niet ook een vorm van solidariteit die de PvdA altijd zo hoog in het vaandel zegt te hebben staan?
Politiek cynisme Het optreden van Rutte en Samsom stemt extra treurig omdat je vermoedt dat ze eigenlijk wel beter weten. Het zijn uitermate intelligente mensen die zich uit een soort politiek cynisme dommer lijken voor te doen dan ze in werkelijkheid zijn.
Bovendien kun je je afvragen of dat opportunisme daadwerkelijk tot het gewenste electorale resultaat leidt. Zou er niet stiekem een zwijgende meerderheid zijn in Nederland die wel gewoon serieus wil worden genomen? Kiezers die begrijpen dat een regering pijnlijke maatregelen moet nemen die desalniettemin nodig zijn om een bepaald probleem op te lossen. Wordt het wantrouwen jegens de politiek niet veel meer veroorzaakt door politici die zaken beloven die ze toch niet kunnen waarmaken, dan door politici die de kiezer niet voortdurend naar de mond praten.
Is het niet ook gewoon de taak van een politicus om serieuze problemen aan te kaarten in plaats van allerlei proefballonnetjes op te laten? Moet je niet gewoon proberen – tegen de stroom in – het niveau van het debat omhoog te krijgen?
Er zijn heus wel mensen die stemmen op een politicus die een impopulair standpunt inneemt en daar vervolgens achter blijft staan omdat hij denkt dat dat nodig is. Als je er maar een goed verhaal bij hebt. En nee, dat hoeft heus niet met een boodschap van louter hel en verdoemenis.
Zelfs Den Uyl wist zijn speech over de oliecrisis in 1973 optimistisch te beëindigen. Hij dankte de kijkers voor hun medewerking. “Die medewerking is ook nodig om, als we morgen of overmorgen niet meer met de auto kunnen, het samen te vinden in volle bussen en treinen”, zo hield de premier zijn gehoor voor. “Als we daartoe bereid zijn, wordt het geen koude winter, al vriest het nog zo hard.”
Zelfs nu buiten de mussen van het dak vallen, is dat een hartverwarmende tekst.
Volg Maarten Reijnders ook op Twitter

Meer over:

politiek, opinie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.