Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Wat zou er gebeuren als olie weer goedkoop werd?

  •  
28-08-2014
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
BNNVARA fallback image
Een prijs van 35 dollar per vat is zelfs beter voor de wereldvrede
Het is de natte droom van menig automobilist, econoom en minister van Economische Zaken. Het dalen van de olieprijs. Stel dat het zwarte goud weer net zo betaalbaar wordt als rond het jaar 2000. Toen we 35 dollar per vat betaalden. Toen we nog onbekommerd autoreden en economische groei kenden. Stel dat er iemand in staat zou zijn om die goede oude tijd terug te laten keren. Wat zou er dan gebeuren?
Bij 35 dollar per vat zou de dieselprijs sterk dalen. Klinkt leuk, niet? Het is niet onwaarschijnlijk dat daardoor heel veel mensen weer in de auto stappen en meer kilometers afleggen. Jammer voor de autobedrijven die geïnvesteerd hebben in elektrische voertuigen, maar de SUV-bouwers gaan weer goede zaken doen. En dat is goed voor de economie. Maar het zijn niet alleen de autofabrieken die beter draaien. Ook de vrachtwagenchauffeurs zouden meeprofiteren. Opeens hoeven transportbedrijven niet langer hun toevlucht te nemen tot Bulgaarse chauffeurs, maar kunnen ze weer volwaardige lonen betalen. En er wordt weer meer vervoerd. En wat geldt voor vrachtwagenchauffeurs geldt ook voor Schiphol en de Rotterdamse haven. Wat ook betekent dat een vakantievlucht naar het zonnige zuiden nog spotgoedkoper wordt, de prijs van een kabeljauw daalt doordat Urker vissers minder kosten maken en uw nieuwe iPad minder duur wordt.
Een prijs van 35 dollar per vat is zelfs beter voor de wereldvrede. Hoge olieprijzen zijn een belangrijke factor in de toenemende spanningen in ontwikkelingslanden. Deels omdat regeringen daar brandstof subsidiëren en daar de afgelopen jaren steeds vaker van af moesten zien vanwege de hoge olieprijs. En het afschaffen van die subsidies leidde in landen als Egypte, Indonesië, Syrië en Birma steevast tot grootschalige protesten en de val van regimes die al decennia stevig in het zadel hadden gezeten. Een andere manier waarop hoge olieprijzen onrust in de hand werken is het opdrijvende effect op de voedselprijs. Voedsel produceren kost veel olie, en hoe hoger de olieprijs hoe meer van dat voedsel verwerkt wordt tot biodiesel. En tot slot begint een aantal ondemocratische regimes in olierijke landen door te krijgen dat in een wereld waar olie schaars is, olie een machtig wapen vormt dat veel geld oplevert om je regime mee overeind te houden, en dat je immuun maakt voor westerse druk om mensenrechten serieus te nemen en geen ruzie te maken met je buren.
Een ‘klein’ nadeel is natuurlijk dat die hoge olieprijs tot nu toe het meest effectieve middel was om de ontwikkeling van duurzame energie aan te jagen en te voorkomen dat we deze planeet braden in de overvloed aan fossiele brandstoffen die we hebben. Al staat daar tegenover dat juist de hoge olieprijs ervoor zorgt dat oliebedrijven gaan boren en graven naar soorten olie die erg milieuonvriendelijk zijn en veel meer CO2 uitstoten dan ‘gewone’ olie. De teerzanden in Canada bijvoorbeeld, of de schalieolie uit Noord-Dakota in de VS. De winning daarvan zou snel ophouden bij een prijs van 35 dollar per vat. Het zou simpel weg te duur zijn. Greenpeace ook weer blij.
Oeps… dat levert ons wel een ander probleem op. Een tekort aan olie.
Het is namelijk niet een complot van de oliebedrijven of de OPEC die de olieprijs tot zulke extreme hoogte heeft opgestuwd dat het de economische groei vernietigt. De afgelopen tien jaar zijn de kosten van de oliewinning extreem opgelopen. Of beter gezegd, de goedkope, makkelijk winbare olie begint op te raken. De productie daarvan daalt structureel sinds 2005. Het groeiende gat in de olieproductie dat deze daling achterlaat, wordt opgevuld met teerzandolie, schalieolie, olie uit de Noordpool en van onder de bodem van de oceaan. En het winnen van die olie is extreem duur. Oftewel, als de natte droom van de automobilist uitkomt, gaan we enkele miljoen vaten olie per dag meer willen gebruiken, maar kunnen oliebedrijven enkele miljoenen vaten minder produceren willen ze niet op de fles gaan.
En dat betekent rijen bij de benzinepomp. Bedrijven gaan dan misschien niet langer failliet omdat de olie te duur is maar omdat het zwarte goud simpelweg niet langer te verkrijgen is. Het betekent goedkope vliegtickets, maar het is maar afwachten of je vlucht wel vertrekt.
Het is de vrije markt die deze chaos voorkomt. Of eigenlijk verbergt. In plaats van rijen aan de pomp kunnen steeds meer mensen geen auto meer kopen. In plaats van vakantievluchten die soms wel en soms niet vertrekken, zullen sommige vissers niet meer uitvaren vanwege de hoge dieselprijs. We voorkomen rijen bij de benzinepomp door in binnen- en buitenland steeds meer mensen uit de oliemarkt te drukken.
Tegelijkertijd lijkt het erop dat de oliebedrijven de strijd met de oplopende kosten aan het verliezen zijn. Grote bedrijven als Shell, Exxon en BP zien het bedrag dat zij moeten investeren om de productie op peil te houden en nieuwe oliereserves te ontwikkelen steeds verder oplopen. Zonder dat het ze meer olie oplevert. En dat is iets waar de aandeelhouders van deze bedrijven geen vrede mee hebben. Aandeelhouders willen dividend, geen olie. En dus zijn oliebedrijven begonnen met het fors terugschroeven van hun investeringen. Met als waarschijnlijke uitkomst in de nabije toekomst: minder olie en hogere prijzen. Maar weest u gerust. Rijen bij de benzinepomp gaat u niet zien. Veelste duur om daar te staan.

Meer over:

opinie, economie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.