Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Weg met het zielige-diertjes-sentiment

  •  
17-12-2014
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
359 keer bekeken
  •  
RTEmagicC_muis300.jpg

Er is niets onfatsoenlijks aan de jacht. Laat het over aan mensen die er verstand van hebben
Sinds enige decennia zien we een grote invloed van dierenactivisten op de publieke opinie. Dit zou een gunstige invloed hebben op onze beschaving. Nu is er natuurlijk niets op tegen dat er wat meer aandacht is gekomen voor een enigszins fatsoenlijke omgang met dieren. Maar alle acties en alle geschreeuw, al het beroep op het zielige-diertjes-sentiment, het verspreiden van tendentieuze berichten door actiegroepen, de Partij voor de Dieren voorop, hebben veeleer bijgedragen aan de verkindsing van Nederland dan aan de beschaving.
Dit is geculmineerd in het salonfähig maken van een anti-jacht houding. Elk incident met dieren wordt aangegrepen om veel lawaai te maken, van de verstuikte poot van de jachthond van de toenmalige kroonprins tot een aangespoelde bultrug. Hoe die bultrug zich verhoudt tot de 300 bruinvissen -even hoog ontwikkeld, alleen kleiner- die jaarlijks aanspoelen, wordt met geen woord gerept. En de voorzitter van de Partij voor de Dieren werpt zich weer op als de Moeder des Vaderlands. Over iemand die zichzelf dood rijdt op een overstekend wild zwijn wordt wederom met geen woord gerept.
Parlementaire muizen
Voorbeelden van onzinnige acties vindt men ten overvloede in de talloze vragen van de PvdD in de Tweede Kamer. Illustratief hierbij is het voorstel van 9 januari 2012 om de muizen op het Binnenhof voortaan levend te vangen en elders weer uit te zetten (al dan niet gesteriliseerd?). Op zich al een absurd idee, want wie mag die parlementaire muizen dan wel opvangen? Maar vergeten wordt dat een groot deel van die muizen een zogend moederdier is. En wie vangt de weesjes op wanneer moeder, al dan niet levend, afgevoerd wordt? En dat alles tegen een achtergrond, waar elk etmaal tienduizenden muisjes verweesd raken door torenvalken en andere rovers. Verkindsing dus in onze volksvertegenwoordiging.
Ook Dion Graus, de dierenvriend van de PVV, gaat er prat op zijn muizen levend te vangen en -illegaal- uit te zetten. Terecht zei daarom het kamerlid Louis Bontes: “Dit is het parlement, geen kleuterklas. Het zijn de ideeën van een vijfjarig meisje dat te veel naar Free Willy heeft gekeken.”
En dit leidt dan weer tot krankzinnigheden als een stille tocht voor een doodgeschoten hond of het leggen van bloemen op de plaats waar een paar half verzopen wilde zwijnen op al dan niet goede gronden werd afgemaakt. Dit soort acties heeft niets met natuur- of dierenliefde te maken. Men is duidelijk losgezongen van de natuurlijke realiteit waarin we leven, de natuurlijke realiteit waar we uit voortgekomen zijn. Het is dus eerder geestelijke decadentie te noemen dan beschaving.
Oostvaarderplassen
De dierenliefde van de dierenactivisten laat zich ook in twijfel trekken door hun houding ten opzichte van de Oostvaarderplassen. Daar liet men ’s winters pakweg 1800 grote grazers, hoofdzakelijk edelherten, van de honger creperen. Google maar op Stophetleed. De PvdD nam geen standpunt in, want het noodzakelijke beheren van de aantallen zou jacht betekenen. En daar zijn ze op tegen. Uiteindelijk werd schoorvoetend ingestemd met reactief beheer, dit wilde zeggen het ‘euthanaseren’ (oudgrieks voor netjes afmaken) van dieren, waarvan vermoed wordt dat ze de winter niet door zullen komen. Dus toch jagen, maar pas na aftakeling van het dier. In eufemismen zijn ze goed. Mag men dit hypocriet noemen? Ja, dat mag, maar de diepere grond is dat de PvdD hier aanloopt tegen de onhoudbaarheid van hun eigen uitgangspunten, die gewoon in strijd zijn met onze natuurlijke realiteit. En die kan niemand veranderen, ook niet als men vindt dat dit bij het beschavingsproces hoort.
Een ondoordachte mantra die men ook vaak hoort of leest, is ‘de natuur regelt het zelf wel’ (behalve dan in Pieterburen). Natuurlijk doet de natuur dat. Ook als wij geen dijken meer bouwen. Dan wordt Nederland door de natuur weggeregeld, tot groot genoegen van de platvissen, zeehonden en sommige dierenvrienden.
Kennis van de jacht
Ondertussen heeft de gemiddelde Nederlander, die in een stedelijke omgeving is opgegroeid en met veel belangstelling naar de documentaires van David Attenborough kijkt, een heleboel onzin over zich heen gekregen. En daar blijft altijd wel iets van hangen. Hij is niet tegen de jacht, ziet de noodzaak ervan wel in, heeft ook niets tegen het eten van wild -waarvan hij de smaak niet kent- maar is wel tegen plezierjacht. O ja? Wat weet hij hier dan van? Velen hebben zelfs nog meer uitgesproken meningen zonder enige kennis van het onderwerp.
RTEmagicC_vos300.jpg
Dus, als u een mening over de jacht wilt formuleren, lees dan eerst over argumenten vóór de jacht en verdiep u dan in de jacht zelf, in plaats van alle onzin na te bauwen. U zult er achter komen dat het jagersgilde goed opgeleid is, zéér betrokken is bij de natuur, beschikt over een enorme traditionele kennis, vaak urenlang een dier observeert alvorens tot een verantwoord schot te komen, zich inzet voor een goed wildbestand in hun gebied (biodiversiteit), een doorsnee vormt van de bevolking en enorm kan genieten van het jachtavontuur en de daaraan gekoppelde tradities.
Natuurorganisaties: spreek je uit
Terugkomend op de verkindsing citeer ik Pauline de Bok in haar artikel in de Volkskrant van 2 maart 2013: “Het is overmoed onszelf boven de natuur te verheffen, ónze natuur ….”
Ja mensen, realiseer je dat je bestaat omdat je voorouders zich omhoog gevochten hebben in een onbarmhartige natuur, dat je in feite tot je knieën in het bloed staat, beschaving of niet. Maar de dierenactivisten willen de mens en de natuur graag opnieuw uitvinden. En dat kan alleen maar brokken veroorzaken, zoals de geschiedenis leert.
Deze verkindsing heeft ook als gevolg, dat organisaties als Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, die van nature vóór regulering van aantallen (lees biodiversiteit) zouden moeten zijn, zich niet openlijk voor de jacht durven uitspreken, alhoewel ze stiekem wel een beetje aan afschot doen als het niet meer anders kan. Maar alleen dán. Want intussen zijn hun gebieden kweekplaatsen geworden voor een niet aflatende stroom aan ganzen en vossen, die constant uitzwermen over de aanpalende agrarische gebieden. Het is een misverstand te denken dat de naburige jagers blij zijn met die continue aanvoer om ‘lekker te kunnen schieten’.
Nog een voorbeeld is de Vogelbescherming, die zich niet uitspreekt voor het terugdringen van vossen en verwilderde katten, die een enorme negatieve invloed hebben op de vogelstand. Want ja, als je je uitspreekt voor de jacht op deze dieren, wat dan verder nog? Kraaien en ganzen zijn ook vogels. Ook deze organisatie stoot dus de kop tegen de realiteit.
Dus, politiek, geef de jacht terug aan de mensen, die er verstand van hebben en houd ze ver van mensen met beperkt houdbare ideologieën. Anders zal de natuur het zelf wel regelen.

Meer over:

opinie, groen
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.