Opinie 28 mei 2011
Weigerambtenaar
‘Vandaag heb ik laten nakijken of er ambtenaren zijn die geen homo’s willen trouwen. Die zijn er op dit moment niet.’
Het was 9 februari 2011, een commissievergadering van de Amsterdamse gemeenteraad, en op mijn vraag of er nog weigerambtenaren werkzaam waren in de hoofdstad antwoordde Eric van der Burg – wethouder Personeelszaken – ontkennend, zonder ook maar te knipperen. Tja. Dat bleek dus niet helemaal de waarheid te zijn. Een paar weken later diende Trots op Amsterdam schriftelijke vragen in, met diezelfde vraag: zijn er ambtenaren die weigeren homo’s en lesbo’s te huwen?
Een beetje overbodig vond ik die vragen na het klip en klare antwoord van Van der Burg. Wat goed echter dat ze het toch hebben gedaan, want uit de beantwoording bleek dat er opeens toch twee weigerambtenaren zijn in Amsterdam. In 2007 besloot de gemeente niet langer weigerachtigen aan te nemen, maar beiden werkten toen al als ambtenaar van de burgerlijke stand. Oh nee, toch niet: uit een nagekomen brief blijkt nu opeens dat één van die ambtenaren pas vorig jaar was aangenomen en later van gedachten was veranderd.
Wat een boel verwarring. Zeker is in elk geval dat de rechtbank te Leeuwarden in juni 2003 besloot dat een ambtenaar met ‘gewetensbezwaren’ niet ontslagen had mogen worden. Vaak wordt terugverwezen naar die uitspraak, maar mij lijkt dat onterecht. De rechtbank stelde namelijk expliciet dat deze uitspraak ingegeven werd door praktische redenen (iets met een verlengd contract) en niet door principiële redenen.
Het zou dus goed zijn als Amsterdam het voortouw zou nemen, en de twee weigerachtige ambtenaren zou ontslaan. Laat ze dat ontslag dan maar aanvechten: het zou zomaar kunnen dat de rechtbank, het Hof of de Hoge Raad erkent dat het gelijkheidsbeginsel, het verbod op discriminatie en het uitvoeren van de wet (Wet Openstelling Huwelijk) belangrijker is dan het recht op gewetensbezwaren.