Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Met zo’n links hebben we geen rechts meer nodig

  •  
15-04-2018
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
90 keer bekeken
  •  
6956886311_c66dc610a5_z

© cc-foto: Let's go

Progressieve waarden zoals gelijkheid en vrijheid worden ondermijnd omdat ze worden gebruikt om te generaliseren en uit te sluiten
Door: Tim van Gerven, Josip Kesic, Enno Maessen en Tymen Peverelli, allen verbonden aan de Universiteit van Amsterdam
PvdA-lid Wimar Bolhuis liet afgelopen maandag in het opiniekatern van de Volkskrant zijn licht schijnen over de dalende populariteit van de sociaaldemocratie. De PvdA en SP hebben het te veel over economie en negeren culturele thema’s. Juist op het moment dat ‘onze manier van samenleven’ wordt ondermijnd. Dát is de echte zorg van de sociaaldemocratische kiezer. Aldus Bolhuis. Zijn stuk is typerend voor de algemene ruk naar rechts in de Nederlandse samenleving. Zelfs linkse partijen hebben zich uit angst voor zetelverlies in een hoek laten drukken en zwabberen uit ideologische armoede maar mee naar rechts. Met zo’n links hebben we geen rechts meer nodig.
Bolhuis heeft alleen volstrekt ongelijk als hij beweert dat de PvdA en SP alleen maar oog hebben voor economie. Tijdens de laatste parlementsverkiezingen was ‘de Nederlandse identiteit’ het hoofdpunt van de discussies. Alle linkse partijen, GroenLinks en de SP incluis, gingen hierin mee. In het politieke debat, met Wilders en Baudet als belangrijkste toonzetters, gaat het tegenwoordig vooral over ‘culturele zekerheid’ en ‘onze manier van samenleven’. De politieke uitbuiting van deze angst verhult dat vrijwel alle politici – van links tot rechts – het er over eens zijn dat de Nederlandse cultuur superieur is.
De verklaring voor de krimpende steun voor de sociaal-democratie wordt niet gezocht in het feit dat de welvaartsstaat sinds de jaren tachtig steeds verder is uitgekleed. De afgelopen regeringen – met onder andere de VVD en PvdA als partners – hebben de sociaal-economische belangen van de Nederlandse burgers te grabbel gegooid met bezuinigingen en belastingvoordelen voor banken en multinationals.
In plaats daarvan gooit Bolhuis een reeks maatschappelijke problemen op een hoop. Hij brengt thema’s als uitkeringsfraude, autoritaire moslims en probleemjongeren samen zonder dat hij enig bewijs levert voor een onderlinge samenhang. In zijn wereld lijken deze groepen allemaal onderdelen van hetzelfde probleem: ‘de ‘Arabisering’ van de Nederlandse cultuur. Dit is precies het verhaal dat rechts de afgelopen jaren keer op keer heeft herhaald en dat de tegenstellingen in de samenleving heeft aangewakkerd.
Bolhuis beweert dat solidariteit alleen kan bestaan binnen de eigen culturele groep. Hiermee slaat hij de plank wederom mis. Nederland is nooit een eenvormig land geweest en kon ook in tijden van grote verdeeldheid functioneren. Het duidelijkste voorbeeld waren de hoogtijdagen van de verzorgingsstaat, toen Nederland vanwege de verzuiling een door en door verdeeld land was.
Bolhuis herhaalt het inmiddels zo vaak herkauwde beeld: een grote zorg van ‘gewone’ (oftewel: witte) Nederlanders is ‘onze manier van samenleven’. Hij stigmatiseert grote groepen niet-witte en islamitische Nederlanders als misdadig en werkloos en hij sluit ze daarmee uit van hun democratische rechten. Bovendien negeert hij op deze manier al die mensen die keihard zijn geraakt door de bezuinigingen op de welvaartsstaat: berooide ZZP’ers, vergeten kinderen in de jeugdzorg en eenzame ouderen.
Het betoog van Bolhuis bestaat uit een bekend stramien van argumenten die feitelijk, moreel en politiek bijzonder problematisch zijn. Hoewel hij zijn argumentatie ‘expliciet’ niet racistisch noemt, is zijn betoog dat – impliciet – juist wél doordat hij criminaliteit, werkloosheid, religie en etniciteit op een grote hoop veegt. Zijn denkfout verhindert een zinnig debat over sociaal-economische en groene thema’s – juist op het moment dat veel Nederlanders door de stijgende prijzen geen huis meer kunnen betalen en de gevolgen van de klimaatverandering steeds zichtbaarder worden.
Deze manier van denken is ook gevaarlijk voor de culturele waarden die zowel links als rechts als de kern van de nationale identiteit zien. Progressieve waarden zoals gelijkheid en vrijheid worden ondermijnd omdat ze worden gebruikt om te generaliseren en uit te sluiten.
Doordat Bolhuis in zijn betoog de rechtse retoriek over cultuur volledig overneemt, bereikt hij juist het tegenovergestelde van de culturele en sociale saamhorigheid die hij zegt te willen bewerkstelligen. Het stellen van culturele grenzen, zoals hij voorstelt, zaait verdeeldheid en ondermijnt daarmee brede maatschappelijke solidariteit.
Als de PvdA en SP zich, in lijn met wat Bolhuis lijkt voor te stellen, laten leiden door vaagheden als de onderbuik van de ‘witte Nederlandse middenklasse’, dan kunnen ze zichzelf inderdaad maar beter opheffen. Waarom zouden kiezers stemmen op een ‘linkse’ regentenpartij die al jaren het schoothondje van de VVD is?
Het zou meer lonen om de zogenaamde (witte) middenklasse in gesprek te brengen met groepen die misschien niet eens zo heel erg anders denken of leven dan zijzelf. Waarschijnlijk zullen ze veel in elkaars zorgen en problemen herkennen.
Bolhuis lijkt het trouwens met ons eens te zijn. Op de PvdA-website schrijft hij namelijk: ‘Om samen te strijden dat alle Nederlanders dezelfde vrijheden en mogelijkheden krijgen, én dat bestaande menselijke rechten en vrijheden niet worden ingeperkt. Voor rechts-populisten is dit allebei niet vanzelfsprekend. Helaas. Ik wil die menselijke waarden juist wel centraal blijven zetten.’
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.