Sigrid Kaag: kritiek op CETA is vaak onzin

Sigrid Kaag, minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking namens D66, werd in Buitenhof ondervraagd over CETA, het omstreden handelsverdrag met Canada dat door de Eerste Kamer geloodst moet worden. Ze stelt dat veel aannames over het verdrag niet onderbouwd worden met feiten. Zo weerspreekt ze de kritiek dat als gevolg van het verdrag er in Nederland ‘steroïde speklappen’ in de schappen komen te liggen. “Dat is onzin. De standaarden van de EU blijven gelden, Canada moet zich daar aan aanpassen. Dat is altijd zo met verdragen.” Ten aanzien van de inlevering van eisen op het gebied van welzijn voor dieren, waar Canada veel slechtere regels voor heeft, stelt ze dat Nederland nu eenmaal een “overgereguleerd” land is. “Het dierenwelzijn wordt gemeten door internationale organisaties”.

Ze stelt dat haar voorganger Lilian Ploumen “goed werk” heeft verricht en de proef met het verdrag al twee jaar naar tevredenheid verloopt. Geconfronteerd met het feit dat Ploumen nu tegenstander is, zegt ze “het standpunt van haar partij (PvdA) is veranderd, niet het verdrag.”

Als het Nederlandse parlement uiteindelijk niet zou instemmen met het verdrag dan ziet ze dat als “het op het spel zetten van de positie van Nederland als handelsland en een beslissing van historische proporties”. Eerder haalde ze al de rol van Canada bij de bevrijding van Nederland aan als argument voor ondertekening van het verdrag.

Esther Ouwehand, leider van de Partij voor de Dieren, reageerde op Twitter als door een wesp gestoken. “Als old school machtspoliticus probeert ze omstreden Europese deal erdoor te drukken. Dreigen met crisis, tegenstanders wegzetten als dom en ongeïnformeerd en zelf zwaar misleiden (er ís geen sprake van gelijke dierenwelzijnseisen).”

Over haar eventuele plan om zich op te werpen als leider van D66 geeft Kaag niet meer prijs dan dat ze het “overweegt”.

Ze laat zich in bedekte woorden uit als voorstander van een vrouwenquotum voor de top van beursgenoteerde bedrijven. “De ervaring leert dat het als tijdelijke maatregel goed kan werken.” Zo ook bij het streven naar diversiteit.

Het lastigste onderwerp wordt bewaard voor het slot van het gesprek. Het opnemen van Nederlandse kinderen uit het IS-kalifaat. Kaag zet zich wereldwijd in voor kinderrechten “niemand laat de beelden van baby’s, peutertjes koud” maar in het kabinet zijn andere partijen minder humaan ingesteld. Ze houdt zich op de vlakte. “Is dit uw meloen?,” wil de interviewer weten met een verwijzing naar de beeldspraak van CU-leider Gert-Jan Segers over moeilijke kwesties die geslikt moesten worden voor de coalitievorming. “Dat is een heel lastige vraag. Ik besef de beperkingen van mijn eigen rol.”