Nederland schaft een nieuw regeringsvliegtuig aan voor bijna 18 miljoen duurder dan noodzakelijk, schrijft het NRC. Het nieuwe toestel, een Boeing 737 Business Jet is om onduidelijke gronden aangeschaft. Een goedkoper toestel van concurrent Airbus zou ook nog eens eerder geleverd kunnen worden, maar werd desalniettemin afgewezen.
De nieuwe Boeing kost 92,7 miljoen. Het oude toestel van de regering werd verkocht voor 3,7 miljoen, waardoor de vervangingskosten neerkomen op 89 miljoen euro. Airbus bood volgens het NRC echter een vergelijkbaar vliegtuig met nieuwere technologie aan voor rond de 75 miljoen euro.
Dat de regering voor het veel duurdere toestel kiest noemt het NRC opmerkelijk, helemaal omdat het kabinet in eerste instantie ‘zo kostenefficiënt mogelijk’ op zoek wilde gaan naar een nieuw toestel. Er werd zelfs gekeken naar een tweedehands toestel voor het nieuwe regeringsvliegtuig, in luchtvaartkringen erg ongebruikelijk.
Begin februari meldde minister Schultz dat van de vier concurrenten die een inschrijving hadden gedaan, geen van de vier ‘kan worden aangemeld als een geldige bieding’. Maar in plaat van een nieuwe aanbesteding uitschrijven, werd er verder alleen maar onderhandeld met Boeing. De redenen waarom zijn volgens het NRC onduidelijk.
Wel is bekend dat voor de start van de aanbesteding koning Willem-Alexander een opleiding gaat volgen om met een Boeing 737 te mogen vliegen, waardoor luchtvaartdeskundigen speculeren dat de keuze eigenlijk al vast stond. Het koninklijk huis maakt ook gebruik van het regeringsvliegtuig. Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst en minister Schultz staat dat hier helemaal los van.