DNA-test voor veiliger dosering antidepressiva

Artsen en psychiaters laten steeds vaker hun patiënten eerst testen voordat ze antidepressiva krijgen voorgeschreven. Zo kan worden voorspeld of patiënten een afwijkend genetisch profiel hebben waardoor ze antidepressiva te langzaam of juist te snel afbreken. Door een verkeerde dosis kunnen extreme en levensgevaarlijke bijwerkingen optreden, voor zowel de patiënt als hun omgeving.

Onder artsen neemt het bewustzijn toe dat we steeds beter kunnen voorspellen hoe patiënten reageren op geneesmiddelen, omdat dit voor een deel is vastgelegd in het DNA

Volgens Van Schaik heeft een op de tien Nederlanders een genetische aanleg die er voor zorgt dat geneesmiddelen te langzaam worden verwerkt:

De voorgeschreven hoeveelheid kan dan leiden tot een overdosis. Daarmee loopt de patiënt risico’s, zoals geweld tegen zichzelf of anderen. Omgekeerd zie je ook patiënten die juist een heel snelle afbraak van geneesmiddelen vertonen. Als een arts dit niet weet, behandel je de patiënt dus niet effectief.

Bijwerkingen van antidepressiva worden niet allen door artsen besproken, maar ook in strafzaken. Bekendste voorbeeld daarvan is strafzaak de ‘bijlmoord’ uit 2008. Een stewardess vermoorde zonder aanleiding haar man en dochter. Nadat werd bewezen ze het antidepressivum paroxetine gebruikte kreeg ze strafvermindering. In de VS worden dit soort strafzaken ‘ Prozac Killings ‘ genoemd.

Hoogleraar farmacotherapie Anton Loonen treedt vaak op als getuige-deskundige in rechtszaken benadrukt dat van een grote groep gebruikers van antidepressiva een klein deel agressief wordt:

Hard bewijs is nog niet geleverd, maar het aantal aanwijzingen dat hoge doses ssri’s (subklasse antidepressiva, red) kunnen leiden tot zeer agressief gedrag