Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Fel bekritiseerde Participatiewet blijkt inderdaad niet te werken

  •  
19-11-2019
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
638 keer bekeken
  •  
12093807145_b6e786c88e_o

© cc-foto: Roel Wijnants; Toenmalig staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Jetta Klijnsma (PvdA) in 2014. https://flic.kr/p/jqFVwi

De Participatiewet was een van de grote operaties van het Kabinet Rutte II (VVD-PvdA). Het verhaal was dat kansarme burgers, mensen met een beperking en anderen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt beter aan werk zouden komen. Daartoe werden taken van de rijksoverheid naar de gemeenten overgeheveld, sociale werkplaatsen gesloten, de wet Werk en Bijstand verdween en ook de arbeidsondersteuning voor jonggehandicapten, de Wajong. Doel was om de regelgeving te vereenvoudigen maar critici zagen het vooral als een bezuinigingsoperatie. Die laatsten krijgen nu gelijk van het Sociaal Planbureau (SCP) dat de gevolgen heeft onderzocht. Het SCP stelt:
"De invoering van de Participatiewet heeft nauwelijks geleid tot verhoging van de baankansen, zoals beoogd met de wet. Voor de grootste groep, de klassieke bijstandsgerechtigden, is er amper een verschil. Voor mensen die het recht op toegang tot de sociale werkvoorziening verloren, daalde de kans op werk. Voor jonggehandicapten met arbeidsvermogen stegen de baankansen. Hun inkomenspositie verslechterde echter en het gaat vaker om tijdelijk werk. "
Volgens het SCP zijn de tegenvallende resultaten te wijten aan een reeks factoren. Zo hadden de gemeenten te weinig kennis voor uitvoering van de wet. “Gemeenten moesten wennen aan hun nieuwe taak en een nieuwe doelgroep.” Maar daarnaast blijkt de wet ook structureel niet te werken. “Aannames in de wet blijken niet te kloppen met de praktijk. Zo is niet iedereen in staat om te werken en heeft de overgang van verschillende wetten naar één Participatiewet niet geleid tot minder complexiteit.” Oftewel, de hoofddoelstelling van versimpeling is helemaal niet bereikt. Bovendien leidt de wet er toe dat de hulp terecht komt bij de ‘makkelijkste’ mensen.
"Een ander probleem is de wijze van financiering binnen de wet. Gemeenten ontvangen van het Rijk middelen om mensen die onder de Participatiewet vallen naar werk te begeleiden. Die middelen zijn vrij te besteden. Als gemeenten op uitkeringen besparen, mogen ze het restant houden en ook vrij besteden. Dit prikkelt gemeenten om hun inspanningen bewust te richten op de meest kansrijke groep binnen de totale doelgroep."
Werkgevers blijken niet bekend met de mogelijkheden van de wet, zoals onder meer proefplaatsing en loonkostensubsidie. De toezeggingen blijven vaak bij mooie woorden: “61% van de werkgevers geeft aan bereid te zijn iemand uit de doelgroep te plaatsen, 59% verricht ook inspanningen daartoe, maar slechts 19% komt tot een plan. Een derde van alle werkgevers heeft daadwerkelijk mensen uit de doelgroep in dienst en deze groep is sinds de invoering van de Participatiewet niet gegroeid.”
Ook is de wetgever veel te optimistisch geweest over de arbeidskansen van de doelgroep. De helft van hen maakt daar nauwelijks kans op, vooral vanwege een slechte gezondheid. Gehandicapte jongeren zijn wel vaker aan werk gekomen maar hun arbeidspositie is aanzienlijk verslechterd.
"Met de invoering van de Participatiewet is de Wajong-regeling voor jonggehandicapten afgeschaft voor nieuwe instroom met arbeidsvermogen. Voor de invoering van de Participatiewet werkte 29% van de 18-jarige Wajongers in het derde jaar na instroom, terwijl dat sinds de invoering van de wet voor 18-jarige vergelijkbare jonggehandicapten vanaf 2015 38% is. Een toename dus, maar de inkomenspositie van jonggehandicapten is verslechterd. Ze werken vaak in deeltijd en steeds vaker via een tijdelijk contract. Jonggehandicapten in het doelgroepregister (Banenafspraak) zijn wel vaker duurzaam (langer dan een jaar) aan het werk."
Mensen die voor arbeid zijn aangewezen op een sociale werkplaats blijken veel minder vaak werk te vinden. Het percentage daalde naar 39 procent terwijl dat voor invoering van de wet 70 procent was. Mensen met een bijstandsuitkering hebben in de praktijk niets aan de wet om aan werk te komen, de kleine groep die dat wel lukte is arbeidsrechtelijk slechter af dan voorheen: kortlopende contracten voor vaak minder dan 20 uur per week.
cc-foto: Roel Wijnants ; Toenmalig staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Jetta Klijnsma (PvdA) in 2014.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.