'Is Beter Onderwijs Nederland een PVV-club geworden?'

De voorzitter van Beter Onderwijs Nederland (BON) Ad Verbrugge is in opspraak geraakt, omdat hij in het NRC Handelsblad van zaterdag zei dat hij het op punten eens was met de PVV. Filosoof Verbrugge zei dat hij er “niet rouwig” om zou zijn als de PVV aan de volgende regering deel zou nemen. De PVV zou namelijk in het onderwijs willen ingrijpen op een manier die de organisatie “sympathiek is”. Na protesten uit zijn achterban laat Verbrugge weten dat hij alleen op het gebied van onderwijs sympathie heeft voor de ideeën van de PVV. BON is een belangenorganisatie die zich onder andere tegen de grootschaligheid van het onderwijs verzet.

Door redactie Joop

Beter Onderwijs Nederland kreeg afgelopen weekend tientallen telefoontjes en mails van verontruste leden. Bedoelde Verbrugge soms dat BON een PVV-clubje is geworden? Uiteindelijk zegden vijf mensen hun lidmaatschap op. Dit meldt het NRC Handelsblad maandag.

Op Scienceguide , een nieuws- en opiniesite voor het onderwijs, staat vandaag:

Onhelder is of Verbrugge ook de deportatie van tientallen miljoenen moslims – onder wie tienduizenden scholieren en studenten uit het Nederlandse onderwijs – zo’n sympathiek ingreep vindt.

“Te zot voor woorden”,  zegt Verbrugge daarop. In een ingezonden brief aan NRC schrijft hij dat hij in het artikel van zaterdag niet volledig is geciteerd:

In reactie op een telefonische vraag wat ik als voorzitter van BON en belangenbehartiger van het onderwijs zou vinden van regeringsdeelname van de PVV, heb ik geantwoord dat ik verschillende bezwaren zie en dat ik zeker wat betreft de Islam, het AOW-standpunt en dergelijke danig van mening verschil met de standpunten van deze partij en de presentatie daarvan. Maar eerlijk is eerlijk door de wijze waarop deze partij zich heeft uitgelaten over verschillende kwesties inzake het onderwijs – en daar ging de vraag over – moest in alle nuchterheid erkennen dat daar veel elementen in zitten die overeenkomen met die van onze vereniging zoals vorige jaar ook werd vastgesteld op ons symposiumdebat met de onderwijswoordvoerders van de verschillende partijen.