Rechters hekelen 'vage' antiterrorismemaatregels kabinet
• 07-05-2015
• leestijd 1 minuten
Kabinet wil terreurverdachten wel kunnen straffen, maar niet verhoren
Nederlandse rechters zijn allerminst te spreken over het wetsvoorstel voor bestuurlijke antiterrorismemaatregelen van het kabinet. De rechters, verenigd in de Raad voor de rechtspraak, noemen het ‘zeer ongewenst’ dat het kabinet bijzonder ingrijpende maatregelen wil kunnen opleggen, zonder dat er verhoor heeft plaatsgevonden.
De maatregelen zijn onder bepaalde omstandigheden soms zo ingrijpend, dat ze naast een preventief ook een straffend karakter kunnen krijgen.
De wet, die gemaakt werd om te voorkomen dat mensen deelnemen of ondersteuning bieden aan terroristische activiteiten, zou bestuursorganen de bevoegdheid geven tot het intrekken of weigeren van subsidies, vergunningen en ontheffingen. Volgens de rechters is echter onduidelijk of dit ook geldt voor rijbewijzen, taxivergunningen en andere beschikkingen die nodig zijn om een eigen bedrijf te runnen, en het verlies daarvan kan voor een betrokkene grotere gevolgen hebben dan vrijheidsbeperkende maatregelen.
De raad merkt daarnaast op dat vermoedelijke betrokkenen bij terrorisme die tegen een dergelijke maatregel aanlopen niet worden ondervraagd, omdat ze dan te weten zouden komen dat er een antiterrorismemaatregel tegen ze is genomen. Volgens de rechters is die gang van zaken zeer ongewenst, omdat het om ‘diep ingrijpende maatregelen gaat’. Het feit dat iemand ‘op grond van zijn gedragingen’ in verband kan worden gebracht met terrorisme, noemt de raad ‘zeer vaag’:
Het biedt de rechter te weinig houvast.
Cc-foto: een acteur speelt een boos kijkende rechter,
Björn Hermans