Shell wil olieplatforms in Noordzee niet opruimen

Shell is niet van plan de betonnen fundamenten en de poten van drie verlaten olie- en gasplatforms in de Noordzee op te ruimen. Ook wil het bedrijf 11.000 ton aan chemicaliën en olie achterlaten in de onderzeese tanks. De Britse regering vindt het prima, Duitsland maakt officieel bezwaar. Het Nederlandse ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is de plannen van Shell nog aan het bestuderen.

De platforms staan in Britse wateren, tussen de Shetlandeilanden en Noorwegen. Speciaal voor deze situaties is in 1992 het OSPAR-verdrag gesloten tussen alle landen rond de Noordzee. Daarin staat opgenomen dat alles wat niet meer gebruikt wordt, moet worden opgeruimd. Tenzij daar vrijstelling voor wordt verleend, wat de Britten graag willen doen.

Volgens de Duitsers voldoen de drie platforms – Brent Bravo, Brent Charlie en Brent Delta – niet aan de eisen van het OSPAR-verdrag voor vrijstelling van sloop. In een brief van de Duitse regering, die in handen is van Greenpeace, staat dat een groot deel van de Noordzee milieuschade oploopt als met name de onderzeese tanks niet worden opgeruimd. De olie daarin zal op den duur in zee terechtkomen.

Shell wuift dat bezwaar weg. Volgens hen zal de olie die in zee belandt maar ‘een klein effect op het milieu’ hebben. Ook laat het bedrijf weten dat het minstens 750 jaar duurt voor de poten van de platforms zijn afgebroken, voor de tanks duurt dat waarschijnlijk nog langer. Verantwoordelijke voor de platforms Duncan Manning noemt 11.000 ton olie over een periode van 750 jaar ‘niet veel’ en zegt erbij dat de olie ‘biologisch afbreekbaar’ is. Voornaamste reden om de platforms niet op te ruimen is het kostenplaatje. Manning: ‘Dat kost honderden miljoenen euro’s, vergt jaren werk en is heel gevaarlijk voor de mensen die er werken.’ Manning berekent dat het opruimen van de bouwwerken en tanks ‘statistisch gezien’ tot drie doden zal leiden: ‘Dat is volstrekt onaanvaardbaar’.

Volgende week komen de OSPAR-landen bijeen, daar zal ook Nederland een standpunt innemen. De overige OSPAR-landen heeft echter alleen een adviesgevende functie, omdat de platforms in Britse wateren staan, is het aan Groot-Brittannië om wel of geen vrijstelling te verlenen. In de Noordzee staan 29 vergelijkbare platforms, vier daarvan hebben van de Britten al vrijstelling gekregen.