Staat is ook aansprakelijk voor 'kinderen van Sulawesi'

Na de weduwen van de standrechtelijk geëxecuteerde mannen in Zuid-Sulawesi in Indonesië, hebben nu ook de kinderen van de mannen recht op een schadevergoeding. Dat heeft de rechtbank in Den Haag woensdag besloten.

Tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949) werden de mannen door militairen in Nederlandse dienst geëxecuteerd. Na jaren werd de Nederlandse Staat uiteindelijk aansprakelijk gesteld voor de inkomensschade die tien weduwen hebben geleden als gevolg van de executies. Daar komen nu vijf kinderen van de mannen bij.

De kinderen spanden een rechtszaak aan tegen de Staat omdat ze vinden dat ook zij recht hebben op een financiële compensatie. Nederland weigerde dat tot nu toe, net zoals het jarenlang weigerde de weduwen tegemoet te komen; door zich te beroepen op verjaring.

Het is nog niet duidelijk of alle nabestaanden die de Nederlandse Staat hebben aangeklaagd ook daadwerkelijk een schadevergoeding krijgen. Daar moet een deskundige nog onderzoek naar doen.

In totaal hebben 23 weduwen en kinderen een rechtszaak aangespannen tegen de Staat. De weduwen vinden dat de Nederlandse Staat niet coulant genoeg omgaat met de regeling die bestaat voor de nabestaanden. Er zou oneindig om meer bewijsmateriaal gevraagd worden.

Zeker 3100 mannen zijn eind 1946, begin 1947 geëxecuteerd door het Nederlandse leger. Kapitein Raymond Westerling drukte het verzet in Zuid-Sulawesi tegen de Nederlandse kolonisator, met veel geweld de kop in. De kwestie kreeg uiteindelijk de naam ‘de Zuid-Celebes-affaire’.

NOS: Ook schadevergoeding kinderen Zuid-Sulawesi