De omvang van het Nederlandse stembiljet was afgelopen verkiezingen te groot, ondemocratisch en er stonden te weinig vrouwen op. Dat zegt de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).
Dit maakte het tijdens de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen vooral voor ouderen, slechtzienden en voor mensen met een mentale beperking moeilijk om hun stem uit te brengen. Ook het tellen van de stemmen werd er niet makkelijker op.
Mensen met een fysieke of mentale beperking werd het recht ontzegd om hun eigen begeleider mee te nemen in het stemhokje, wat OVSE onacceptabel vindt.
Niet democratisch
Dat op het Nederlandse stembiljet grote, gevestigde partijen meer kandidaten op het stembiljet mochten zetten dan kleinere en nieuwe partijen vond de OVSE zelfs ondemocratisch. De organisatie had verder ferme kritiek op het feit dat politieke partijen anonieme donaties hebben ontvangen, zoals de PVV in oktober. Volgens de OVSE zou er een onafhankelijke organisatie moeten komen die de geldstromen naar politieke partijen goed in de gaten houdt.
Afgelopen verkiezingen waren slechts 35 procent van de verkiesbare kandidaten vrouw. De organisatie zegt dat het de Nederlandse democratie te goede zou komen als er een quotum ingesteld zou worden om te verzekeren dat er meer vrouwen terecht komen op de stemlijst.