Turkije kent haar eigen vluchtelingendebat

Met nog twee weken tot de presidentsverkiezingen loopt de spanning in Turkije steeds sneller op. Voor de zittende president Erdogan staat veel op het spel; hij krijgt ongekende macht óf hij komt in een verdachtenbankje wegens aanklachten vanwege onder andere corruptie.  Waarnemers zeggen dat hij door de snel aan inflatie winnende Turkse Lira de verkiezingen al naar voren haalde (oorspronkelijk stonden verkiezingen pas  volgend jaar op de agenda), uit angst dat de slechte economie zijn val betekent.

Het leidt er toe dat hij regelmatig buitenlandse staatshoofden uitdaagt of verontwaardigd is over in zijn ogen verkeerde beslissingen in Europa over Israël. Nu heeft hij een nieuwe uitvlucht gevonden: hij gunt Syrische vluchtelingen een vakantie naar hun geboorteland. Dit zodat ze daar het einde van de Ramadan kunnen vieren.

Een sympathieke geste, al leidde het tot een vluchtelingendebat waar hij niet op rekende. Muharrem Ince, presidentskandidaat namens de sociaal-democratische CHP, sprak Erdogan aan op zijn beslissing. ‘Als je naar Syrië kunt, daar tien dagen kunt verblijven en dan weer terugkomen, dan kun je daar ook permanent blijven. Is dit land een soepkeuken?’

In 2016 gaf Erdogan toestemming aan de Syriërs om te mogen werken. Sinds kort mogen ze ook naturalisatie aanvragen. ‘Als ze staatsburger worden, verdienen ze hun eigen brood en werken ze met sociale zekerheid. Zo worden ze zelfredzaam,’ zei Erdogan onlangs. Voor veel van de ongeveer 3,5 miljoen Syriërs in Turkije is de president een held. Hij ving ons op toen we nergens heen konden, zeggen ze.

Muhammed al-Sheikhouni, geboren in het Syrische Hama, verhuisde al voor de oorlog naar Turkije en is zo’n fervente aanhanger van de AKP-leider dat hij zijn naam veranderde in Muhammed Erdogan. Hij is één van de kandidaten voor de partij bij de komende verkiezingen. 24 Juni gaan de Turken naar de stembus.

Cc-foto: EU Civil Protection