Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Bedenkingen bij de berichtgeving over Jos B.

  •  
27-08-2018
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
62 keer bekeken
  •  
FALLBACK
Het gaat er vooral om vrouw, kinderen en overige familieleden van een (potentiële) dader tegen stigmatisering te beschermen
Dit weekend werd Jos B. de bekendste Nederlander. Zijn portret prijkte al dagen op de nieuwssites – van GeenStijl tot de NRC. Nu kwam het bovenaan de homepage te staan en in de Telegraaf, meen ik, zag men hoe hij met handboeien om op de grond lag, zijn gezicht op de aarde. Vervolgens kwam in de media een discussie op gang over hoe de bekendste Nederlander dient te worden aangeduid. Met zijn volle naam of alleen met zijn voorletter. Hij is immers een verdachte en van verdachten noemen de Nederlandse media al meer dan een eeuw de volledige naam niet.
Dat heeft uiteenlopende redenen waarvan Peter Vandermeersch, hoofdredacteur van de NRC, de minst belangrijke noemt, namelijk dat B. tot zijn veroordeling onschuldig blijft. Dat is echter in de Nederlandse journalistieke traditie de minst belangrijke. Het gaat er vooral om vrouw, kinderen en overige familieleden van een (potentiële) dader tegen stigmatisering te beschermen. Daarnaast is het ook van belang dat een gestrafte na zijn vrijlating met een schone lei kan beginnen. Het helpt hem niet als zijn of haar volledige naam in de openbaarheid is gekomen. Dit zijn honorabele uitgangspunten die op zijn plaats zijn in een beschaafde maatschappij.
Alleged Nederland verschilt wat die terughoudendheid betreft overigens drastisch van de Angelsaksische landen. Daar kom je als verdachte met naam toenaam en adres in de krant. Aan de andere kant: een medium dat jou voor je veroordeling tot dader verklaart, in het algemeen door de woorden alleged of allegedly een keertje te vergeten, krijgt meteen een zware justitiële douw. Je naam mag best in de krant staan als een rechter je daarna vrijspreekt en mocht het tot een veroordeling komen, dan is het je verdiende loon voortaan een beruchte naam te dragen. Met de familie houdt men in Engeland of Amerika geen rekening.
De Nederlandse praktijk, zo laat de discussie over de aanduiding van de bekendste Nederlander zien, is inmiddels aan kritiek onderhevig. Hij heeft tenslotte met naam en toenaam in de media gestaan toen de politie naar hem op zoek was. Het is dus flauwekul en misschien zelfs hypocriet om daar mee te stoppen nu hij achter slot en grendel zit. Bovendien: op de sociale media heeft het volk lak aan journalistieke beginselen en schreeuwt zijn volledige naam uit.
Ethiek Terecht ook, vindt men vooral aan de rechterzijde. Door het over Jos B. te hebben kwalificeer ik mij in die kringen als een zure babyboomer en een zelfingenomen grachtengordelbewoner die onvoldoende weerstand weet te bieden aan het ingebakken deugreflex. Ai, daar komt dat misplaatste medelijden weer. Daar begint de Gutmensch al over een nare jeugd en onprettige ouders die verantwoordelijk zijn voor de dolgedraaide lusten van de bekendste Nederlander. Nee, dan de gezond denkende jonge generatieds: zij verzwijgen niets. Zij gooien kop en naam op het internet. Zij maken een lange neus tegen de MSM en hun zogenaamde ethiek. Ondertussen is de manier waarop je de bekendste Nederlander aanduidt in sommige kringen wel een lakmoesproef geworden voor waar je politiek en levensbeschouwelijk staat.
En dat is nog niet het ergste van de zaak. De afgelopen dagen leek het wel of Jos B. volksvijand nummer een was.. Nadat hij in verband werd gebracht met de moord op een elfjarig jongetje in 1998, gingen de media massaal en unisono los. Zij beperkten zich niet tot de publikatie van het opsporingsbericht plus een duidelijke foto, maar dramatiseerden zowel de ontdekking van zijn identiteit als zijn levensloop. Alles werd uit de kast gehaald om elke dag weer met nieuwe details te komen of om zegslieden aan het woord te laten die hem zogenaamd gezien hadden. Deskundigen verschenen in beeld die uitlegden hoe gemakkelijk het was voor een survival specialist als Jos B. om onder de radar te blijven. Men spoorde vrienden en bekenden van hem op die uitspraken deden over zijn levensloop en karakter. Elk detail was nieuws. Zo werd Jos B. in een paar dagen de allerbekendste Nederlander. Het leek Peter Lorre wel.
Peter Lorre? Dat is een Duits acteur die zijn eerste grote hoofdrol speelde in de Film M., eine Stadt sucht einen Mörder van Fritz Lang uit 1931. Daarin raakt een hele stad geestelijk in het ongerede door de aanwezigheid van een kindermoordenaar. De media, de politie en de penoze maken allemaal jacht op de onbekende dader tot ze hem tenslotte te pakken krijgen, een zielig mannetje dat wanhopig uitroept: ‘Ich muss, ich muss.’
Volksvijand Zowel Lorre als Lang wisten overigens tijdig aan de arm van het nationaalsocialisme te ontkomen. Zij zetten hun loopbaan in Hollywood voort. De sfeer, de gekte, het jachtinstinct uit M. maakte zich de afgelopen week van Nederland meester, toen de kop van het monster eenmaal op het internet had gestaan. Alsof er niets belangrijkers meer gebeurde. Net zoals de aanwezigheid van Peter Lore in de hysterische stad al het andere van het netvlies veegde: de armoe, de tegenstellingen, het vuil. Als eenmaal afgerekend was met volksvijand nummer een, dan zou alles weer goed zijn.
Het is een manier van denken die steeds normaler wordt in ons tijdsgewricht. Het geeft blijk van het feit dat onze maatschappij in een geestelijke crisis verkeert. Teveel zijn wij op zoek naar monsters die voor even en voor zo lang hun bekend Nederlanderschap duurt onze eigen angsten en onzekerheden kunnen belichamen.
In een gezonde maatschappij gaat het er anders aan toe. Daarin volgt na publicatie van het het opsporingsbericht een beknopt artikel over arrestatie en overbrenging van de verdachte naar Nederland. Er is geen sprake van dat Jos B. de bekendste Nederlander wordt. Wij zien hoogstens zijn profiel geschetst door een rechtbanktekenaar als verslag wordt gedaan van het proces door een ter zake deskundige verslaggever, die de juridische, de psychologische en de criminologische aspecten van deze zaak zorgvuldig behandelt. Wat heeft deze man bezield om zo’n daad te stellen? In welke omstandigheden heeft hij verkeerd? Wat was er aan de hand in zijn bovenkamer? Hoe kan zoveel mogelijk récht worden gedaan? Dat zijn de vragen die er in dit verband toe doen. De rest is hysterie.
Bekijk hier M. Eine Stadt sucht einen Mörder met Engelstalig onderschrift. De film heeft na bijna tachtig jaar nog niets van zijn kracht verloren. Dat zul je merken.
Cc-foto: Hugh Blackmer

Meer over:

opinie, jos b., media
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.