Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

CPB meet de foute dingen

  •  
01-03-2013
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
BNNVARA fallback image
Het wordt tijd dat het CPB andere economische indicatoren toevoegt aan hun modellen om zo de economische beeldvorming adequater te maken
Op 28 februari zijn de nieuwe en tamelijk gezaghebbende economische ramingen van het CPB verschenen. Bij de presentatie daarvan werd met name gewezen op: het dalende (2013) respectievelijk licht stijgende (2014) Bruto Binnenlands Product (BBP, dus de economische groei of krimp),het begrotingstekort (valt mee), de werkgelegenheid (werkloosheid blijft oplopen) en de stagnerende binnenlandse bestedingen.
Wat dat laatste aangaat: de grootste ‘schuldige’ in veel commentaren is de consument ‘die de knip op de beurs houdt’ en daardoor het economisch herstel tegenhoudt. Dit in tegenstelling tot de groeiende wereldmarkt, want de export blijft het goed doen.
Je kunt voorspellen in welke richting het beleid zal gaan: verdere bezuinigingen, ondanks dat daardoor de binnenlandse bestedingen verder krimpen; consumenten oproepen om hun plichten niet te verzaken dus meer te gaan uitgeven; verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt met tegelijkertijd nog straffer optreden tegen de werklozen (over blaming the victim gesproken) en verdere beperkingen van de sociale voorzieningen.
Aan de structuur van de financiële sector (toch de aanjager van de huidige financieel-economische crisis) zal niets worden gedaan behalve wat kleinere punten als verhoging van de door de banken aan te houden buffers, en beperking van de bonussen. Er wordt niets gedaan aan de creatie van de geldhoeveelheid. Er wordt niets meer vernomen van de zo noodzakelijke splitsing van banken in zakenbanken en consumentenbanken en überhaupt kleinere banken. Kortom business as usual. Het neoliberale pad wordt verder gevolgd ondanks dat juist dat de huidige financieel-economische crisis heeft veroorzaakt.
En dat heeft rare gevolgen. Neem bijvoorbeeld de stagnerende binnenlandse bestedingen en het afnemende consumentenvertrouwen. Natuurlijk heeft dat gevolgen voor bijvoorbeeld de werkgelegenheid. Maar ecologisch en sociaal gezien zitten er belangrijke voordelen aan: onze ecologische voetafdruk stijgt niet of minder, de CO2 uitstoot idem. Wij leggen minder beslag op menskracht (is al dat werken nu echt nodig?) en zeker op onderbetaalde arbeidskrachten hier in en ontwikkelingslanden.
Daar komt bij dat veel van de consumptie onderhevig is aan wat genoemd wordt ‘afnemend grensnut’. Het gaat steeds minder om bevrediging van reële behoeften. Wel worden mens en milieu door die consumptie zwaarder belast. En als het gaat om de werkloosheid: je kunt die ook zien als een vorm van bevrijding van de arbeid. Want er hoeft minder gewerkt te worden.
Natuurlijk, dat minder werken heeft voor de mensen die door werkloosheid worden getroffen ernstige consequenties. Maar daar kun je in structurele zin heel wat aan doen. Bijvoorbeeld herverdeling van de arbeid, en inrichting van een basisinkomen voor iedereen, beiden te financieren vanuit de fondsen voor werkloosheidsuitkeringen en voor bijstandsuitkeringen. Kortom, je kunt daar ook op een andere manier tegen aan kijken. Maar daarover wordt niets gehoord.
Het Platform DSE heeft zich regelmatig bezorgd gemaakt over de manier waarop economisch wordt gemeten, en daar ook uitvoerig over gepubliceerd (zie hieronder). Zo is er veel kritiek op de indicator BBP die door onder andere het CPB tot centrale rekeneenheid is verheven. Die indicator geeft een onjuist beeld van bijvoorbeeld de in de samenleving voortgebrachte toegevoegde waarde. Een ander kritiekpunt is dat allerlei ecologisch-economische en sociaaleconomische indicatoren – die ook voor de economische analyse van belang zijn – niet worden meegeteld.  Zou dat wel gedaan zijn, dan zou er een heel ander beeld van de staat van de economie gegeven worden. Zie bijvoorbeeld onze alternatieve Macro Economische Verkenning Plus. Nu beperkt het CPB zich hoofdzakelijk tot financieel-economische data.
In de hieronder genoemde Kerngegevens van het CPB staat een handige tabel van de gehanteerde indicatoren. Het wordt tijd om daar andere economische indicatoren aan toe te voegen en zo de economische beeldvorming adequater te maken. Daarbij zou dan aan de volgende indicatoren gedacht kunnen worden (in de onderaan genoemde PDSE-publicaties worden daar meer details over gegeven):
-de Human Development Indicator – HDI -de Multidimensional Poverty Index – MPI -de Leefsituatie Index – LSI -de Betaalde/Onbetaalde Arbeid coëfficient – BOA -de Gini coëfficiënt voor inkomensverdeling -de omgekeerde ontwikkelingshulp, met name de illicit financial flows -de Index for Sustainable Economic Welfare – ISEW -de Sustainable Society Index – SSI -het Duurzaam Nationaal Inkomen – DNI -de Ecologische Voetafdruk – EV -de Living Planet Index – LPI -de CO2 uitstoot -de financieel-economische schuld van Nederland, publiek en privaat -de ecologische schuld van Nederland, te berekenen op bijvoorbeeld de ecologische voetafdruk van de laatste twee decennia -de internationale sociale schuld van Nederland, te berekenen op bijvoorbeeld de illicit financial flows van de laatste twee decennia
Natuurlijk, de uitbreiding van de lijst van indicatoren zal tot extra rekenwerk leiden. Maar dan heb je ook wat. Namelijk een veel beter zicht op wat er economisch gezien gaande is en op de noodzaak van werkelijk nieuw beleid. Bovendien, de kerngegevens van het CPB betreffen al enkele tientallen indicatoren, daar kan best nog wat bij.   Lees hier meer: Persbericht CPB Kerngegevens CPB Platform DSE: Beter Meten van Welvaart en Welzijn – Indicatoren voor een Duurzame en Solidaire Economie (2012) Platform DSE: Macro Economische Verkenning 2013

Meer over:

opinie, economie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.