Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

De nieuwe wet Dieren dwingt tot nadenken over ons gedrag

  •  
30-07-2021
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
412 keer bekeken
  •  
10401279153_98547850ca_k

© cc-foto: Brent Moore

Dieren hoeven zich niet langer aan te passen aan het systeem; het systeem moet zich aanpassen aan hen.
Vorige maand werd bekend gemaakt dat er een aanpassing zou komen in de Nederlandse wet Dieren. Mogelijk gaat deze nieuwe wet Dieren er in de praktijk voor zorgen dat er een einde komt aan het houden van dieren. In de veehouderij, maar ook thuis. Vooralsnog heeft de minister echter aangegeven dat zij nog geen conclusies aan de wet kan verbinden. Juridisch onderzoek op het ministerie moet dit gaan uitwijzen, na het zomerreces zal de Kamer worden geïnformeerd. Mijn advies is alvast: kijk niet alleen naar de gevolgen van de wet, maar kijk ook naar de ideeën die er aan ten grondslag liggen.
Voor wie het niet heeft meegekregen: de Nederlandse wet Dieren moest worden herzien om ruimte te bieden aan de nieuwe Europese diergezondheidsverordening , die op 21 april 2021 in werking trad. Opvallend was dat niet over de wetswijziging zelf ophef ontstond, maar over een toegevoegd amendement van Partij voor de Dieren. Dit amendement stelt dat dieren niet alleen zoveel mogelijk in staat moeten worden gesteld om hun natuurlijke gedrag te vertonen, maar ook dat huisvesting hier niet langer een redelijke uitzondering op mag zijn. Met andere woorden, de dieren hoeven zich niet langer aan te passen aan het systeem; het systeem moet zich aanpassen aan hen.
Nog opmerkelijker aan de gehele gang van zaken, was dat er eigenlijk geen haan had gekraaid naar de nieuwe wet Dieren totdat deze begin juni werd gepubliceerd. In de Tweede Kamer werd het amendement aangenomen met steun van D66, PVV, PvdA, SP, GroenLinks, Ja21, Volt en Bij1. In de Eerste Kamer werd het geheel afgedaan als hamerstuk, wat betekent dat geen enkele partij er vragen over wilde stellen. Dat Kamerleden van VVD en CDA een week later over elkaar heen buitelden van verschrikking, was dan ook op zijn zachtst gezegd frappant te noemen.
Het argument van tegenstanders van de wet kent twee hoofdlijnen. Aan de ene kant wordt er gevreesd voor een onwerkzame situatie in de landbouwveehouderij. Aan de andere kant wordt er een beroep gedaan op de mogelijk grote gevolgen voor de 3,8 miljoen Nederlandse huishoudens met huisdieren.
De vraag is nu of deze zorgen wel terecht zijn. Daarmee bedoel ik niet hoe groot de kans is dat dit de concrete gevolgen zijn van de nieuwe dierenwet, maar of het wel terecht is dat wij deze gevolgen interpreteren als een probleem.
Zoals de wet nu op tafel ligt betreft de nieuwe wet Dieren vooral een morele vorm van wetgeving. Hoewel haar open formulering het moeilijk maakt om er juridische gevolgen aan te verbinden – om nog maar niet te spreken over handhaving – is de wet moreel gezien juist heel sterk geformuleerd.
De wet Dieren heeft betrekking op de dieren waar wij als mens zorg voor dragen. Dat betekent dat de nieuwe regelgeving die dieren betreft waar wij als mens in een bepaalde relatie mee staan. Voor zorgethici is het vanzelfsprekend dat morele verplichtingen gegrond zijn in de relaties die we hebben.
Dieren zijn, net als mensen, behoeftige wezens. Ze verlangen naar voedsel en warmte, een schone en veilige leefomgeving en bepaalde sociale interactie en connectie. Dieren kunnen plezier beleven en pijn ervaren, en hebben er net zozeer als mensen belang bij om dit eerste zoveel mogelijk te realiseren en het tweede zoveel mogelijk te vermijden. Onze huis- en landbouwdieren hebben echter niet de vrijheid om deze behoeften voor zichzelf in te vullen. Veel van hun natuurlijk gedrag (het gedrag dat zij zouden vertonen onder natuurlijke omstandigheden) wordt door mensen geremd, bijvoorbeeld omdat het onwenselijk of onpraktisch zou zijn. Dit terwijl juist natuurlijk gedrag voor dieren zo belangrijk is omdat het hen plezier brengt en belangrijke biologische functies vervult.
Daar komt bij dat dieren in onze zorg niet van nature afhankelijk van ons zijn. Zij zijn door ons afhankelijk gemaakt. Er is daarom sprake van een handeling met bepaalde morele geladenheid. Omdat de relatie tussen mens en dier bovendien geen gelijkwaardige relatie is – dieren hebben niet eenzelfde invloed op ons als wij op hen – bestaat er een bepaalde verantwoordelijk die de mens moet nemen ten aanzien van de dieren in haar zorg.
Met betrekking tot huisdieren betekent de nieuwe wet Dieren in mijn ogen dat mensen zich bewust moeten zijn van de behoeften en het gedrag van hun dier, en bereid moeten zijn om dieren hierin te voorzien. Een goudvis? Leuk, maar niet in een vissenkom. Een konijn? Gezellig voor jou, maar minder gezellig voor het konijn als hij geen soortgenoten heeft. Het is heus niet direct verwerpelijk om een huisdier te nemen omdat jij er zelf plezier aan beleeft, of omdat het dier bepaalde behoeften vervult voor jou. Maar, men moet zich bewust zijn wat goede zorg inhoudt: de verplichting om ook het leven van de ander zo goed mogelijk te maken.
Met betrekking tot de landbouwveehouderij zou het goed mogelijk zijn dat de nieuwe wet het einde inluidt, of op zijn minst een radicale verandering teweegbrengt. Immers worden dieren in deze industrie maar zeer beperkt in hun behoeften voorzien. Ze leven in een vieze omgeving, kunnen zich niet bewegen en geen natuurlijk gedrag vertonen. Undercoverbeelden uit slachthuizen zoals vorige week gepubliceerd  door Varkens in Nood laten bovendien zijn dat de dieren meer dan eens onnodig pijn wordt aangedaan. De huidige praktijken in de vee-industrie zijn dan ook geen voorbeeld van zorg, maar eerder van het tegenovergestelde.
Wat het amendement van Partij voor de Dieren eigenlijk wil zeggen, is dat het onrechtvaardig is om dieren afhankelijk van ons te maken als we niet bereid zijn om ons te committeren aan deze relatie.
Wellicht is de wet open geformuleerd en zijn de juridisch gevolgen niet meteen duidelijk, maar dat is in morele situaties zelden het geval. Precies dit stelt ons in staat om na te gaan in hoeverre ons gedrag juist is. De crux van het probleem ligt dan ook niet in de praktische uitvoerig van de wet, maar in de erkenning van wat er momenteel aan scheelt: de erkenning dat wat wij momenteel als normaal beschouwen, misschien niet het juiste is. Tegen het ministerie zeg ik daarom: laat de juridische analyse maar komen, maar laten we ook niet vergeten er wat reflectie aan toe te voegen.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.