Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Heeft U wel eens van Nico Hangklok gehoord, mijnheer Rutte?

  •  
20-02-2021
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
141 keer bekeken
  •  
Press conference after the Council of Ministers

© Foto: ANP / Koen van Weel

Ik kan het niet nalaten U langs dezelfde weg die U koos, een antwoord te geven. Niemand verdient het een roepende in de woestijn te blijven. U zeker niet. U heeft als geen ander recht op troostende woorden
Geachte heer Rutte,
Dank U wel voor de brief die U via de media aan mij en aan alle mensen in Nederland hebt gezonden. U schrijft daarin dat U in de eenzaamheid van uw appartementje vaak zo moedeloos bent. Ik ga er tenminste vanuit dat U daar het grootste deel van uw werkdag doorbrengt en het Torentje zoveel mogelijk mijdt. Bij een eerdere gelegenheid meldde U dat U zich nooit heeft laten testen. Dat wijst op een vrijwel totaal kluizenaarschap. Ik heb  werkelijk met U te doen. Het leven is juist in deze tijd extra moeilijk voor mensen die nooit een schouder hebben gevonden om op uit te huilen  en iemand die uit liefde luistert in plaats van met goede raad, verwijten en oplossingen te komen. Niet voor niets gebruikt U in de eerste alinea al de metafoor dat we aan het eind van de crisis de schouders eronder zetten om samen sterker verder te gaan. Ik begrijp precies wat U bedoelt want ik proef dat geluk de laatste jaren opnieuw en ik gun het ieder ander op onze geteisterde planeet.
Ik kan het niet nalaten U langs dezelfde weg die U koos, een antwoord te geven. Niemand verdient het een roepende in de woestijn te blijven. U zeker niet. U heeft als geen ander recht op troostende woorden.
U verlangt naar de kroeg, mijnheer Rutte. Ik heb U wel eens in De Posthoorn zien zitten, toen ik met vrienden aan het vieren was dat er net een nieuw boek van mij was uitgekomen. “Je moet Rutte een exemplaar geven!” zei Kees. Ik stond op maar zag dat U in een druk en gezellig gesprek was verwikkeld. Daarom liet ik dat na. Ik heb met eigen ogen gezien wat U blijkbaar het meeste mist in het leven. Het is dan ook fijn dat U die ene week van sneeuw en ijs, zoals U dat noemt, heeft aangegrepen om U als het ware met de haren uit uw moeras van melancholie te trekken. Even niet thuisblijven maar met zijn allen schaatsen en snowboarden! Helaas heeft die Hollandse kou – toch al een zeldzaamheid – midden in februari plaats gemaakt voor lente-achtige omstandigheden. Koning winter maakt buigend ruimte voor vrouwe klimaatcrisis. En daar willen we toch liever niet over nadenken, is het waar of niet, heer Rutte? Nederland snakt naar perspectief maar als de weergoden het op een presenteerblaadje aanbieden, worden we er toch niet vrolijker van. Groot gelijk dat we die gedachte oog in oog met de huidige omstandigheden even opsluiten in de diepste krochten van onze ziel. We hebben het waarachtig al moeilijk genoeg. U noemt zich met alle landgenoten het slachtoffer van een mentale uitputtingsslag. U bent het in Uw hart vast met mij eens als ik uw verzuchting “Let een beetje op elkaar. Het komt goed” een wanhoopskreet noem, vergelijkbaar met een andere leuze uit het verleden: “Onze muren breken, maar onze harten niet”.
Het is hartverwarmend, mijnheer Rutte, dat U in al Uw ellende ook die van anderen ziet. U hebt begrip. U snapt zoveel. U snapt bijvoorbeeld de ergernis van restauranteigenaren die lange rijen voor de Ikea zien. Het is heel vervelend dat een man in uw positie – zoals U benadrukt – dan niets kan beloven. Mag ik daar een voorzichtige kanttekening bij plaatsen? U doet daarna in de rest van Uw brief de ene belofte na de andere. U zegt bijvoorbeeld: sta niet sommige branches toe open te blijven en andere juist niet maar geef alle zaken gelijkelijk een beetje ruimte.  Zo zit ik ook wel eens te fantaseren om de moed erin te houden. Vage voorstellingen blijven dat. Ik heb wel eens ergens gelezen dat mensen die fantaseren over intiem contact  om zo tot ontlading te komen, zich alleen maar een soort silhouetten voorstellen en nooit een scherp getekend gezicht. Zo ziet dat visioen van alles een béétje open er ook uit. Ja, het is heerlijk te fantaseren over een betere toekomst. U meldt dat veel mensen de economische groei van de afgelopen jaren niet in hun portemonnee voelden. U wilt – begrijp ik – dat daar verandering in komt. Maar dan moeten wij met zijn allen éérst een vliegende start maken. U zegt ondernemers na het einde van de coronacrisis voortgaande hulp uit de staatskas toe. U wilt ze helpen met hun schulden. Ook hier zie ik een parallel met de vaagheid van de erotische fantasie: “Ik wil nu geen concrete beloftes doen of bedragen noemen”.
Ja, ik snap U zo goed als U in uw luie stoel denkt aan drukke winkelstraten en een koopkrachtige massa, lachende naar alle klanten. Uit de middenklasse natuurlijk. Het soort mensen die in winkelstraten iets te zoeken hebben omdat ze niet rood staan en zonder zorg de pin in de aanslag houden. Ik ontwaar nu weer iets dat U snapt: “Ik snap dat bedrijven die door de lockdown een tijd gesloten zijn geweest, nu niet zomaar een loonsverhoging kunnen betalen”. Ook snapt U dat het voor jongeren “ontzettend moeilijk is”. U ziet ze offers brengen. Ik moest denken aan broeder Longinus die tijdens de godsdienstles ook altijd zei dat wij allemaal offertjes moesten brengen.
Dat malende hoofd van U als de stilte van de avondklok om Uw appartement hangt !  Ik kan me het zo goed voorstellen dat je dan van de hak op de tak springt van de ene mistbank naar de andere. Je ziet voor je geestesoog de ambulances bij het ziekenhuis parkeren waarna bedrijvige handen de patiënt snel naar het IC-bed dragen. Vaag komt even het beeld van de zieke thuis en dan verstoort het eigen risico het beeld. Dat zou eigenlijk weg moeten. “Tijdens die zoektocht naar een alternatief drukken we even op de pauzeknop door het eigen risico te bevriezen”. U zit als het ware net als Jan in Uitkomst , het Spel van Droom en Leven , schrijlings op een zwaan in volle vlucht en onder U ziet U de hele de stad. Daar staan de glanzende kantoren van de multinationals die geen of weinig belasting betalen. U ontwaart de de lange rij – iedereen houdt netjes anderhalve meter afstand – voor de Action. Allemaal Chinese rotzooi. Daar grijnst Ma die met zijn Ali Baba onze middenstanders het brood uit de mond stoot. U denkt aan buitenlandse ondernemingen die met staatssteun de onze weg concurreren. U vergeet daarbij even dat een groot deel van het Nederlandse bedrijfsleven aan het staatsinfuus ligt en die noodzakelijke bijvoeding zal mogen behouden ook na de coronacrisis. Toch ziet U voor Uw geestesoog enorme parkeerplaatsen aan onze grenzen waar douaniers ervoor zorgen dat hoge invoerrechten worden geheven op producten uit het boze buitenland. Op grond van wat ik in Uw brief lees snap ik zo goed dat het bij U op deze manier werkt nu de Posthoorn dicht is en U misschien vroeger naar bed gaat.
In een toekomstfantasie is de interne logica vaak zoek en dat gebeurt zeker als ze over gaat in een koortsdroom. Aan de andere kant heeft ze een belangrijke functie als de somberte je naar de keel grijpt. Er ontstaat een denkbeeldige wereld waarin de fouten die je daadwerkelijk maakte, zijn vermeden. Ik kan het me zo voorstellen dat U zich in Uw nood verwijten  maakt: had ik het met die toeslagenaffaire maar anders aangepakt. Had ik Blok maar geremd toen hij de grondslagen legde voor de woningcrisis. Hadden we maar drie keer nagedacht voordat we de zorg aan de gemeente uitbesteedden. Hadden we het just in time maar niet op de gezondheidszorg toegepast zodat we nu over een reserve aan IC-bedden beschikten. Hadden we in het vorige decennium maar niet zoveel bekwame krachten de gezondheidszorg uitgejaagd.
Ik zeg: as is verbrande turf.
Aan het slot van Uw brief, mijnheer Rutte, smeekt U dat we de komende jaren om U heen blijven staan. Politiek gaat ook over samenwerking, schrijft U. “Om plannen in daden om te zetten moeten we met zijn allen aan de slag.”
Heeft U wel eens van Nico Hangklok gehoord, mijnheer Rutte?
Een kleine veertig jaar geleden zeilde Nico – niemand kent zijn echte achternaam – binnen bij Piet Hensepeter op de hoek van de Nieuwe Binnenweg en de ‘s-Gravendijkwal. Hij hield zijn rechterarm in een vreemde kromming zodat de hand zijn zij raakte. “Wat is er met jou ?” vroeg Piet Hensepeter.  Nico keek opzij en slaakte een kreet van verbazing: “Verrek, waar is de hangklok, die ik daarstraks op de kop getikt heb.”
Tot zijn dood ging hij door het leven als Nico Hangklok. Wie weet wordt u nog wel eens Mark Avondklok. Gewoon omdat de mensen de leegte die je onder je arm meedraagt, toch zelf in willen vullen.
Bijna aan het slot van Uw brief vertrouwt U ons toe: “In een tijd als deze campagnevoeren heb ik ook nog nooit gedaan”.
U kunt zich er geen voorstelling van maken hoe goed, hoe totaal ik U snap, mijnheer de minister president. Echt waar. Laat dat een troost zijn in uw moeilijke dagen.
Groet uit Schiedam
Han van der Horst
Voor het overige ben ik van mening dat de toeslagenaffaire niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen. En de Groninger aardgaskwestie evenmin.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.