Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Het is nu aan de vrouwen

  •  
23-03-2021
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
64 keer bekeken
  •  
ANP-429023369
We staan aan de vooravond van een grote verandering
Het leek alsof de verandering onder handbereik was. Een jaar geleden, bij het uitbreken van de coronacrisis, lonkte er in de verte nog een linkse lente. De pandemie ging gepaard met een spoedcursus maatschappijleer die in korte tijd allerlei rechtse doctrines onderuit schoffelde. Zo leerden we bijvoorbeeld dat we geen solo succesmachines zijn maar juist op elkaar aangewezen zijn, dat solidariteit het medicijn van de samenleving is, dat er een op alle fronten daadkrachtige en goed uitgeruste overheid nodig is om de volksgezondheid te beschermen, dat mensen die onderbetaald werk doen crucialer zijn dan de hoogopgeleide spreadsheetvullers en organogramduiders.
De Black Lives Matter beweging wist bovendien in navolging van de klimaatbeweging een maatschappelijk protest op de been te brengen dat zijn weerga niet kende. Ter verhoging van de linkse euforie joegen progressieve Amerikanen ook nog eens Trump het Witte Huis uit. De tijd leek potentieel rijp voor een linkse stembuszege, voor verandering. Zenuwachtige rechtse partijen – hallo VVD – begonnen van de ene op de andere dag een andere toon aan te slaan.
In een paar maanden tijd sloeg de sfeer om, de linkse campagnemachines wilden niet starten of namen de verkeerde afslag en het pijnlijke tegendeel was uiteindelijk het resultaat. Sinds mensenheugenis kreeg links niet zo’n collectief pak slaag als nu.
Gelukkig is er altijd een lichtpuntje, al weet je als dolende nooit of dat bij het einde van de tunnel hangt of gewoon ergens halverwege. Voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis heeft een politieke partij zetelwinst geboekt nadat een vrouw de leiding overnam. Dat was niet eerder vertoond en aanvankelijk leek het ook nu weer niet te gaan gebeuren.
Een van de oorzaken voor het verrassende succes van Sigrid Kaag waren de seksistische aanvallen die op haar geopend werden. Kiezers raakten terecht geschokt door een nare, hatelijke hashtag campagne tegen de D66-leider en verklaarden zich solidair met haar. Dat Wilders – die net als de Iraanse ayatollahs vrouwen wel aan kledingvoorschriften onderwerpt maar mannen niet – in het laatste tv-debat de aanval op haar opende en ze deze niet alleen weerstond maar ook pareerde, deed haar ster verder rijzen.
Kaag werd in die beslissende laatste dagen waarin de vloot zwevende kiezers naar een veilige landingsplek zocht de schutspatroon van hen die seksisme en Wilders verafschuwen. Ze toonde zich een leider voor kiezers die snakken naar verandering van de poldermacho-cultuur. Alom werd Lilianne Ploumen geprezen omdat ze tijdens een debat aan Kaag advies vroeg over hoe om te gaan met online haat. Dat was een nobele en lovenswaardige actie maar je kon het ook zien als een signaal dat Kaag op dit voor velen zo belangrijke onderwerp haar meerdere was.
Dat was ook zo. Kaag was in de zomer struikelend aan de marathon begonnen maar eindigde als een gazelle. Ploumen stond voor de onmogelijke taak in veel kortere tijd, binnen acht weken, een profiel op te bouwen als partijleider en het vertrouwen van kiezers te winnen. Voorganger Asscher had tot het laatst vastgehouden aan zijn leiderspositie, totdat voor iedereen en uiteindelijk ook hemzelf duidelijk was dat hij kansloos zou blijven bij de verkiezingen. Het hoeft hem niet nagedragen te worden maar eigenlijk heeft niet Ploumen maar Asscher de verkiezingen voor de PvdA verloren, voor de tweede keer op rij.
Ploumen kreeg niet alleen te weinig steun, ze riep ook te weinig weerstand op. Ze legde het af tegen de wetten van de mediacratie die alleen geïnteresseerd is in spektakel, in het genereren van emoties. Ze deed vrijwel alles goed en werd juist daardoor amper opgemerkt. Ik vermoed dat ze zich de komende tijd gaat revancheren. Als minister van Buitenlandse Handel was ze immers sterker dan Kaag. Hopelijk weet zij duidelijk te maken dat de sociaaldemocratie idealen kent die aanstekelijk werken. Nu had de PvdA een partijprogramma dat inhoudelijk weinig te wensen over liet, behalve dan dat onduidelijk bleef wat er eigenlijk in stond. Op affiches prijkte de leus ‘Stem PvdA’, zonder dat duidelijk werd gemaakt waarom eigenlijk. Dat de SP precies hetzelfde deed maakte het ook niet aantrekkelijker. Marijnissen kampte overigens met een soortgelijk probleem: ze deed alles goed maar mobiliseerde niet.
Het is me een raadsel waarom de linkse partijen de coronacrisis niet hebben aangegrepen om campagne te voeren. Alsof de bestrijding daarvan niet beter kan, alsof het onontkoombaar is dat de vaccinatiecampagne achterblijft bij andere landen, alsof de crisis niet vooral de zwakkeren hard treft en de rijken juist rijker maakt. Maar ter linkerzijde werden de protesten liever gericht tegen de wappies, terwijl onder dat dwalende deel van de bevolking een heel contingent mensen rondhuppelt dat zichzelf als progressief of links beschouwt. Zij werden recht in de armen van Forum voor Democratie gedreven, zelfs al moeten ze niets van Baudet hebben. Er restte hen letterlijk weinig keus. Met als resultaat dat de tweede man bij FvD, Van Haga, net zoveel voorkeurstemmen als de grote leider Baudet haalde. Proteststemmers binnen een partij, met meer succes dan Omtzigt.
Wie had er het meest bij te winnen dat de corona-aanpak geen onderwerp van debat was? Mark Rutte. Hij is immers vanzelfsprekend de leider. Als je dit jaar voor het eerst mocht gaan stemmen als 18-jarige weet je niet beter dan dat Rutte altijd premier is geweest. In de jaren tachtig wist de Britse premier Thatcher de macht te behouden dankzij de leuze There is no alternative. Die was bedacht door reclamebureau Saatchi & Saatchi en prijkte op reclameborden. Hier ging het anders. De media verspreidden de afgelopen jaren het idee dat er geen alternatief voor Rutte bestaat. Geen enkele kandidaat is als serieuze opvolger voor Rutte gepresenteerd. Terwijl dat in het verleden wel gebeurde met bijvoorbeeld Rita Verdonk of Emile Roemer. De NPO maakte het helemaal bont door Rutte drie keer tegenover Wilders te zetten, de man die per definitie geen kans maakt premier te worden.
Rutte wordt in dit medialandschap keer op keer gepresenteerd als het beste vaccin tegen de populisten. Zo ziet hij dat zelf ook. In werkelijkheid slaagt Rutte er al tien jaar of langer niet in het populistisch gevaar te bezweren. Het lijkt er op dat hij dat wel best vindt. De populisten helpen hem in het zadel te blijven omdat de kiezers denken dat hij het gevaar juist tegenhoudt.
Er was ook niemand die het onontkoombare premierschap van Rutte uitdaagde, afgezien van Kaag die daar dan ook de vruchten van plukte. Alle anderen leken er vooral op gericht uiteindelijk onder hem te gaan samenwerken. Ze moesten ook wel want anders gaat Rutte met extreemrechts regeren en dat wil sinds 2010 niemand op z’n geweten hebben. Zelfs de Partij voor de Dieren toonde zich nu bereid tot compromissen. Er is geen alternatief. En die boodschap pikt de kiezer kennelijk ook op: wat je ook stemt, je krijgt Rutte. Vandaar de vlucht naar nieuwe partijen die zich profileren op deelbelangen.
Toch heb ik het idee dat we aan de vooravond staan van een grote verandering. Al voor de verkiezingen heb ik het vermoeden uitgesproken dat de populariteit van Rutte de komende maanden waarschijnlijk een duikvlucht maakt. Zijn trucjes worden sleets. Hij heeft iedereen zoet gehouden met praatjes over versoepelingen en vage beloftes maar het zwaarste deel van de coronacrisis moet nog komen, al is het niet het virus zelf dan wel de maatschappelijke en economische ravage.
Het is ook de vraag of Klaver aanblijft. Zijn afkeer van scorebordpolitiek heeft er ironisch genoeg toe geleid dat GroenLinks onder linkse kiezers de minste punten binnenhaalde. Als Klaver vertrekt zal de leiding van de partij waarschijnlijk overgenomen worden door een vrouw. Bij de volgende verkiezingen worden dan alle linkse partijen, plus D66, geleid door vrouwen. Op Denk na, maar die zijn als populisten sowieso boegbeeld van een patriarchale cultuur.
Dat is een enorme verandering. Vier jaar geleden stond er, op Marianne Thieme na, geen enkele vrouw in de verkiezingsarena. Zo snel kunnen de tijden veranderen. Dat het zo ver is gekomen danken we aan de feministische beweging die in de recente jaren opbloeide, interne tegenstellingen negeerde of overbrugde en niet alleen protesteerde maar ook wist wat ze wilde veranderen en dat duidelijk verkondigde. Dat moet de les voor links zijn. Idealen verwezenlijk je door ze uit te dragen, tegen elke door peilingen onderstutte realiteit in. Zoals het er nu voorstaat zou Kaag inderdaad wel eens de volgende premier kunnen worden, als de toverdrank van Rutte is uitgewerkt.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.