Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Het is tijd om woedend te zijn

  •  
14-06-2011
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
BNNVARA fallback image
Zolang rancune, desinteresse en stelselmatig onbegrip doorklinken in de woorden van het kabinet verdienen zij geen begrip voor bezuiniging of herstructurering
Beste lezers van hard//hoofd, beste kunstenaars, muzikanten en theatermakers, en vooral hooggeëerd publiek, de brief van Halbe Zijlstra is binnen en is niet mild gebleken. Woede, onbegrip, teleurstelling en verdriet overheersen in de kunstwereld. Al een jaar praten we met z’n allen. Ik heb mensen gesproken die zeggen de handschoen op te willen pakken om van de verwoesting weer iets moois te maken; mensen die op Nederlandse pleinen stonden te schreeuwen; mensen die dat schreeuwen lomp en banaal vonden; mensen die het roerend met de kritiek op hun eigen sector eens waren; en mensen die gewoon simpelweg bang waren hun baan te verliezen, want vind maar eens een nieuwe baan in een sector waarin met tientallen procenten bezuinigd wordt. Maar pas sinds staatssecretaris Zijlstra afgelopen vrijdag zijn definitieve plannen heeft gepresenteerd, weet ik wat ik echt vind. Opeens snap ik dat we allemaal het recht, nee de plicht hebben om boos, kwaad, wat zeg ik, woedend te zijn.
Laten we het nu eens niet zeggen. Laten we nu eens voor even ophouden met zeggen dat er ‘natuurlijk in de kunsten ook bezuinigd moet worden’. Als je te lang meebuigt, breek je. De kunsten hebben geen aardbevingbestendig fundament waardoor zij meebuigen, maar niet breken. De kunsten zijn gebouwd op houten palen en koeienhuiden – voorzichtig in de moerasbodem van ons calvinistische land geslagen, in de hoop dat het nog even blijft staan. En sinds afgelopen vrijdag weten we dat het op instorten staat. Zeker, er zal met de tijd een nieuw huis worden gebouwd dat net zo mooi, of misschien wel mooier zal zijn. Maar de efficiëntie is ver te zoeken als je eerst alles met de grond gelijk maakt om daarna weer van voren af aan te beginnen.
Politiek is een spel van woorden. En de woorden van dit kabinet liegen er niet om. Als je het vertoog van het huidige kabinet op zijn merites beoordeelt slaat het je koud om het hart. Termen en uitspraken als ‘subsidie-infuus,’ ‘de bezem erdoor’ en ‘ook de cultuursector moet meekomen’ scheppen een beeld van een sector die bestaat uit luie, zelfingenomen mensen die hun hand ophouden en wachten tot er geld in valt. Ze getuigen van een fundamenteel dédain, een diepgeworteld gebrek aan respect en, zoals ook Ramsey Nasr in NRC Handelsblad schreef, volslagen desinteresse. De discussie rond de noodzaak of (dis)proportie van de bezuinigingen daargelaten, gaat het hier om het werk, het dagelijks brood van duizenden mensen, die een onzekere, angstige tijd tegemoet gaan. Deze mensen worden door het kabinet structureel voorgesteld als opportunistische, zelfgenoegzame subsidievreters.
Mijn woede rond de cultuurbezuinigingen richt zich primair op dit totale gebrek aan respect, inlevingsvermogen en begrip; niet alleen van Halbe Zijlstra, maar van het hele kabinet. Hij volstaat ook niet om dit op het bordje van de PVV te schuiven, de VVD en het CDA zijn net zo goed debet aan de tendentieuze oversimplificaties die hardwerkende, vaak sappelende mensen wegzetten als uitvreters. VVD en CDA vormen nog altijd de regering, en laten we vooral hen aanspreken die de besluiten daadwerkelijk maken; die dus ook de macht hebben ze niet door te voeren. De VVD en het CDA zijn de schuldigen, de PVV heeft het vuur slechts met succes aangewakkerd.
Dat juist de mensen die het geld het hardst nodig hebben worden getroffen, is des te schrijnender. Door de productiehuizen en postacademische instellingen op te heffen ontneem je jonge kunstenaars cruciale mogelijkheden überhaupt hun brood te verdienen. Dit zijn de mensen die overheidssteun het hardst nodig hebben; die het fundament leggen voor een gezonde sector in de toekomst. Dit zijn ook de mensen die vaker wel dan niet naast hun creatieve werk nog ergens anders werken om rond te komen; subsidie of niet. En dat zijn dus de mensen die volgens het kabinet aan het ‘subsidie-infuus’ liggen?
“Ik heb niet de illusie dat ze in applaus zullen uitbarsten, al zou dat wel verstandig zijn”, aldus de staatssecretaris. Nee, meneer Zijlstra, mensen die hun baan dreigen kwijt te raken en hun toekomst onzeker zien worden, barsten niet in applaus uit. Een uitspraak als deze illustreert dat het kabinet niet begaan is met individuele mensen. Dat het hen, bot gezegd, worst zal wezen. Als je ingrijpende maatregelen neemt, heb dan op zijn minst het respect om mensen eerlijk en open tegemoet te treden; om begrip te tonen voor hun verdriet en angst. En om hun vakmanschap en kwaliteiten te respecteren. Zolang deze rancune, desinteresse en dit stelselmatige onbegrip doorklinken in de woorden van het kabinet verdienen zij het niet om welk begrip dan ook te oogsten voor bezuiniging of herstructurering.
De tijd voor nuance en discussie is voorbij, lieve mensen. Het is tijd voor actie. Want het gaat om jullie en jullie vrienden, beste lezers van hard//hoofd. Het zijn jullie die weggezet worden bij het oud vuil; die behandeld worden als kinderen die zich jarenlang misdragen hebben; wiens harde werken niet wordt gezien en niet wordt begrepen; van wie jarenlang met minder dan het minimumloon op een houtje bijten wordt voorgesteld als leven in subsidieluilekkerland. En jullie – wij – hebben alle recht om boos te zijn.
Dus laten we ons verenigen met de mensen in de zorg, in het onderwijs, met de academische wereld en de mensen die persoonsgebonden budgetten ontvangen, met defensie, met asielzoekers en illegalen. Stuur brieven, verzin acties, sla de handen ineen. Demonstreer, staak, protesteer. Laten we zorgen dat er op Prinsjesdag 2011 de grootste demonstraties in decennia zijn. Nu is de tijd om boos, verontwaardigd, woedend te zijn. Om met luide stem te eisen om met respect te worden behandeld en te worden aangesproken als gelijken. Om niet te worden weggezet als paria’s, maar als de hardwerkende, gepassioneerde mensen die we zijn. Pas dan is het kabinet een gesprekspartner. Tot die tijd is het de vijand. Ze hebben het er zelf naar gemaakt.
Dit artikel is op 14 juni verschenen in het online magazine hard//hoofd

Meer over:

politiek, opinie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.