Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Het parlement moet meer eigen onderzoek doen

  •  
27-02-2012
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
BNNVARA fallback image
Stapels onderzoeksrapporten lezen is niet genoeg. De Eerste en Tweede Kamer maken veel te weinig gebruik van de mogelijkheden om onderzoek te doen
Een democraat ziet het parlement graag aan het werk. Niet alleen wetgeving maar ook controle van de uitvoerende macht. Niet alleen de hand omhoog voor het stemmen maar ook een oor voor wat in de maatschappij leeft. De wet op de parlementaire enquête bepaalt dat zowel Eerste als Tweede Kamer onderzoek kunnen doen ten behoeve van wetgeving. De enquête geeft de mogelijkheid getuigen onder ede te horen maar meestal kan een gewoon onderzoek volstaan met goede vragen en goed luisteren.
Veel maatschappelijke problemen ontstaan of worden erger door versplintering van kennis. Een onderzoek kan voldoende zijn om tegenstellingen te overbruggen. Een onderzoek door een universiteit of een extern bureau is niet genoeg wanneer denkbeelden verkokerd zijn. Dan is juist het parlement aangewezen deze kennis boven water krijgen. Soms weet instantie A niet wat voor beroepsgroep B gesneden koek is, soms verzint een wetenschapper een nieuwe X terwijl een wet uit 1880 nog uitgaat van Y. Je kunt dan 200 jaar wachten tot het puntje bij het paaltje komt maar de snelle en degelijke weg is een parlementair onderzoek, waarin Gerrit uit Groningen en Maria uit Maastricht voor ons allen in het parlement zitten en uitzoeken wat een oplossingsaanpak kan zijn.
Onderzoek is aldus de basis van democratie maar het parlement doet het wonderlijk weinig. Kamerleden krijgen stapels onderzoeksrapporten, de ijverigen lezen de “executive summary”, en met enig geluk slaat Alexander Pechtold er een nietje door. Kamerleden denken dat zij op deze manier veel onderzoek doen. Maar dat is niet zo. Echt onderzoek gaat gepaard met de AH-Erlebnis: het (op zijn Duits) roepen van “Aha!”. Een goede film heeft altijd een clou. Zou het niet geweldig zijn wanneer we regelmatig een parlementair onderzoek hadden waardoor we allemaal verrast zouden worden?
Kamerleden hebben het beroepsrisico van arrogantie. Zij zijn tenslotte de uitverkorenen. Bij spreekbeurten staan zij op het podium. Het voortdurend herhalen van het partijstandpunt geeft een gevoel van zekerheid waar moeilijk een barst in zal komen. Een onderzoeker is nederig, gaat ervan uit dat hij weinig weet. Het zal voor het parlement een openbaring zijn wanneer de arrogantie regelmatig in de kast gaat en wanneer vanuit een gezonde nederigheid eerst eens vragen worden gesteld.
We zien de wisseling van houding bij Ronald Plasterk. Als hoogleraar zal hij systematisch twijfel hebben beoefend en hebben willen zwijgen waar hij weinig van weet. Als Kamerlid wilde hij echter woordvoerder worden op een terrein waarop hij niet gestudeerd heeft. Het functioneren van Ronald Plasterk als financieel woordvoerder voor de PvdA is rampzalig voor Europa gebleken. Diederik Samson stelde gisteren dat Plasterk het als financieel woordvoerder goed gedaan had, alsof Samson zelf financieel-economisch onderlegd zou zijn. Hun beider visie op onderzoek is misschien heel erg Beta en weinig Alfa en Gamma zodat er nog veel te leren valt.
Het kan niet genoegd benadrukt worden: economie en financiën zijn serieuze vakgebieden en van oudsher zoeken politieke partijen deskundigen op die terreinen. Was Plasterk een zelfstandig nadenkend econoom geweest dan was de kans iets groter geweest dat hij zich als verantwoordelijk Kamerlid had gerealiseerd dat de arbeidersgezinnen in Griekenland, Italië, Spanje en Portugal toch wel degelijk ook arbeidersgezinnen zijn. Had hij over economische kennis beschikt dan had hij zich eerder kunnen realiseren waar het neoliberalisme fout gaat. Nu echter leverde de PvdA geen weerwerk tegen de neoliberale koers van Merkel, Sarkozy, Rutte en De Jager. Was Plasterk zelf een neoliberaal econoom geweest dan had inhoudelijk het debat met hem gevoerd kunnen worden, nu is het echter praten met een voorlichter. En was Plasterk nog maar een echte voorlichter, want dan was er achter hem nog iemand die wel een onderbouwd standpunt had. Nu is er alleen een vage discussieruimte van de neoliberale economen in de PvdA als Wouter Bos, Ed Groot, Rick van der Ploeg, Bas Jacobs of bijvoorbeeld Paul de Beer. Er is niemand bij wie “the buck stops” en de academici onttrekken zich aan de maatschappelijke impact van hun dwalingen. Joop den Uyl draait zich niet om in het graf, maar tolt daar van ontzetting.
Het Nederlandse parlement zou zich sterk hervormen door meer onderzoek te plegen. Parlementair en universitair onderzoek verschillen, en er valt voor het parlement nog veel te leren aan het uitkiezen van onderwerpen en wijze van aanpak. De lopende parlementaire enquête naar het financieel stelsel komt nodeloos traag en omslachtig over. Hier is mijn internet-petitie voor een ander onderzoek. Het gaat dan om de massale werkloosheid sinds circa 1973 die we hebben verborgen in uitkeringen en een loonmatigingsbeleid. Van dit beleid plukken we al jaren de zure vruchten, want de uitvoeroverschotten van Duitsland en Nederland zijn de tekorten van Griekenland, Italië, Spanje en Portugal; onze winsten zijn hun leningen; en we hebben ook al veel pensioenbesparingen verloren in deze en eerdere crises. Het alternatief ligt in investeren en innoveren op de binnenlandse markt met bijvoorbeeld aangepaste woningen voor bejaarden, studieloon voor studenten, enzovoorts. De Kamerleden zullen van verbazing van hun zetels vallen.

Meer over:

opinie, economie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.