Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Jeugdzorg lijdt flink onder chaos decentralisaties

  •  
26-09-2014
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
BNNVARA fallback image
Op papier lijken de 3 decentralisaties 'in control'. In de praktijk is het een gruwel voor zorgverleners, kinderen en ouders
Er heerst verwarring omtrent de drie decentralisaties van taken van het rijk naar gemeenten. Is het nu bestuurlijk in control en liggen de gemeenten op schema, of dreigt er een chaos? Een antwoord op deze vraag noopt te denken langs meerdere gedachtelijnen: de politiek-bestuurlijke lijn met haar bestuurlijke werkelijkheid en de realiteit, de concrete praktijk waarin zaken moeten worden voorbereid en vanaf 1 januari 2015 meteen goed zouden moeten worden uitgevoerd.
Vooropgesteld, de werkelijkheid is complex. De drie decentralisaties (3D) komen voort uit de totale verbouwing van de verzorgingsstaat, waarin de centrale overheid steeds meer loslaat en afstoot en marktwerking in het publieke domein als enige manier ziet om een balans te bewaren tussen een ogenschijnlijk ongeremde vraag vanuit de samenleving en beperkende financiële kaders. Dat loslaten en afstoten door de centrale overheid moet de participatiesamenleving in statu nascendi oppakken. De markt- en participatiesamenleving komt dus in de plaats van de verzorgingsstaat. Maar de landelijke politiek sticht verwarring door geen duidelijke uitspraken te doen over waarom iets een eigen verantwoordelijkheid van burgers is, waar ergens de markt begint en wat de overheid zelf blijft doen. Dit is meer dan een communicatieprobleem.
Het wringt thans vooral bij de jeugdzorg. De jeugdzorg is grotendeels een markt van hulpvraag en aanbod, waar ouders met keuzevrijheid en hulpverleners elkaar vinden, waarbij provinciale bureaus jeugdzorg veel publieke taken uitvoeren en de overheid kaderstellend en kwaliteitsbewakend optreedt. De rest van de jeugdzorg heet het ‘gedwongen kader’, hier wordt de ouderlijke verantwoordelijkheid (en de markt) overruled door de overheid en de rechterlijke macht. Toch is de enige echte verandering in de jeugdzorg dat gemeenten de rol van de provincies overnemen.
Bestuurlijk zou dit geen ingewikkelde operatie moeten zijn, maar klaarblijkelijk is het dat wel. In februari stemde de Eerste Kamer in met de nieuwe wet. Het lijkt bestuurlijk op orde: Er zijn 42 regio’s van samenwerkende gemeenten die jeugdzorg regionaal inkopen, de huidige zorgcontracten lopen gewoon door in 2015, er is een Transitieautoriteit Jeugd, de macro-structurele bezuiniging is zeer beperkt (5%). 11 Regio’s liggen volgens Binnenlands Bestuur niet op schema.
De praktijk is dat de wethouders van de 36 grootste gemeenten (G4 + G32) de alarmbel luidden omdat gemeenten nog steeds niet weten wie hulpbehoevend is, wat de (kwalitatief zeer verscheiden) hulpvraag is en wat het toegewezen budget. Dus sluiten gemeenten nog geen contracten met zorghulpverleners, heerst financiële onzekerheid bij honderden zorgorganisaties en baanonzekerheid bij duizenden zorgprofessionals en onrust bij alle tienduizenden kinderen en hun ouders die afhankelijk zijn van jeugdhulp.
Onvermijdelijk. Immers, geen enkele organisatie, publiek of privaat, kan het zich permitteren contracten te sluiten met leveranciers als essentiële informatie over aantallen en kwaliteiten ontbreekt. Complicerende realiteit is dat ICT-systemen  moeten worden omgebouwd (invoering persoonsgebonden budget (PGB)-trekkingsrechten door de Sociale Verzekerings Bank) en de privacybescherming vormt een tweede obstakel. Elk programma of project kent de beheersaspecten tijd, geld, organisatie, informatie en kwaliteit. Bij het jeugdzorgproject zijn de beheersaspecten tijd, informatie en daardoor ook het beheersaspect kwaliteit onvoldoende geborgd. In de zakelijke wereld een garantie voor mislukking en schadeclaims, maar in de politiek-bestuurlijke wereld ligt dit anders.
Ziehier twee realiteiten, de bestuurlijke die op basis van abstracte informatie hokjes afvinkt en de organisatorische werkelijkheid waarin essentiële beheersaspecten ontbreken. En de voorbereiding van het transitieproces jeugdzorg loopt al vanaf februari. De nieuwe wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) – met de overheveling van de extramurale zorg vanuit de nieuwe wet op de Langdurige Zorg (oude AWBZ), een lopend wetgevend traject – en de Participatiewet zijn pas in juli door de Eerste Kamer aangenomen. Vooral de nieuwe, uitgebreidere WMO wordt qua aanpassingen in de (geautomatiseerde) werkprocessen en de bedrijfsvoering een zeer complexe operatie.
De participatiewet en de gedwongen afbouw van de gemeentelijke sociale werkvoorziening is weer van een andere orde. Daar lijkt de meest prangende vraag: waar is al het werk voor die honderdduizenden arbeidsgehandicapten?
Het zal uiteindelijk met de jeugdzorg wel goedkomen. Maar ten koste van wat? Het gaat niet om de productie van spullen conform technische specificaties. Het gaat om jonge mensen en hun ouders die hulp nodig hebben.

Meer over:

politiek, opinie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.