Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Onderzoek naar links-extremisme bevat weinig concreets

  •  
27-05-2018
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
160 keer bekeken
  •  
300418497_ffa0f9bad8_z

© Linkse activisten protesteren bij de G20 in 2006, cc-foto: Nicholas

Met eindeloos gezever omspoelen de onderzoekers de conclusie dat zij er eigenlijk niet uitgekomen zijn
Er is de laatste dagen nogal wat heisa over de dreiging van het links-extremisme in Nederland. Geweld uit die hoek zou systematisch onder de pet worden gehouden door het openbaar gezag. Ook zijn linkse extremisten moeilijk te pakken omdat zij over het algemeen met gezichtsbedekkende kleding optreden. Dit alles is te vinden – aldus de media – in een rapport dat werd opgesteld in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie.
Criminologisch gezichtspunt De makers zijn werkzaam bij het Bureau Beke, een in Arnhem gevestigd researchbureau dat zich vanuit een vooral criminologisch gezichtspunt bezig houdt met veiligheid in Nederland. Vijf medewerkers tekenden voor Links Extremisme in Beeld , een verkennend onderzoek naar linksextremistische groeperingen in Nederland. Dit werkstuk telt bijlagen, Engelstalige samenvatting en literatuuropgave meegerekend 87 pagina’s.
Hoe zijn zij aan hun informatie gekomen? Door te googelen en gebruik te maken van de databank Nexis-Lexis. Daarnaast mochten ze neuzen in het politiedossier BHV. Zij gingen relevante uitspraken na op Rechtspraak.nl. Ze hielden een aantal interviews in kringen van politie en gezagsdragers. Op uitputtende wijze wordt beschreven hoe men te werk is gegaan. Dit is slechts een alinea uit een heel hoofdstuk:
In totaal zijn twaalf door ons in het openbronnenonderzoek gevonden en als extremistisch aangemerkte groeperingen in de politiesystemen bevraagd. Het betrof groeperingen die ook bij de Nationale Politie bekend zijn en/of ten tijde van ons onderzoek in de belangstelling staan vanwege links-extremisme. Daarnaast zijn over de genoemde periode de politiecontacten van vijftien personen die DLIO als links-extremistisch aanmerkt bekeken. Dit is een deelselectie van een grotere groep personen (n=30-40) die vanuit het oogpunt van links-extremisme in de belangstelling van DLIO staan. Er is, vanuit capaciteitsoverwegingen bij de politie, gekozen voor deze deelselectie. Dit kan van invloed zijn op de bevindingen die in dit rapport staan beschreven. De deelselectie betreft de aandachtspersonen die DLIO in het kader van links-extremisme als meest relevant aanmerkt.
Als de auteurs toe zijn aan hun werkelijke onderwerp, het in beeld brengen van links-extremistische groeperingen, gaat het met dezelfde wijdlopigheid verder. De onwetenheid van de imaginaire lezer wordt bij Bureau Beke groot geacht. Zo leren wij wat demonstraties zijn en hoe die worden georganiseerd.
Uit het openbronnenonderzoek blijkt dat demonstreren een veel gebruikte actiemethode is om burgers in het publieke domein te informeren en te overtuigen van de eigen standpunten. Dit wordt onder andere gedaan door flyers te verspreiden waarin de eigen standpunten uiteengezet worden of – soms in het volle zicht en soms juist midden in de nacht – spandoeken op te hangen. In een aantal gevallen wordt voor een directere aanpak gekozen door de boodschap specifiek te richten op ondernemingen en/of klanten van deze ondernemingen. Dit laatste zien we met name terug bij onderwerpen binnen het thema ‘Milieu & Dier’. In dergelijke gevallen demonstreren actievoerders bijvoorbeeld voor de ingang van winkels die bont verkopen of ondernemingen die dieren voor vermaak exploiteren (zoals een circus) en/of bemoeilijken zij klanten de toegang. Daarnaast is het een enkele maal voorgekomen dat een kleine groep personen – na eerst lawaai te hebben gemaakt voor een restaurant dat vleesgerechten aanbiedt – het restaurant binnentreedt en gasten van het restaurant wijst op hun bezwaren tegen het eten van vlees. In interviews met veiligheidsprofessionals is kort stilgestaan bij deze actiemethode. Meerdere respondenten constateren dat onderwerpen waarop groeperingen met een gematigd links en/of etnische karakter zich profileren, gaandeweg ‘geclaimd’ kunnen worden door links-extremistische groeperingen om de eigen boodschap (bijvoorbeeld tegen racisme) te kunnen verspreiden. Zij leiden dit onder andere af uit de aanwezigheid van links-extremistische groeperingen tijdens en hun rol rondom demonstraties over actuele (maatschappelijke) kwesties. De indruk van deze respondenten is dat links-extremistische groeperingen op deze wijze proberen meer mensen te mobiliseren en/of trachten om in de beeldvorming een grotere aanhang te creëren dan zij daadwerkelijk hebben. Rondom demonstraties komt het blijkens open bronnen ook voor dat er actiecentra worden opgezet. Deze actiecentra gelden als een verzamelplaats voor demonstranten, waar workshops gegeven worden over de wijze waarop aan acties vormgegeven kan worden. Deze actiecentra dienen volgens meerdere van de door ons geraadpleegde respondenten om meer mensen te kunnen mobiliseren door actievoeren toegankelijk(er) te maken.
Nog zo’n juweel dat ik u niet wil onthouden: een maaltijd met indoctrinatie, die toch niet zo gratis is als hij leek te zijn.
Op locatie X – die bekendstaat als een ontmoetingsplek voor linkse activisten – kunnen mensen periodiek tegen geringe betaling een maaltijd nuttigen. Dit zijn openbare bijeenkomsten. Bij binnenkomst valt ons oog op een flyer van een links-extremistische groepering die oproept tot een tegendemonstratie. Net voordat het eten wordt opgediend, neemt een van de aanwezigen het woord. Deze persoon vertelt in zowel het Nederlands als het Engels dat degenen die dat willen een van de rondom de G20 aangehouden personen een brief kunnen schrijven (‘als steuntje in de rug’). We zien op dat moment al een aantal personen een brief schrijven. Ook benadrukt hij dat de aanwezigen niet moeten vergeten om te doneren. Na het spreken wordt er door iedereen geapplaudisseerd.
Nog een allerlaatste voorbeeld van hoe de auteurs erin slaagden op 81 pagina’s te komen:
In de regel start het opsporingsproces wanneer aangifte wordt gedaan van een strafbaar feit. Bekeken wordt vervolgens of opsporings- en daderindicaties aanwezig zijn en of de aangifte een geprioriteerd feit betreft. De zaken waarbij hiervan sprake is, vormen de werkvoorraad van de recherche. De recherche bepaalt vervolgens welke opsporingshandelingen moeten worden uitgevoerd en geeft hieraan uitvoering in de vorm van een opsporingsonderzoek. Na het afronden daarvan krijgt de aangever een terugkoppeling. De inrichting van het rechercheproces betekent dat de politie bij de vervolging van strafbare feiten keuzes moet maken op basis van opsporingsindicaties, bewijsbaarheid en ernst van het betreffende feit. Daarnaast speelt vanzelfsprekend de beschikbare capaciteit een rol (Kouwenhoven, Morée & Van Beers, 2010).
Met eindeloos gezever omspoelen de auteurs de conclusie dat zij er eigenlijk niet uitgekomen zijn. Op pagina 80 komt eindelijk het hoge woord eruit.
Op basis van het openbronnenonderzoek over de periode 2015 tot en met juli 2017 valt niet vast te stellen hoe vaak links-extremistische groeperingen – en dan in het bijzonder de groeperingen die geen gelegenheidsnaam gebruiken – buiten de wet hebben geopereerd. Het doen van uitspraken op dit vlak op basis van openbronnenonderzoek wordt onder andere bemoeilijkt doordat groeperingen acties niet altijd claimen (met name de acties hoog in het geweldsspectrum). Zo trachten zij te voorkomen dat zij in het vizier van de veiligheidsdiensten en de politie komen. Het onderzoek laat bovendien zien dat links-extremistische acties zelden leiden tot een strafrechtelijk onderzoek en strafproces. Dit impliceert dat de door ons geraadpleegde bronnen slechts een deel van de werkelijkheid weergeven en dat het plegen van links-extremistische acties een zekere mate van straffeloosheid kent.
Met andere woorden: men heeft weinig gevonden maar het is er wel. De auteurs hadden net zo goed op kunnen schrijven: “We voelen het aan ons water maar bewijs is helaas niet voorhanden.” Temeer daar nergens alternatieve bronnen van informatie worden gegeven waaruit blijkt dat er zoveel geweld is. Wel lezen wij op pagina 79 dat de Dienst Landelijke Informatieorganisatie (DLIO) van de politie niet in beeld heeft welke personen de stap van het activisme naar het extremisme dreigen te maken. Daar hebben ze dus ook geen idee. Elders weer vinden we dat het links-extremisme in ons land een zaak is van nog geen honderdnegentig personen.
Tenslotte leren wij een nieuwe term kennen: home visits. Dat is iemand thuis of op de werkplek intimideren, bijvoorbeeld door een varkenskop… oh, pardon, een anarchistenteken op de deur te kladden of banden door te steken. Over de frequentie van dit misdrijf kunnen de auteurs geen gegeven verstrekken omdat veel slachtoffers deze aanslag op hun privédomein liever geheim houden. Ook hier weer: vermoedens, geen feiten.
Nee, Links-Extremisme in Beeld is geen werkstuk om diep van onder de indruk te raken. Bij kwaadaardige geesten zal ongetwijfeld de gedachte opkomen: ‘Gemakkelijk verdiend.’
Natuurlijk wil dat niet zeggen dat er geen gewelddadige elementen actief zijn aan de uiterste linkerzijde van het politieke spectrum. Het feit dat het Forum voor Democratie en haar voorlieden te maken hebben met vandalisme, vormt daarvoor een kraakhelder bewijs. Er is een lunatic fringe die de zaak van de vooruitgang, de vrede en de democratie steeds weer schade doet, maar het rapport van Bureau Beke maakt ons niet veel wijzer over de aard en de omvang van het probleem. Het zal in de toekomst vaak worden aangegrepen om linkse partijen en bewegingen in diskrediet te brengen. Daarom is het wel van belang om de inhoud te kennen.
En uiteraard horen serieuze progressieve bewegingen nadrukkelijk afstand te nemen van alle geweld en vandalisme tegen politieke tegenstanders. Dit is niet de manier waarop zij strijden. Geweld en vandalisme dus. En daaronder valt dan niet jouw pamfletten uitdelen aan bezoekers van het VVD- of het FvD-congres of met spandoeken aan de deur staan bij de aandeelhoudersvergadering van Shell. Dat is geen geweld. Dat is ook geen intimidatie. Dat zijn in een democratie gebruikelijke actievormen. Maar je blijft van iemands huis, tuin en bezittingen af. En je dreigt niet met geweld. Laat dat duidelijk zijn.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.