Vriendelijkheid is erfelijk

Ivan Wolffers schrijft elke dag een gezond weetje, gebaseerd op onderzoeken met merkwaardige en soms ongelofelijke uitkomsten. Door de weetjes van Wolffers leer je van alles over bijvoorbeeld verschillende ziektes, medicijngebruik en gezond afvallen, maar ook over de vaak komische verschillen tussen mannen en vrouwen.

De vraag of altruïsme echt bestaat (is er niet altijd toch ook een egoïstische reden om aardig te doen) heeft de wetenschap altijd bezig gehouden. In de strijd om het overleven lijkt egoïsme zoveel effectiever en evolutiedeskundigen moesten zich in allerlei bochten draaien om het toch enigszins te verklaren. De vraag waarom mensen altruïstisch zijn is nog niet beantwoord, maar wel weten we nu dat het een erfelijke eigenschap is. 

Echte vriendelijkheid (anderen helpen ook al zit je zelf in nood) komt overeen met het bezit van een gen dat zorgt dat er aanhechtingsplaatsen zijn voor twee specifieke hormonen – oxytocine en vasopressine – waarvan bekend is dat ze aanzetten tot sociaal gedrag. Het zijn de hormonen die ervoor zorgen dat we de voorkeur geven aan een goed sociaal gezondheidsstelsel boven een marktgerichte zorg die de rijken bevoordeeld.

Nu is het heel aardig dat we weten dat het ons in de genen zit, maar we weten ook dat genen vooral tot uitdrukking komen in bepaalde omstandigheden. Een echt interessante vraag voor wetenschappers zou zijn om uit te vinden wanneer dat 

gebeurt. Zo lang we dat niet weten ´s morgens voor het beraad in het Catshuis begint maar even langs met de spuitbus met oxytocine.