VVD-Kamerlid Van Haga mag blijven, coalitie haalt opgelucht adem

VVD’er en pandjesbaas Wybren van Haga mag aanblijven als Kamerlid. Dat heeft de integriteitscommissie van zijn eigen partij laten weten. Volgens de VVD heeft Van Haga ‘niet ernstig verwijtbaar gehandeld’. Wel moest hij kiezen tussen zijn Kamerlidmaatschap en zijn onderneming.

In december vorig jaar onthulde het Parool dat Van Haga meerdere panden in Amsterdam verhuurde aan meer dan twee personen, iets dat tegen de Amsterdamse verhuurregels is. Volgens Van Haga zelf had hij nog niet genoeg tijd gehad om de benodigde vergunningen in orde te maken. Daarnaast zou Van Haga zich ook na zijn beëdiging als Kamerlid nog actief bezighouden met zijn vastgoedbedrijf, en dat mag ook niet.

Hoewel de integriteitscommissie nu heeft bepaald dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen, moet Van Haga wel zijn werkzaamheden als pandjesbaas staken. Volgens de commissie bestaat er anders ‘een risico op een toekomstige schending van de integriteit’. Dit omdat volgens de commissie het erop leek dat Van Haga nog altijd fulltime werkzaam was binnen zijn vastgoedbedrijf. Van Haga heeft daarom beloofd zich niet meer met de bedrijfsvoering en de verhuur van zijn panden te zullen bemoeien.

Het uiteindelijk beslissen over het wel of niet mogen aanblijven als Kamerlid was aan VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhof. In het rapport schreef de commissie als aanbeveling:

Voor de VVD en de coalitie komt het bijzonder goed uit dat de eigen integriteitscommissie in het voordeel van Van Haga heeft beslist. Wanneer Van Haga uit de partij zou zijn gezet wegens laakbaar handelen, was de kans groot dat hij zijn zetel mee zou nemen. Daarmee zou de 76 zetels tellende coalitie haar meerderheid in de Tweede Kamer kwijtraken.